“Analfabeten moeten een halfjaar wachten om het alfabet te leren”
Lange wachttijden voor Nederlandse taallessen
“Analfabeten moeten meer dan zes maanden wachten vooraleer ze Nederlands kunnen leren.” Dat vertelt Simon Vanmechelen, directeur van het opvangcentrum voor asielzoekers in Sint-Truiden. Vaak duurt het lang vooraleer ze zeker zijn dat ze in het land mogen blijven. Hierdoor raken ze gedemotiveerd. “Ze zonderen zich af in groepen en spreken hun eigen taal.” Het leren van de Nederlandse taal is erg belangrijk voor de asielzoekers. Dat blijkt uit een rondvraag van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG). “We motiveren ze dan ook extra hard om de taal te leren, volledig gratis”, vertelt Simon Vanmechelen. “Jammer genoeg duurt het vaak te lang vooraleer ze aan de slag kunnen. De vraag naar lessen is veel groter dan het aanbod. Hierdoor kunnen veel vluchtelingen de taal niet leren.” Wanneer de asielzoekers aankomen in het opvangcentrum kunnen ze zich aanmelden voor taallessen. “Dan sturen we ze door naar het Huis van het Nederlands in Sint-Truiden”, vertelt Tine Vandewal van Fedasil. Zij begeleidt de asielzoekers die Nederlands willen leren. “Daar ondergaan ze een taaltest. Op basis van hun test worden ze gesplitst in groepen naargelang hun taalniveau. Het huis van het Nederlands zorgt dan voor een traject op maat en zij sturen de asielzoekers naar verschillende scholen. Die scholen liggen allemaal in de buurt van het opvangcentrum in Sint-Truiden, op die manier kunnen ze daar makkelijk te voet naartoe.”
De asielzoekers die al voeling hebben met taal, kunnen vrij snel beginnen leren. “Het duurt voor hen maximaal twee maanden”, vertelt Vandewal. “Voor analfabeten is het probleem veel groter. Zij moeten soms langer dan een halfjaar wachten. De Centra voor Volwassenenonderwijs doen hard hun best om zo veel mogelijk lessen aan te bieden, maar voorlopig volstaat het nog niet.”
Opvangcrisis
Veel asielzoekers raken hierdoor gedemotiveerd. “Als ze zo lang moeten wachten, verliezen ze de moed”, vertelt Vanmechelen. “Dan komt er ook nog eens een onzekerheid bij doordat ze niet weten of ze wel in het land mogen blijven. Ze vragen zich dan af of het wel nuttig is om te gaan studeren. Ze zonderen zich af in groepen en spreken onderling hun eigen taal. We proberen ze sinds dit jaar toch aan het studeren te zetten. Door de opvangcrisis hadden we hier niet veel tijd voor, maar vanaf dit jaar hebben we hier een werkpunt van gemaakt.”