Het Westelijk front verzuipt
Dag op dag 100 jaar geleden begint de slag om Passendale
De langverwachte Derde Slag om Ieper start voor dag en dauw, exact 100 jaar geleden. Negen pelotons gaan in de aanval, in een poging de heuvelruggen rond Ieper te veroveren. Er is in de voorbereiding geblunderd, er zijn tactische fouten gemaakt, dramatische misrekeningen gebeurd. Maar het is het weer dat de genadeslag zal zijn voor het offensief van opperbevelhebber Douglas Haig, en dat Passendale voor eeuwig verbindt met het woord ‘hel’. Op 30 juli heeft opperbevelhebber Douglas Haig samen met generaal Gough het beginuur voor het grote offensief vastgelegd op 3.50 uur, 31 juli. Een dag eerder heeft hij de bevestiging gekregen dat de Britse artillerie de Duitse heeft afgetroefd. De enige strikte voorwaarde die hij gesteld heeft om het offensief te laten beginnen. De periode van de aanval heeft Haig mee laten bepalen door meteorologen. Die hebben op de voorbije jaarmetingen in de Westhoek eind juli en begin augustus aangekruist als de meest standvastige. 1917 is echter een bizar weerjaar. Met sneeuw tot laat in april, vrieskou langer dan normaal. En veel onstuimige regenbuien die afgewisseld worden met hete, droge periodes.
Lek geschoten
Die ochtend is het nog pikdonker als fluitjes de aanval inluiden. De eerste signalen zijn goed. De Fransen rukken in het noorden met weinig verliezen op. Ze raken zelfs verder dan het plan is. Ook generaal Gough schiet aanvankelijk goed op in het centrum van de aanval. Maar aan de Steenbeek loopt het fout. Er is amper nog dekking te vinden. Het land is er door de massale bombardementen letterlijk lek geschoten, waardoor de mannen tot aan de enkels wegzinken in de modder. Het offensief valt stil op een kilometer van het beoogde doel. Een Duitse tegenaanval in de namiddag drijft de Britten deels terug. “Zijn frontlijn was bijna door onze bombardementen uitgewischt, maar groote aantallen Duitschers lagen in de granaatholen, vele met machinegeweren gewapend”, schrijft de correspondent van Reuters. Overal zitten mitrailleurnesten verstopt die de bommen overleefd hebben. De informatie over de superioriteit van de Britse artillerie waardoor er groen licht kwam voor de aanval, klopt niet.
Tactische blunder
Aan de heuvelrug van WijtschateMesen woedt dan nog steeds een fel offensief, gestart op 7 juni. Er is op deze tactisch belangrijke plek, op enkele kilometers van Ieper, een bres geslagen in de Duitse verdedigingslinies. Op 14 juni wordt met een slotoffensief Wijtschate ingenomen. Tot grote verbazing van de Duitsers valt het offensief stil. Generaal Plumer, die de aanval op Wijtschate leidt, vraagt aan Haig om verder door te stoten nu er chaos heerst in de Duitse rangen. Haig weigert. Op advies van generaal Gough die hij maanden eerder al gevraagd heeft om zijn Offensief Vlaanderen te leiden. Haig en Gough kiezen voor een brede, frontale aanval in juli.
Het uitstel heeft tot versterking geleid bij de vijand. Door die tactische blunder zit de Noordelijke Operatie op dag één al muurvast. De strijd is ook feller en wreder dan gedacht. Al maalt Haig daar niet echt om. Ook niet om de burgerslachtoffers die vallen bij bombardementen. Of om het gebruik van gifgas dat de Britten nu ook massaal inzetten.
Tanks
Haig rekent op meer dan 200 tanks verdeeld over drie divisies, om de infanterie te steunen en om door te stoten eens de heuvelruggen zijn veroverd. Het is de eerste keer dat het “modern” wapentuig op echt grote schaal wordt ingezet. Het is een concept dat meer lijkt op een bunker op rupsbanden dan een echte tank. Die eerste dag al wordt de helft van de tanks uitgeschakeld of lopen ze vast in de zuigende modder en worden ze verlaten. Nog voor ze echt nuttig kunnen zijn.
De negen aanvallende pelotons hebben die dag de frontlinie op zijn best 2,5 kilometer verlegd. Minder dan de helft van de