Murphy ergerde zich aan het brede gebruik van zijn wet
Ook Edward Aloysius Murphy jr. was vorige donderdag weer van de partij. Op bladzijde 4, in het verhaal van de fout gelopen oogoperaties in het UZ Leuven. “Ofwel is dit de wet van Murphy, ofwel is er iets fout gegaan met een product dat gebruikt werd tijdens de operaties”, zei een arts. Een vreemde uitspraak omdat in de twee gevallen de wet van Murphy zou kunnen gewerkt hebben. Majoor Ed Murphy (1918-1990) was een luchtmachtingenieur die eind jaren veertig betrokken was bij experimenten die moesten aantonen hoeveel versnelling het menselijke lichaam verdraagt. Testpiloot op een memorabele dag in 1948 was majoor dr. John Paul Stapp. Bij een van die testen was het resultaat nul. Iemand had de sensoren achterstevoren aangebracht. Testleider Murphy was spinnijdig: “Als er een manier is om het fout te doen, dan doen ze dat ook”, zei hij. Op een persconferentie achteraf verklaarde Stapp – iets minzamer - dat er weinig fout liep omdat de wet van Murphy werd gevolgd: alles wat fout kon gaan, moest gewoon worden afgecheckt.
In de VS werd de wet populair in de jaren zeventig, in Europa tien jaar later. Murphy zelf vond de honderden varianten ‘belachelijk, ergerlijk en onjuist’, zei zijn zoon later. Een vroege vindplaats in Het Belang van Limburg is 28 oktober 1989 waar sportjournalist Rik de Saedeleer zegt: “Ik heb last van de wet van Murphy. Die wet zegt dat wanneer op één zender een goed programma loopt, minstens twee andere stations ook een degelijk programma uitzenden.” Zo ging de oerbetekenis helemaal de hort op. De wet geldt zelfs als er helemaal niets fout is.