“Stratencircuits brengen beste piloten naar boven”
“In Bakoe rijdt de F1 opnieuw op een stratencircuit, en dat is toch altijd een beetje speciaal. Dikwijls zie je dat een kleiner team dat normaal geen rol van betekenis speelt, ineens wél meekan.” “Stratencircuits zijn gewoon moeilijker. De limiet is geen zandbak, kerbstone of grasstrook, maar een muur die dicht bij de piste staat. Dat maakt de baan minder vergevingsgezind: elke fout wordt meteen afgestraft. Als je op een gewoon circuit even wat te breed gaat, komt dat niet eens op tv. Maar op een stratencircuit ga je al gauw de muur in. Er zijn geen uitloopzones, de meeste bochten zijn blind en het zicht is beperkt. Zeker in een formule-auto zit je als piloot zó laag, dat het heel moeilijk is om referentiepunten te zien.” “Bovendien hebben conventionele circuits speciaal race-asfalt, maar stratencircuits niet. Daar ligt gewone tarmac, waarop witte lijnen geverfd zijn en waarop vrachtwagens en bussen olie verliezen. Zeker bij regen wordt het daardoor heel glad. Ik heb het verschil goed gevoeld in Le Mans. Het permanente gedeelte van het circuit had in de regen nog redelijk wat grip, maar het openbare gedeelte op Hunaudières helemaal niet. Bovendien hadden de vrachtwagens daar voor spoorvorming gezorgd. Daar bleef water in staan en als je niet oplette, crashte je gewoon op het rechte stuk.”
“In Boekarest heb ik ook eens geracet rond het paleis van Ceausescu. In de afdaling ging de auto daar altijd in een drift. Je moest er helemaal anders rijden en je kreeg er andere auto’s vooraan.
Auto’s die geperfectioneerd zijn voor normale omstandigheden, hebben vaak meer te lijden op een stratencircuit. Dat levert soms rare races op.”
“Al die dingen samen maken dat op stratencircuits de piloten zwaarder doorwegen dan de auto. Het talent van Ayrton Senna of een Fernando Alonso komt er nog meer uit de verf. Vooral de kwalificaties zijn leuk, omdat je kan zien hoe ze op de limiet zitten tussen die muren. De kwalificaties zijn immers superbelangrijk, omdat je op de meeste smalle stratencircuits niet kan inhalen. Dat maakt de wedstrijden wel wat saaier. Behalve als het regent, zoals die memorabele Monaco-race van Senna met de Toleman.” “Bakoe heeft ook een bochtig, technisch gedeelte, maar wel een rechte lijn van twee kilometer. Maar zelfs dan kan je niet uitsluiten dat andere teams naar voren schuiven. Zo reed Max Verstappen gisteren twee keer de snelste tijd in de vrije trainingen.”