De opmars van het buikgevoel
Elke week zoekt taalliefhebber Marcel Grauls naar de herkomst van een woord uit de actualiteit.
Vroeger zei je: ‘Ik ga op mijn gevoel af’, ‘Naar mijn gevoel’ of ‘Ik doe dit instinctief’. Vandaag is alles ‘buikgevoel’, het staat bijna dagelijks in de krant: ‘Vanuit mijn buikgevoel.’ Het Engelse ‘gut feeling’ zie je zo zitten, en dat staat zelf ook al in Van Dale. ‘Gut’ betekent letterlijk ingewanden, darmkanaal, verwant met het Nederlandse ‘goot’, ook een kanaal. Zelfs ’guts’ staat in Van Dale: “Hij had niet de guts om nog te reageren”, niet het lef. In Het Belang van Limburg is het ‘buikgevoel’ betrekkelijk jong. In november 1999 zei de Nederlandse schrijfster Elle Eggels, wonend in Voeren, “Het klinkt vreemd maar spirituele vooruitgang heb ik vooral gemaakt door vanuit mijn buikgevoel te reageren.” Hoewel in Nederland het meest gangbare woord nog lager zit: ‘onderbuikgevoel’. “Je onderbuikgevoel wijst je de weg”, zegt de Nederlandse horoscooprubriek. Strikt genomen zijn de ‘guts’ weliswaar ‘dat deel van de buik dat onder de navel ligt’, maar toch. ‘Buikgevoel’ komt in Nederlandse media slechts sporadisch voor, als een Vlaming aan het woord is bijvoorbeeld. In Vlaanderen is het net omgekeerd: onderbuikgevoelens? Een Nederlander spreekt of schrijft. Voor Vlamingen blijven alleen de lage gevoelens laag zitten. Voor ‘lagere sentimenten, zoals afgunst en wrok’. Eerste vindplaats in deze krant op 7 februari 2003 in verband met het antisemitisme van de Russische monnik Raspoetin: “Een stoet pamfletten van twijfelachtige signatuur ondersteunt dit onderbuikgevoel.” Helemaal correct. Praktisch toch, dat onderscheid.