Sint-Truiden voert forse strijd tegen drugs in de fruitstreek
Sint-Truiden: stad van het bloesemtoerisme, stad van het fruit en … stad met een knoert van een heroïneprobleem. De gemeente kampt al “van oudsher” met een opvallend groot aantal heroïneverslaafden, die op hun beurt drugsdealers- en -runners naar Zuid-Limburg lokken. Begin deze week nog rolde de politie een Nederlandse bende op die helemaal vanuit Rotterdam minderjarige drugsrunners naar Sint-Truiden stuurde. Per dag verpatste de bende tot wel 4.000 euro aan cocaïne en heroïne in de fruitstreek. Het landelijke Sint-Truiden mag dan maar 40.000 inwoners tellen, het lokale drugscircuit kan zich meten met dat van een grootstad. Dodelijke slachtoffers na een overdosis zijn in de bloesemgemeente al lang geen uitzondering meer en met de regelmaat van de klok klist de politie er drugsrunners, -dealers en -gebruikers. In 2016 noteerde de lokale recherche in de zone Sint-Truiden/Gingelom/Nieuwerken maar liefst 326 drugsfeiten, een stijging met net geen twintig procent ten opzichte van 2015. De arm der wet deed wat hij kon, maar het was jarenlang dweilen met de kraan open. Voor elke
dealer die werd opgepakt, kwam er een andere in de plaats. Vaak van over de grens, uit Nederland.
30 euro per gram
Met heroïne – goed voor een straatwaarde van zo’n 30 euro per gram – valt immers grof geld te verdienen. Zeker in Sint-Truiden, dat meer dan honderd gekende heroïneverslaafden telt. Het werkelijke aantal ligt vermoedelijk nog een pak hoger. Haast allemaal kwamen ze de afgelopen jaren in contact met politie of gerecht. Een verslaving onderhouden is een kostelijke affaire, die na verloop van tijd vaak enkel nog met (kruimel)diefstallen kan worden bekostigd. “Het gaat dan veelal om kleinere criminele feiten zoals fietsdiefstallen”, weet korpschef Steve Provost, die sinds januari 2014 aan het hoofd staat van de politiezone Sint-Truiden/ Gingelom/Nieuwerkerken. “Toen ik hier begon, was ook ik verbaasd door de drugsproblematiek in de streek. Een duidelijke verklaring waarom uitgerekend deze regio zo veel heroïneverslaafden telt, is er bij mijn weten niet.”
Middenklasse
Volgens Marcel Vanhex, voormalig directeur van de Limburgse Centra voor Alcohol en andere Drugsproblemen (CAD), is het drugsprobleem in Limburg eind jaren 70, begin jaren 80 ontstaan. Niet in marginale milieus, maar in de middenklasse: bij rebellerende zonen van dokters, advocaten en middenstanders. “Waarom net Sint-Truiden vandaag nog zo’n actieve drugsscene kent, weten we eigenlijk niet”, geeft huidig CADdirecteur Geert Vanham toe. De cijfers spreken boekdelen. Liefst 28 procent van de mensen die in Sint-Truiden door het CAD worden begeleid, zijn verslaafd aan opiaten (heroïne, morfine,…). Ter vergelijking: het gemiddelde in Limburg bedraagt 16 procent. Zelfs in Hasselt ligt het aandeel heroïneverslaafden met 26 procent lager dan in SintTruiden. “We weten dat drugsproblemen samenhangen met andere maatschappelijke fenomenen zoals armoede en psychische kwetsbaarheid”, zegt Vanham. “Ook in de Limburgse mijngemeenten zien we bijvoorbeeld meer heroïneverslaafden.”
Kleine garnalen
Begin dit jaar sloeg korpschef Provost nog alarm omwille van de stroeve samenwerking met de Nederlandse politie in de strijd tegen drugs. “We vangen wel de kleine
Geert VANHAM Centrum voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (CAD) garnalen, maar de kopstukken – vaak afkomstig uit Nederland – blijven buiten schot”, klonk het toen. Vandaag, een paar dagen nadat met hulp van de Nederlandse politie een Rotterdamse drugsbende werd opgerold, klinkt de korpschef optimistischer. “In het verleden was de aanpak van Nederlandse drugsbendes die hier actief waren geen prioriteit voor onze noorderburen, maar daar is verandering in gekomen. Met succes, want dankzij onze samenwerking hebben we nu een flinke klap uitgedeeld. Drie Nederlandse kopstukken zijn ingerekend.” Toch maakt Provost zich weinig illusies: het Truiense drugsprobleem is hiermee niet van tafel. “Een verslaafde zal nu niet plots stoppen met gebruiken. Maar we merken wel dat het aanbod in de stad na zo’n succesvolle actie een tijdje minder groot is. Dealers houden zich koest of blijven weg, waardoor gebruikers moeten uitwijken naar steden zoals Maastricht om aan hun waar te geraken.”
Overlast
Niettemin blijft de strijd tegen illegale drugs een absolute prioriteit voor de politiezone Sint-Truiden/ Gingelom/Nieuwerken. “De overlast die de drugsproblematiek met zich meebrengt, is de laatste tijd afgenomen. Maar we blijven inzetten op controles. Zo plukt onze recherche regelmatig verdachte voertuigen uit het verkeer waarvan we vermoeden dat er drugsdealers inzitten. Daarnaast is er ook een belangrijke preventief luik, waarvoor we onder meer samenwerken met het CAD, het Centrum voor Verslaafdenzorg Katarsis en het parket.”
In 2016 werd in Sint-Truiden bovendien het LIM-project opgestart, een uniek proefproject dat druggebruikers niet meteen bestraft, maar hen de kans geeft om professionele hulp te zoeken. “Zo vermijd je een verdere escalatie van het gebruik”, zegt Vanham.
Drugsproblemen hangen samen met andere maatschappelijke fenomenen zoals armoede. Zo zien we ook in de Limburgse mijngemeenten meer heroïneverslaafden
Afkicken met methadon
Het CAD begeleidt vandaag 52 Truiense heroïneverslaafden. “Naast psychologische en maatschappelijke ondersteuning krijgen zij methadon, een substituut voor heroïne dat geen roes opwekt, maar wel de lichamelijke afkickverschijnselen onderdrukt. Het geeft de verslaafde een zekere rust zodat hij of zij opnieuw kan investeren in werk, gezondheid en een thuis.”
Om ook de jeugd te bereiken zet de stad daarnaast zwaar in op preventie in scholen. “Drugs helemaal uit de samenleving bannen zal waarschijnlijk nooit lukken, maar de laatste jaren hebben we duidelijk vooruitgang geboekt”, zegt burgemeester Veerle Heeren (CD&V). Een van de meest zichtbare wapenfeiten is de installatie van camera’s op bekende overlastplekken. “De aanwezigheid van dealers en gebruikers op bepaalde plaatsen creëerde bij de bevolking soms een onveiligheidsgevoel. Tegen het einde van dit jaar moet ons netwerk van 42 slimme camera’s zijn uitgerold.”