“Vlaanderen en Wallonië kunnen niet zonder Brussel”
Brussels minister-president Rudi Vervoort
Institutioneel gesproken is ons land met drie gewesten - Vlaanderen, Brussel en Wallonië - en drie gemeenschappen - het Vlaamse, Franstalige en Duitstalige - erg complex. “Mochten we kunnen komen tot drie gewesten, met eventueel de Oostkantons als vierde gewest, die bevoegd zijn voor alle gewest- en gemeenschapsmateries, dan zouden we in Brussel een meer coherent beleid kunnen voeren. Dat zou goed zijn voor Brussel, maar ook voor de andere gewesten”, zegt Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS). “Want wanneer het goed gaat met Brussel, gaat het ook goed met de andere regio’s. En omgekeerd.” Wanneer we het over Brussel hebben, is het niet altijd even duidelijk of we het over de stad Brussel dan wel over het gewest Brussel hebben. Dat is enigszins logisch. Want Molenbeek, Ukkel, Koekelberg of Anderlecht mogen dan allemaal afzonderlijke gemeenten zijn met een eigen burgemeester, voor ons is dat allemaal Brussel. Al was het maar omdat we niet eens kunnen zien wanneer we de grens van de ene naar de andere gemeente oversteken. Wanneer we met Rudi Vervoort, de minister-president van het Brussels gewest, over Brussel spreken, hebben we het dus zowel over de stad als over het gewest en in feite vooral over de grote stad Brussel. Onze hoofdstad. Maar niet echt geliefd door de meeste Vlamingen. Waarbij we de belangrijkste verklaring bij onszelf moeten zoeken. We gaan te weinig naar Brussel. We kennen Brussel dan ook niet goed. En wat men niet goed kent kan men ook niet liefhebben. Maar waarom gaan we zo weinig naar Brussel? Voor Rudi Vervoort is de voornaamste verklaring de taal.
Metropool
Rudi Vervoort: “In Vlaanderen denkt men nog altijd dat Brussel een Franstalige stad is. Eigenlijk is dat niet langer het geval. Brussel is een kosmopolitische stad waar heel veel talen worden gesproken. Maar het Frans blijft wel de dominante taal om met elkaar om te gaan. Misschien is dat wel de verklaring waarom Vlamingen er zich minder thuis voelen. Maar ik stel vast dat Brussel ook in Wallonië niet de meest geliefde stad is. Het gevolg is dat Brussel zich meer profileert als een internationale dan als een nationale hoofdstad.” Dat internationale klinkt ambitieus, maar is niet uit de lucht gegrepen. Brussel is de politieke hoofdstad van de Europese Unie en het huisvest het hoofdkwartier van de NAVO. Samen zijn ze goed voor bijna 40.000 medewerkers van overal ter wereld. Het maakt van Brussel wel degelijk een internationale kosmopolitische stad. Ondanks het feit dat het met zijn 1,2 miljoen inwoners een van de kleinste metropolen van de wereld moet zijn.
Tegenstellingen
Brussel is een vat vol tegenstellingen. De Brusselse minister-president weet maar al te best wat we daarmee bedoelen.
Rudi Vervoort: “Economisch gesproken is Brussel nog altijd een van de rijkste regio’s in Europa. En toch is er heel veel armoede onder de bevolking. Het heeft te maken met de permanente migratiestromen. Elk jaar groeit de bevolking met 11.000 tot 15.000 personen. Een groei van de bevolking is op langere termijn goed voor een stad en haar economie. In de tussentijd stelt het ons permanent voor grote uitdagingen qua onderwijs, huisvesting en tewerkstelling. De economische conjunctuur is positief. Het maakt dat onze werkloosheidscijfers al vier jaar op rij dalen. Toch is er nog een lange weg te gaan.”
Tweetalig onderwijs
Dat mag duidelijk zijn. In Brussel zijn er zo’n 700.000 arbeidsplaatsen. Dat is gigantisch veel voor een stad van 1,2 miljoen inwoners. Maar die worden voor een groot stuk ingevuld door pendelaars vanuit Vlaanderen en Wallonië terwijl veel Brusselaars werkloos zijn.
Rudi Vervoort: “Het voornaamste probleem is de talenkennis. Ik ben al jaren een fervent voorstander van volledig tweetalig onderwijs in Brussel. Ik probeer dat overal aan te kaarten. Maar zowel de Vlaamse als de Franstalige gemeenschap, die bevoegd zijn voor onderwijs, werken niet echt mee. Enkel op het niveau van de lerarenopleidingen loopt er een experiment met de hogescholen Erasmus en Francisco Ferrer.”
Culturele hoofdstad
We schreven het al, Brussel is niet echt geliefd door Vlamingen en Walen. Maar houden de Brusselaars wel zelf van hun stad? Zijn ze wel fier genoeg? Een voorbeeld. Brussel is de politieke hoofdstad van Europa. Dat is nergens te zien. Terwijl Straatsburg zich wel duidelijk profileert als een Europese hoofdstad, terwijl het Europees Parlement er maar een week per maand vergadert.
Rudi Vervoort: “Ik ben het daar niet helemaal mee eens. Door een hergroepering van alle gebouwen van de EU in de Europese wijk, mede wegens veiligheidsredenen, profileren we ons wel als Europese hoofdstad. Maar om op uw vraag te antwoorden, de Brusselaars zijn wel degelijk fier Brusselaars te zijn. Het Brusselgevoel is sterker dan men denkt. Niet op basis van een geromantiseerde geschiedenis. Wel op basis van het gevoel te wonen in een stad met een grote diversiteit en openheid naar elkaar, een stad met problemen, maar ook een stad met een typische eigenheid.”
Het maakt dat Brussel ook een enorme aantrekkingspool is voor creatieve mensen vanuit heel de wereld. Het gevolg is een grote culturele concentratie met een ongelooflijk groot potentieel. Theater, dans, muziek, performances, schilderkunst, musea, galerijen, architectuur, festivals, het is er allemaal in overvloed.
Rudi Vervoort: “Het is niet voor niets dat het Centre Pompidou mee zijn schouders zet onder het nieuwe museum voor hedendaagse kunst en architectuur in de voormalige Citroën-garage. En dat verzamelaars van over de hele wereld naar Brussel afzakken om hun verzamelingen aan te vullen.”
19 gemeenten
Iets waar we ons in Vlaanderen wel eens aan ergeren, is aan de bestuurlijke chaos in Brussel. Een stad en toch 19 gemeenten, is dat nog van deze tijd? De ministerpresident had zich wel verwacht aan deze vraag.
Rudi Vervoort: “Geen enkele stad is homogeen. Brussel dus ook niet. Wat wel kenmerkend is voor Brussel, is dat de armere wijken - de zogenaamde banlieues - in het centrum van de stad zelf liggen naast dan weer heel rijke wijken. Dat geeft specifieke problemen en versterkt de vraag naar een fusie van de gemeenten. Ik weet niet of dat de oplossing is. Ik geloof in de autonomie van de gemeenten en in het dicht bij de mensen staan. Wat niet belet dat ze nog meer moeten samenwerken en bepaalde bevoegdheden moeten overhevelen
Rudi VERVOORT Minister-president Brussel naar het gewestelijke niveau. Ik denk dan bijvoorbeeld aan zaken zoals veiligheid en fiscaliteit. Wat men wel kan bekijken, is hoeveel politiek personeel men nodig heeft om te doen wat men moet doen. In mijn gemeente waren er 29 gemeenteraadsleden en door de bevolkingstoename worden er dat 35. Zijn we dan beter vertegenwoordigd? Ik denk van niet.”
Stadstaat
Uiteraard was onze vraag naar een fusie van de 19 Brusselse gemeenten slechts de opstap naar een meer fundamentele vraag: is die fusie niet nodig tegen de tijd dat dit land uiteenvalt? Iets wat Rudi Vervoort niet meteen ziet gebeuren.
Rudi Vervoort: “Theoretisch gesproken zou Brussel op zichzelf kunnen bestaan als stadstaat. Want dan moet iedereen die hier werkt hier belastingen betalen. We zouden er financieel enorm op vooruitgaan. Maar ik denk niet dat het zal gebeuren en het is ook niet zinvol. Want het zal zorgen voor een fiscaal opbod tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Dan wint niemand. Bovendien zijn de drie gewesten in grote mate van elkaar afhankelijk. Ze kunnen niet zonder elkaar, ze vullen elkaar aan.”
Aanslagen
In welke mate dat opgaat, kan men ook afleiden uit het feit dat er Vlamingen zijn die dromen van onafhankelijkheid, maar nooit Brussel willen loslaten.
Rudi Vervoort: “Brussel is de voornaamste aantrekkingspool voor het hele land. Op veel plaatsen in de wereld weet men België niet liggen. Maar Brussel kent men wel door zijn Europese instellingen. Want wanneer de EU iets beslist, heet het dat Brussel heeft beslist. Wanneer het goed gaat met Brussel, gaat het goed met de rest van het land. En omgekeerd. Dat hebben we gemerkt bij de aanslagen. Ineens kwamen er geen toeristen meer naar Brussel en dus ook niet naar bijvoorbeeld Gent en Brugge. Gelukkig zijn we hiervan hersteld en zijn de cijfers van dit jaar vergelijkbaar met die van 2015. Dat is enorm belangrijk voor de tewerkstelling van onze lagergeschoolden.”
Wanneer het goed gaat met Brussel, gaat het goed met de rest van het land. En omgekeerd. Dat hebben we gemerkt bij de aanslagen van vorig jaar.
Koning auto
Ook economisch hebben de drie gewesten er alle belang bij van goed samen te werken, vindt de minister-president.
Rudi Vervoort: “Wanneer men spreekt over Brussel, moet men het ook hebben over de agglomeratie Brussel. Economisch strekt die zich uit tot Mechelen en Louvain-la-Neuve. De as van Mechelen via Brussel naar Louvain-laNeuve is economisch de sterkste van het land. Mensen van daar komen naar hier werken. De verkeersassen met treinen die dwars door de stad rijden en autosnelwegen die via tunnels tot in het hart van de stad komen, werken dat mee in de hand.”
“Het is trouwens de verklaring voor onze grote mobiliteitsproblemen, samen met het feit dat er te veel bedrijfswagens zijn en er te weinig is geïnvesteerd in infrastructuur. Het gaat ook om mentaliteit. Er is een omslag nodig. De Brusselaars hebben die al gemaakt. 40 procent van de Brusselaars heeft geen auto meer. Met als gevolg dat het gebruik van het openbaar vervoer verdubbeld is