En de oceaan is?
Bibliofiel Marcel Grauls tipt elke week een boek waar u slimmer van wordt. Miriam Rasch, Zwemmen in de oceaan, Berichten uit een postdigitale wereld, uitg. De Bezige Bij, 2017, 240 blz., 19,99 euro; e-boek: 12,99 euro.
XDe netwerkcultuur. Onderzoeker-docent Miriam Rasch werkt op het Instituut voor Netwerkcultuur van de Hogeschool van Amsterdam en heeft wel enige branie: “Deze essays willen een filosofisch tegenwicht bieden aan het menselijk–industrieel complex van Silicon Valley, waarin we allemaal meedraaien als vlees in een gehaktmolen à drie en een halve euro de kilo”, schrijft ze in de inleiding. Haar boek begint met de tekst van de ‘Algemene Voorwaarden’ die programma’s en websites ons ter goedkeuring onder de neus schuiven; die geen mens leest, die iedereen werktuiglijk goedkeurt. Ze wil daarmee onderstrepen dat we de technologie te klakkeloos accepteren, er nooit bij stilstaan. We verweren ons niet tegen de verslaving. Rasch: “Het vanzelfsprekende bevragen, dat is mijn filosofische inslag.”
Postdigitaal?
Post? Hebben we iets achter de rug? Rasch: “We gebruiken de technologie niet, we ‘leven’ de technologie – dat is wat een ‘postdigitale’ wereld behelst.” De grens tussen online en offline wordt met de dag onduidelijker. Bestaat offline nog wel? De droom van een open internet is door een paar bedrijven gekaapt. We voelen dat het algemene onbehagen in deze wereld met die digitalisering te maken heeft. Politiek bedrijven met behulp van twitter, ‘fake news’ produceren of aanklagen, de dieper wordende kloof tussen arm en rijk, het succes van het populisme… heeft alle ellende haar wortels in de digitalisering? Non-fictieboeken over de moeilijk te spijkeren digitale ontwikkelingen zijn een genre geworden. Wouter van Noort: ‘Is daar iemand? Hoe de smartphone ons leven beheerst’; Adam Alter: ‘SUPERverslavend. Waarom smartphones, apps en social media zo verslavend zijn en wat je eraan kunt doen’; Manfred Spitzer: ‘Digiziek. Pleidooi voor een offlineleven’ … een boekenplank vol.
Wat maakt Rasch bijzonder?
Ze grijpt twaalf onderwerpen en schrijft daar telkens een essay van ongeveer twintig bladzijden over. Fris en vrolijk, met ‘een eigentijds soort hevigheid’. Transparantie en privacy zijn een onderwerp: “Een mens is niet eens voor zichzelf doorzichtig.” Hebben we meer discipline nodig om ons in deze internetoceaan te bewegen? Kan het fysieke archief op de vuilnisbelt? De computer houdt toch alles bij. Op het woord ‘essay’ zit sleet, maar Rasch sluit nauw aan bij Montaigne, de uitvinder van het genre. In mei van dit jaar zei ze op de uitreiking van de Jan Hanlo Essayprijs - die ze zelf in 2015 won - “Kan het een toeval zijn dat op dit ogenblik een genre in de lift zit waarin je persoonlijk mag zijn, en grappig, het niet allemaal hoeft te weten, waarin je een eigen wereld kunt opbouwen?” En: ”In een essay kun je jezelf tegenspreken, anderen aan het woord laten, ongerijmde overgangen maken, en eindigen zonder antwoord te geven, in onzekerheid.”
Eigen ervaringen
Dit ligt Rasch perfect. Ze vertrekt vaak van eigen ervaringen (“Ik ben door twee hippies opgevoed, dus zonder discipline”), hangt dan als een hangjongere rond haar onderwerp, zoekt uit wie hierover iets zinnigs heeft gezegd, vertelt wat ze daarvan denkt en trekt naar het volgende pleintje. Op zoek naar inzicht en mogelijkheid tot verweer, verzet. Een artikel over het toeval begint met een rit van Graz naar Wenen waarbij de chauffeur met 160 kilometer per uur onder het dashboard - ‘bij mijn voeten’ - op zoek is naar een haperende internetaansluiting. Het archiefstuk heeft als eerste woorden: “In de inloopkast die mijn slaapkamer is…” (Daar staan de schoenendozen waarin ze van alles en nog wat bewaart.) Hoofdstuk 8 handelt over ‘de grijze media’: de spreadsheets en de PowerPoints die het denken geruisloos beinvloeden. Ononderbroken put ze haar illustraties ook uit de literatuur, van Dostojevski en Proust tot Dave Eggers met ‘De cirkel’, dezer dagen in de bioscoop met Emma Watson en Tom Hanks. Van veraf bekeken een postmodern warrig boek, van dichtbij, per essay, barst het van de ideeen, invalshoeken en doorverwijzingen. Dat maakt Rasch bijzonder.