Waarheen met 1.000 dieren?
Rest de vraag: wat moet er met het duizendtal dieren uit de Olmense Zoo gebeuren? Volgens Sil Janssen van het Natuurhulpcentrum zijn er verschillende scenario’s.
“De eigenaar kan zelf een aantal dieren verkopen aan andere dierentuinen”, zegt Sil Janssen. “Dat zijn dan vooral de heel jonge of zeldzame exemplaren. Aangezien er meestal snel financiële problemen opduiken bij een dierentuin die zonder inkomsten valt, wordt de rest van de dieren in beslag genomen. Een deel gaat alsnog gratis naar een andere zoo, de ‘derderangsdieren’ gaan naar opvangcentra in binnen- en buitenland.” Het kan dus dat ook het Natuurhulpcentrum in Opglabbeek dieren uit Olmen zal opvangen, al heeft Janssen bewust nooit samengewerkt met de Olmense Zoo. “Er worden bijvoorbeeld te veel tijgers met de papfles grootgebracht. Voor de bezoekers leuk om te zien, maar wel verontrustend. Zo kweek je halftamme dieren.” De Olmense Zoo is vooral bekend om haar grote katten en enorme vogelverzameling. Het gaat om zeldzame soorten, zoals de fossa, de nevelpanter en witte en gouden tijgers. Die laatste zijn in de dierentuinwereld erg gecontesteerd, maar trekken een groot publiek. Het gaat om dieren met een pigmentafwijking die om te kweken waardeloos zijn, maar commercieel zeker niet. Verder wonen in de zoo onder andere Afrikaanse olifanten, chimpansees en springbokken.