Rutte III
Terwijl premier Charles Michel vandaag in de Kamer zijn state of the union ten gehore brengt, rondt zijn Nederlandse collega Mark Rutte het nieuwe regeerakkoord voor zijn centrumrechtse kabinet af. Het komt er, als de vier betrokken fracties instemmen, na een formatie van 208 dagen. Die kwam er op haar beurt nadat de kiezer in maart de kaarten op een bijzonder complexe manier door elkaar geschud had. Weliswaar schrokken de Nederlanders er toen voor terug om Geert Wilders de voorspelde grote doorbraak te gunnen. Voor het overige maakten ze het er echter alleen maar moeilijker op.
Gevolg daarvan waren moeizame onderhandelingen tussen partijen die niet de meest voor de hand liggende regeringspartners zijn. Wie eind vorige eeuw een toekomstig samengaan van links-liberalen en reformatorische conservatieven had voorspeld was zonder twijfel weggehoond. Maar nu zitten ze dus in één kabinet, D66 en ChristenUnie, onder de leiding van de altijd even pragmatische Mark Rutte. Lodewijk Asscher van de aangeslagen Partij van de Arbeid, de scheidende coalitiegenoot van de VVD, suggereerde zaterdag op het congres van zijn partij een vroom motto voor de nieuwe ploeg: ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’. Dat is het niet geworden. Gisteren werd bekend dat het regeerakkoord (ook weer na lang beraad) de ruttiaanse titel ’Vertrouwen in de toekomst’ meekrijgt.
De vraag is waar dat vertrouwen in het geval van het aanstaande kabinet op gebouwd is. De valkuilen die de nieuwe formatie moet vermijden zijn talrijk. Met 76 zetels in de Tweede Kamer heeft deze coalitie-zonder-alternatief de kleinst mogelijke meerderheid. Er moet dus maar één Kamerlid moeilijk doen om Rutte III in de problemen te brengen.
Tijdens de formatie bleek al dat de partijen elkaar angstvallig in de gaten houden. Wat er over het regeerakkoord uitlekte, zag er soms bizar uit, zoals toegevingen aan het nieuwe conservatieve profiel van het CDA met zaken als het verplichte Wilhelmus op school. Rutte III laat alle partners met een stokpaardje pronken. De VVD krijgt lagere lasten voor de middengroepen, D66 een experiment met wietteelt, de ChristenUnie een pooierverbod.
Er is ook al kritiek in eigen rangen. Vanuit de VVD vooral op de ‘aflosboete’, de belasting voor huiseigenaren die hun hypotheek al hadden afbetaald. De geplande verhoging van de btw van 6 naar 9 procent zorgt dan weer voor ongerustheid bij de middenstand in de grensstreek. Waarmee we ook weer bijna in eigen land beland zijn.
Wie eind vorige eeuw een samengaan van links-liberalen en reformatorische conservatieven had voorspeld, was zonder twijfel weggehoond. Maar nu zitten ze dus in één kabinet