De ontdekker van Cristiano Ronaldo
Dat hij Standard kampioen maakte, herinnert u zich wellicht nog. Maar wist u ook dat Laszlo Bölöni de ontdekker is van Cristiano Ronaldo? Dat hij Christian Benteke een “luie krent” noemde? En dat hij zichzelf een idioot en slechte trainer noemt? Een portret van de nieuwe coach van Antwerp. Laszlo Bölöni wordt beschouwd als één van de betere voetballers uit de Roemeense geschiedenis. Hij won als middenvelder met Steaua Boekarest de Europacup I en telt 108 caps. Maar Antwerp haalt hem natuurlijk voor de adelbrieven die hij kan voorleggen als trainer: de Portugese dubbel met Sporting, de Belgische titel met Standard...
De gediplomeerde tandarts staat bekend als een trainer die regeert met ijzeren hand en zijn voorbereidingen zijn loodzwaar. “Als je met Bölöni gewerkt hebt, is nadien geen enkele trainer nog hard”, aldus exRouche Reginal Goreux. Bölöni is ook de man die ene Cristiano Ronaldo op zijn zestiende overhevelt naar de A-kern van Sporting Lissabon. Hij ziet hem spelen in een oefenduel van de junioren en heeft na twintig minuten genoeg gezien. Hij verkiest Ronaldo boven vedette Jardel. Jaren later is hij bij Standard de bedenker van twee-eenheid Defour-Witsel, want die laatste haalt hij van de flank naar het centrum.
In 2009 serveert hij met de Rouches - toen in handen van huidig Antwerps sportief directeur Luciano D’Onofrio - overrompelend voetbal. Het aanvallend combinatiespel is on-Belgisch en levert Bölöni in Luik het statuut van een heilige op. Wanneer Standard na testwedstrijden de titel verlengt, wordt hij verkozen tot Trainer van het Jaar.
Zijn tweede seizoen bij de Rouches verloopt een pak moeizamer. Zijn spelers accepteren zijn werkmethoden maar zolang de zaken goed gaan. “Hij verloor de greep op de groep. Onder meer door jongens als Jovanovic op een voetstuk te plaatsen”, aldus Goreux. Ook het afscheid tussen hem en het bestuur - lees: Luciano D’Onofrio - verloopt niet vlekkeloos. “Het einde bij Standard was inderdaad moeilijk”, zei Bölöni daar gisteren over. “Er waren veel stormen, zoals de schorsing voor Witsel en de zware blessure van Defour. We hebben op een bepaald moment beslist om uit elkaar te gaan, maar er zijn jaren overheen gegaan en het respect is gebleven.” Luciano D’Onofrio ging nog verder: “Ik moet bij Antwerp de dingen opnieuw opbouwen. Dat doe je best met iemand die je vertrouwt en respecteert.”
“Luie krent” Benteke
Saai zal het met hem niet snel worden. Bij Standard werd er eens zes maanden schorsing tegen hem geeist nadat hij na een verloren match dopingcontroleur hardhandig uit de kleedkamer zette. “Als u niet buiten gaat, sla ik u eruit.” Uiteindelijk wordt de Roemeen vrijgesproken omdat hij niet wist dat het om een dopingcontroleur ging. En wanneer hij in een wedstrijd tegen Club Brugge naar de tribune moet, voert hij een hele show op. Hij neemt plaats tussen de Brugse fans en hangt een blauw-zwarte sjaal rond de nek. Het is ook een coach die het conflict met zijn spelers opzoekt. Rode Duivel Christian Benteke zal hem zijn leven lang herinneren. Toen hij hem uit de ploeg zette, klonk het als volgt: “Dat hij zijn luie krent eens opheft.”
In een interview met L’Equipe liet hij ooit optekenen dat hij “een idioot, een slechte trainer, een slechte psycholoog en veel te streng” is. Daarmee wilde hij vooral duidelijk maken dat het hem niets kan schelen wat de mensen van hem denken: “Ik ben veel te arrogant om me bezig te houden met mijn imago.”
Jeugd moet plaats kennen
Antwerp kondigde aan dat het veel aandacht wil besteden aan de eigen jeugd, maar Bölöni heeft zijn eigen ideeën over hoe je moet omgaan met jeugdspelers. Bij Standard mochten de jongeren in zijn kern op trainingsdagen de kleedkamer niet delen met de rest van de A-kern. Zij moesten zich omkleden bij de jeugd voor ze met de rest van de ploeg het veld op mochten. “Dat is mijn manier om ze duidelijk te maken dat ze nog een flinke weg te gaan hebben.” Hij is van mening dat iemand minstens honderd wedstrijden in eerste klasse moet gespeeld hebben voor hij zich een volwaardig profvoetballer mag noemen.