“Ver reizen? De wereld ligt aan je voordeur”
Sjiek Summer praat negen weken lang met drukbezette Limburgse vrouwen die je door hun job misschien wel kent van naam, maar niet als mens. Hoe houden zij het hoofd koel tussen werk en warmte? En gaat de laptop mee naar het zomerse zuiden of is er in hun koffer alleen plaats voor zonnecrème, bikini en boeken? Deze week: Anniek Gavriilakis (38) uit Hasselt, directeur van Bond zonder Naam. Hoewel Bond zonder Naam al meer dan vijftig jaar bestaat en vooral bekend is omwille van de maandelijkse spreuk, weet niet iedereen waar de organisatie voor staat of wat ze doet. Toch kan directeur Anniek Gavriilakis het in een paar zinnen uitleggen: “Samen met 27 collega’s, 1.000 vrijwilligers en 200.000 gezinnen die ons steunen, geven wij een signaal van hoop en warme menselijkheid in een wereld die verhardt, verzuurt en verkilt. Wij willen laten zien dat het ook anders kan. Zo simpel is het eigenlijk. Onze focus ligt vooral op de meest kwetsbaren in de samenleving. Denk aan vluchtelingen, mensen in armoede, daklozen, gevangenen, eenzamen… Als brede burgerbeweging kunnen we dankzij de donaties van onze achterban, onze vrijwilligers en vooral de gewone mensen in hun eigen omgeving, het verschil maken door er voor elkaar te zijn. Bijvoorbeeld door met iemand te schrijven in de gevangenis en waarbij wij als BZN coachen bij de briefwisseling. Of door een nieuwkomer te helpen bij zijn of haar inburgering, te oefenen met Nederlands, te tonen waar de bibliotheek is, waar zijn kind zich kan inschrijven voor de voetbal… Er is heel veel mogelijk.”
Afstand nemen
Dat anderen willen helpen, is Anniek met de paplepel meegegeven. Ze komt uit een heel geëngageerd gezin waarbij haar ouders zich ook vrijwillig inzetten en betrokken waren bij lokale verenigingen. Toch zit er ook een limiet aan dat belangeloos geven, weet ze nu. “Wat ik bij BZN heb geleerd, is dat je niet kan blíjven geven en ook rekening moet houden met je eigen behoeften. Dat doe ik door te verstillen en aan zelfreflectie te doen. Het is heel belangrijk dat geven en aan jezelf denken in evenwicht zijn. Dat lukt nu al beter dan vroeger, al ben ik er nog lang niet.” (lacht)
Dat kan ook niet anders, als je werk en dat van je collega’s nooit af is. En je je team tegen een te hoge werkdruk wilt beschermen. Vooral als de organisatie waarvoor je werkt, puur draait op geld van donateurs, met amper subsidies van de overheid. “Dat maakt
Anniek Gavriilakis je superverantwoordelijk, want je wil met het geld van de mensen altijd het juiste doen. Soms heb ik stress, ja. Daarom zoek ik graag de stilte op. Maar daar heb ik niet per se vakantie voor nodig. Het concept vakantie is voor mij vooral tijd nemen om na te denken over wat ik aan het doen ben en welke richting ik uit wil. Daarvoor neem ik dan letterlijk afstand. Dat hoeft niet ver te zijn. Een stille plek ergens in de buurt volstaat. Bovendien krijg je de beste creatieve ideeën niet op vergaderingen of aan je computer, maar meestal in een andere omgeving én als er afstand is.”
Vakantiemomenten
Anniek heeft bewust geen verre reizen gepland dit jaar. Ze maakt deze zomer graag tijd vrij voor eenvoudige uitstappen die bovendien niet eens ver weg hoeven te zijn. Anniek: “Gewoon met de kinderen de zeelucht opsnuiven, gaan kamperen in de druppeltenten in Borgloon, dichtbij de natuur zijn… Ik vind bovendien dat je kan kiezen om elke dag een aantal vakantiemomenten te hebben. Gewoon in je hoofd, zonder dat je ergens naartoe moet. Ik doe dat zelf door bijvoorbeeld even heel bewust te stoppen met naar mijn computerscherm te kijken, mijn ogen dicht te doen en op mijn ademhaling te letten. Dat is één manier van even op vakantie zijn. Een andere manier is het moment pakken als het er is. Als iemand je vraagt om even een wandeling te maken, heb je de keuze om nee te zeggen omdat je nog zoveel dingen moet doen, óf je kiest ervoor om tóch mee te gaan en daarvan te genieten. Ook dat is vakantie. Wachten op het grote vakantiemoment, daar geloof ik niet in. Vakantie maak je op dagelijkse basis in je hoofd. Dat is voor mij vakantiegevoel, en ik moet daar niet eens per se voor weg. Of naar de andere kant van de wereld. Ik zie veel mensen maar doorhollen in de ratrace. Het is alsof wij heel hard werken om veel geld te verdienen en dat op willen maken in vrije tijd die we dan niet hebben.”
Confettiland
Misschien zit die manier van tegen vakantie aankijken wel voor een deel in haar genen. Annieks vader is Grieks en in de Griekse cultuur wordt veel meer in het moment dan in de toekomst geleefd. Al vindt ze wel dat ze zelf wat minder zou moeten plannen en wat meer zou mogen genieten. Ze is in elk geval elk jaar minstens één keer in Griekenland te vinden. Anniek: “Wat dat met me doet? Ik ervaar graag hoe het daar ruikt, smaakt, voelt… Ook al is het niet mijn thuis, het is wel de bakermat van mijn familie, een stuk van wie ik ben. En het is er natuurlijk heerlijk met zoveel mogelijkheden op het vlak van natuur, cultuur, geschiedenis, steden, de zee… Mijn kinderen noemen het confettiland, door de meer dan duizend eilandjes die er als stipjes op een kaart uitzien.” (lacht) Dat Anniek door haar werk met zoveel verschillende culturen in aanraking komt, betekent trouwens niet dat ze ook effectief meer landen zou willen bezoeken. En vaker zou willen reizen. Anniek: “Omdat onze samenleving zo divers is geworden, kan je elke dag mensen van over heel de wereld ontmoeten. Sterker nog, de wereld ligt aan je voordeur. Je hoeft alleen maar open te doen. Begin gewoon met iemand te praten en je zit in Rwanda. Of in Syrië, of in Afghanistan. Ik begrijp dat sommige mensen bang zijn voor andere culturen. Je mag ook bang zijn voor het onbekende, maar ga je daardoor je leven laten leiden óf sta je open voor wat er zou kunnen gebeuren? Kies voor het laatste, want de kans is heel erg groot dat je positief verrast zal zijn.”
Vakantie zit ook gewoon in je hoofd, zonder dat je ergens naartoe moet. Wachten op het grote vakantiemoment, daar geloof ik niet in