“ALLES KAN ALTIJD BETER”
DE BELEIDSVERKLARING VAN PETER CROONEN DE PIJLERS VOOR DE VOLGENDE ZES JAAR
R“Vereerd en enthousiast.” Peter Croonen moet niet lang nadenken om zijn gevoelens als nieuwe voorzitter van KRC Genk onder woorden te brengen. De 47-jarige ondernemer wil het beleid van voorganger Herbert Houben verderzetten en met nieuwe initiatieven voor een frisse wind zorgen. “Alles kan altijd beter”, is zijn uitgangspunt. Zie hier in de vorm van een monoloog zijn beleidsverklaring, gebaseerd op vier pijlers.
“Het succes van een voetbalclub meet je aan de prijzen, die je pakt. Met drie landstitels, vier bekers en tal van geslaagde Europese campagnes doen we het in onze jonge clubgeschiedenis zeker niet slecht. Maar we missen stabiliteit, twee keer play-off 2 in de laatste drie seizoenen is van het goede te veel. Daarom zijn we ook zwaar ontgoocheld na woensdagavond.” “Tegelijkertijd is dit geen mislukt seizoen. We zijn iets aan het bouwen, ik heb hetzelfde gevoel als onder Frank Vercauteren zeven jaar geleden. Nu staan we als club verder. Financieel, maar ook sportief is er dankzij het werk van onder meer Dimitri de Condé en Albert Stuivenberg een basis gelegd naar volgend seizoen toe. Dit wordt een nieuwe kans om onze prijzenkast bij te vullen. Je kan op voorhand nooit zeggen: we gaan voor de titel. Maar we moeten met deze talentvolle en hongerige groep wel de ambitie uitspreken dat we in de top drie willen eindigen, waarbij we zo lang mogelijk willen meestrijden voor een Champions Leagueticket. Daar zijn de technisch directeur en de trainer het mee eens. Dat geldt ook voor de jaren erop. We willen structureel groeien, door nog ambitieuzer te zijn binnen ons model. Dat kan door onze jonge toptalenten, uit de eigen academie of op jonge leeftijd gedetecteerd, langer aan boord te houden. We willen een situatie creëren, die goed is voor henzelf en voor de club. Kunnen we vaker meedoen om de prijzen, dan komt dat ook hen ten goede. De volgende zomer willen we in elk geval de kern samenhouden én versterken.”
“Ik ben een geboren en getogen Genkenaar. Geboren in Waterschei en altijd supporter geweest van Winterslag. Vanaf dag één verknocht aan KRC Genk, voetbal was in onze familie aan tafel ook altijd gespreksonderwerp nummer 1. (Lacht) Tot spijt van mijn oudste broer, die weinig heeft met voetbal, maar er was geen ontkomen aan.” “KRC Genk is geen club met een community, wij zijn een community op zich. Die verbondenheid met Genk en de regio is enorm en wordt versterkt door de vzwstructuur. We hebben allemaal hetzelfde doel. De club is belangrijk voor de regio, de regio belangrijk voor de club. Daar moeten we nog meer mee aan de slag. Ons eigen verhaal creëren, we mogen niet hetzelfde willen zijn als de traditieclubs. De focus op jonge talenten, liefst uit de eigen opleiding, is daarbij cruciaal.”
“Onder de noemer ‘dromen’, rangschik ik onze bouwplannen. De realisatie van een nieuw stadion lijkt nog verre toekomst maar als we over tien jaar een nieuw stadion willen betrekken, dan moeten we daar nu mee beginnen. Daarom zijn we volop aan het brainstormen, willen we ook ‘out of the box’ durven denken. Ons voorkeurscenario is een stadion in Genk. Maar je mag op voorhand nooit scenario’s uitsluiten, daarom gaan we in onze studiegroepen breder.”
“Eerst willen we echter een nieuw trainingscomplex neerzetten. De noodzaak daarvan is groter: de faciliteiten voor onze A-kern in het huidige stadion zijn niet meer van deze tijd en we willen de kloof tussen onze jeugd en A-kern ook fysiek verkleinen. We willen tegelijkertijd nog meer velden voor onze jeugd, zij vormen mee het fundament van onze club.”
“We gaan als club ons dertigste seizoen in. Dat brengt automatisch met zich mee dat er in alle geledingen veel routine is geslopen. We moeten daarom in alle departementen alles in vraag durven stellen. Ik wil op die manier een nieuwe wind laten waaien door de club. Pro-actief werken, op een constructieve manier veeleisend zijn voor anderen en onszelf. Op die manier moeten we extra middelen proberen te creëren.”
“We hebben onze huidige positieve financiële situatie te danken aan sportieve inkomsten, vooral door het realiseren van uitgaande transfers. Structureel lijden we jaarlijks een te groot verlies op onze begroting voor de Belgische competitie. Te groot om goed te maken door te snijden in de uitgaven. Ik wil vooral de extra-sportieve inkomsten zien stijgen.” “Daarvoor moeten we innoveren. Het is ook mijn stokpaardje in mijn bedrijven. Ik heb daarin alle watertjes doorzwommen: ik was operationeel manager, manager sales en communicatie, algemeen manager… Het is cruciaal dat we onze professionals hun werk laten doen. Daarvoor moet je hen de nodige ruimte geven. Als raad van bestuur moeten wij de directie aansturen en controleren. Daarbij is een strategische visie voor de volgende zes seizoenen als leidraad belangrijk. Om die te bewaken heb ik als voorzitter ook luisterrecht in elke vergadering.” “Wat me de voorbije jaren het felst tegen de borst stuitte, waren de lege zitjes in het stadion. De beleving moet opnieuw omhoog. Je moet echt iets gemist hebben, als je niet in het stadion was. Op dat vlak waren er gelukkig al positieve signalen de voorbije maanden. Ik besef dat het geen makkelijk verhaal is. De live-uitzendingen op tv dragen bij tot de populariteit van het voetbal, maar zijn ook nefast voor de toeschouwersaantallen. Een belangrijke manier om onze supporters te overtuigen om naar de Luminus Arena af te zakken is trofeeën pakken. De eerste pijler. Het is één coherent verhaal, alles hangt samen.”