Warme bakkers sterven uit
Warme bakkers stoppen noodgedwongen door gebrek aan opvolging
Waren er in 1994 nog 4.000 warme bakkers in Vlaanderen, zijn er dat vandaag 2.680, in Limburg een 180-tal. Niemand wil nog nacht- en weekendwerk doen. Ook Ludo Snoks (61, foto), de laatste bakker van Houthalen-centrum, stopt ermee: “Het is een uitstervend beroep.”
Zijn de warme bakkers stilaan met uitsterven bedreigd? In Houthalen-centrum zet bakker Snoks er na 33 jaar een punt achter en bakker Verboven aan de botermarkt in Hasselt overweegt sterk om zijn voorbeeld te volgen. “Het is een uitstervend beroep”, zegt Ludo Snoks. “Op termijn blijven alleen de industriële bakkerijen over”, denkt zijn collega Peter Verboven.
Op 1 juli haalt Ludo Snoks (61) na 33 jaar voor het laatst vers brood uit zijn oven. “Toen ik in 1984 begon, waren er nog zeven warme bakkers in het centrum van Houthalen, maar na ons blijft er niemand meer over.” In de plaats komt er een verkooppunt van de industriële bakkerij Mariën uit Balen. “Mijn personeel wordt mee overgenomen. Zelf blijf ik ook nog drie jaar in de winkel werken omdat ik niet kan stilzitten en vergroeid ben met mijn klanten”, zegt Snoks. Een zoektocht naar een warme bakker, die ter plekke zijn brood zou bakken en verkopen, had geen resultaat. “Mijn kinderen hebben een mooie job en willen een normaal leven. Zij hebben bij mij gezien dat je als bakker een grote opoffering doet. In de week begint mijn collega te werken om elf uur ’s avonds en spring ik zelf bij vanaf vijf uur ’s ochtends. Maar in het weekend doe ik ook de nachten. Mijn ritme is na al die jaren zodanig verstoord dat ik nog maar heel moeilijk de slaap kan vatten.”
De dure investering in een bakkerij en de concurrentie van grootwarenhuizen schrikken starters ook af. “Je kunt tegenwoordig in haast elk tankstation brood kopen. Ook winkels hebben een uitgebreid assortiment en zijn bovendien vaak op zondag open. Als mensen hun inkopen doen, nemen ze meteen ook een brood mee.”
Snoks geeft op 1 juli een afscheidsfeest voor zijn klanten, maar de toekomst van zijn beroep ziet hij somber in. “Aan dit tempo zijn de warme bakkers over tien jaar heel dun gezaaid.”
Boterham verdienen
Ook de Hasseltse bakker Peter Verboven (53) denkt eraan om er de brui aan te geven. “Mijn grote probleem is dat ik geen personeel vind. Als ik goed personeel heb, zijn ze het nacht- en weekendwerk na een jaar of twee meestal alweer beu. Ik had tot voor kort een fantastische jongen op leercontract. Ik geloofde echt in hem. Ik had hem zelfs mijn zaak beloofd als hij oud genoeg was. Maar hij is van de ene dag op de andere gestopt omdat hij het weekendwerk niet meer zag zitten. En ik kan hem niet eens ongelijk geven.”
En dus moet Verboven zijn bakkerij op zijn eentje draaiende houden. “Ik werk nu al maanden alleen ’s nachts. Dat lukt, door hard te werken. Maar lang hou ik het niet meer vol.”
Hij houdt nog steeds van de stiel, maar als er een mooi bod komt op zijn bakkerij, stopt Verboven ermee. “Hoeveel? 100.000 euro lijkt me een mooie prijs voor materiaal en klandizie. Maar het probleem is dat er ook geen geïnteresseerde overnemers zijn.” Verboven voorspelt dat de warme bakkerijen volledig opgeslorpt zullen worden door de industriële spelers. “Nochtans ben ik ervan overtuigd dat je als warme bakker nog steeds goed je boterham kunt verdienen, op voorwaarde dat je hard wil werken.” Na de zomer moet er een oplossing zijn. In tussentijd kan Verboven alleen maar hopen. “Ik heb al een paar keer gedacht dat het gedaan was en uiteindelijk heb ik toen toch nog personeel gevonden. Dus wie weet...”
Aan dit tempo zijn de warme bakkers over tien jaar heel dun gezaaid Ludo SNOKS Warme bakker