Voorspeller van maatschappelijke evoluties
Het klinkt vooruitziend en dat was hij in zekere zin ook: Guy Deckers had een zesde zintuig voor maatschappelijke trends. Hij voorzag assistentiewoningen voor senioren en de behoefte aan meer kinderopvang toen daar in Limburg nog geen sprake van was. Dat resulteerde in een warmere samenleving, een streefdoel waar hij nooit van afweek. We hebben het geteld: zijn overlijdensbericht - dat van de familie, er werden nog drie andere gepubliceerd - lijst maar liefst 24 beroepsbezigheden op. Vierentwintig! “En dan zijn we nog enkele mandaten vergeten”, zegt Geert Deckers, de zoon van Guy. “Mijn vader was een sociaal gedreven man die geprobeerd heeft goed te doen in het belang van velen.”
Dat is een understatement: Guy Deckers heeft mee aan de basis gelegen van de ontwikkeling van de Limburgse welzijnssector. Van bestuurder van een sociale huisvestingsmaatschappij over de oprichting van TeleOnthaal Limburg en het Provinciaal Vertrouwenscentrum Kindermishandeling tot initiatiefnemer voor de woonzorg van mindervaliden: zijn aandacht ging telkens naar de zwaksten en meest kwetsbaren in de maatschappij.
Zelfstandig wonen
Eén van zijn langst lopende engagementen, zelfs na zijn pensioen, was bij de Tongerse sociale huisvestingsmaatschappij Woonzo, waar Guy Deckers bijna veertig jaar bestuurder was. “Tot een maand geleden was hij op elke bestuursvergadering aanwezig”, zegt directeur Inge Gaublomme. “Pas een week voor zijn dood heb ik vernomen dat Guy stervende was. Hij wilde niet dat iedereen wist dat hij kanker had. Zijn chemo-behandelingen plande hij tussen de vergaderingen door.” Guy Deckers trad in 1978, als vertegenwoordiger van het OCMW in Borgloon waar hij jarenlang voorzitter was, toe tot het bestuur van wat toen nog het Tongers Huis heette. “Hij heeft aan de kar van heel wat projecten getrokken, onder andere de realisatie van 107 wooneenheden in Borgloon, waarvan er tot nu toe al 83 zijn gebouwd”, aldus Gaublomme. Zijn stokpaardje was het Begijnhof in Borgloon, een sociale wijk met kleine assistentiewoningen voor senioren. “Daarvoor is hij 35 jaar geleden speciaal naar Denemarken gereisd”, zegt Gaublomme, “om te zien hoe de woningen daar werden gebouwd. Ze moesten op het gelijkvloers liggen, compact zijn en midden in de stad liggen. Hij was er trots op dat hij dat mee heeft kunnen verwezenlijken.”
Behalve die van senioren behartigde Guy bij de huisvestingsmaatschappij ook in het bijzonder de belangen van kwetsbare jongeren die begeleid zelfstandig willen wonen. “Minstens vijf procent van onze toewijzingen moet elk jaar naar zulke jongeren gaan”, zegt Gaublomme. “Bij ons komt dat toevallig ook overeen met vijf dossiers per jaar. Maar als er zich een zesde en een zevende kandidaat aandiende, was Guy altijd bereid die jongeren een kans te geven. Dat is onze missie, zei hij altijd. Wij zijn er om de mensen te helpen.”
Goed gezien
“Guy had een bijzondere eigenschap”, zegt Marilou Vanmuysen, gemeenteraadslid in Borgloon en net als Guy Deckers lid van de raad van bestuur van De Bambi’s, een dienst voor opvanggezinnen in het kanton Borgloon. “Hij kon als geen ander maatschappelijke evoluties inschatten. Guy had daar een zesde zintuig voor.”
Vanmuysen gaat er prat op dat Guy de behoefte aan meer kinderopvang heeft voorspeld, wat in 1980 leidde tot de oprichting van De Bambi’s. “Guy had gemerkt dat gezinnen steeds vaker uit tweeverdieners bestonden en dat die trend niet meer te stoppen viel. Er moest dus meer kinderopvang gecreëerd worden, waardoor wij op zoek zijn gegaan naar onthaalouders. Dat hing samen met de serviceflats die hij heeft geïntroduceerd: doordat er steeds meer tweeverdieners waren, konden kinderen niet voor hun ouders blijven zorgen. De vergrijzing was in 1980 lang niet op het niveau van vandaag, maar toch had Guy dat goed gezien.”
Of er echt hogere krachten in het spel waren bij de visionaire eigenschappen van Guy valt nu nog moeilijk na te gaan, maar veel van zijn kennis en zijn cijfermateriaal haalde hij bij het inmiddels opgeheven Limburgs Instituut voor Samenlevingsopbouw, waar Guy in de jaren zeventig en tachtig werkte als adviseur. “Hij beschikte ook over een groot netwerk”, zegt Vanmuysen. “Als hij iets niet wist, kende hij altijd wel iemand die hij kon bellen voor raad.”
Kruiden kweken
Zijn vele bezigheden maakten dat Guy niet vaak thuis was. “Daar hebben we als gezin mee moeten leren omgaan”, erkent zijn zoon Geert Deckers. “Altijd heette het dat mijn vader ‘voor de goeie zaak’ bezig was. Nooit deed hij iets voor zichzelf, hij was altijd voor anderen in de weer.”
“Zijn energie putte hij uit een sociaal onrechtvaardigheidsgevoel en het feit dat hij graag deed wat hij deed. Hij was van eenvoudige komaf in Sint-Truiden en hij heeft de kans gegrepen om aan de Sociale Hogeschool in Heverlee te gaan studeren, waar hij doordrongen is geraakt van het besef dat hij de Limburgse welzijnssector mee wilde vormgeven en opbouwen.”
Na zijn pensioen bleef Guy bewust nog een aantal mandaten vervullen. “Hij was bang dat hij geïsoleerd zou geraken”, zegt zijn weduwe Hilda Coenen. “’s Morgens, nadat hij de dieren had gevoederd, trok hij naar het café om de krant te lezen en op de hoogte te blijven van het nieuws in de buurt. Daarna werkte hij in de tuin of begon hij te koken - dat kon hij beter dan ik. Zijn kruiden die hij gebruikte in de soep kweekte hij zelf.” Geert Deckers is opgelucht dat zijn vader tot op het laatst helder is gebleven. “Hij heeft zelfs zijn eigen begrafenis geregeld. Dan stopte hij ons plots voorbeden toe of gaf hij ons de naam van een persoon die op zijn begrafenis moest spreken. Tja, mijn vader wilde graag het laatste woord hebben. Het is spijtig dat hij deze rubriek niet zelf heeft kunnen vullen.”