Plannen voor moderne zinkmijn bij Voerstreek
Aanvraag voor exploratievergunning stuit op protest in Plombières
Indien er genoeg reserves zijn voor een haalbare uitbating, zullen we kijken of we een mijn kunnen installeren zonder impact op de bewoning en het toerisme Geert TRAPPENIERS Ceo WalZinc
PLOMBIÈRES - Het Belgische bedrijf WalZinc heeft een vergunning aangevraagd voor de exploratie van delfstoffen in de Luikse gemeente Plombières (Blieberg) bij Voeren. Het bedrijf wil zoeken naar zink, lood, zilver en goud, maar ook naar metalen als germanium en indium die verwerkt zijn in zonnepanelen en lcd-schermen. Het onderzoek zou vijf jaar in beslag nemen en 7 miljoen euro kosten. De plaatselijke bevolking is er niet gerust in.
De ondergrond van het stukje Oost-België tussen de Voerstreek en het drielandenpunt in Vaals, is rijk aan metalen. Al in de middeleeuwen werd er aan mijnbouw gedaan. In de 19de eeuw werd België zelfs een van de belangrijkste zinkverwerkende landen ter wereld, met ook fabrieken in NoordLimburg en het Maasland. Het erts kwam van de rijke aders in Bleyberg (nu Plombières), Moresnet (Altenberg, het latere Vieille Montagne) en Kelmis (La Calamine). Er waren destijds tientallen kleine mijnen, boven- en ondergrondse. In 1935 kwam er een einde aan de mijnbouw in het gebied, maar twee belangrijke concessies zijn nog altijd niet opgeheven: Bleyberg is in handen van de Franse staat en Umicore heeft de concessie van Vieille Montagne.
Protest
De nieuwe speler WalZinc wil nu onderzoeken of de ondergrond nog genoeg potentieel heeft om er een moderne mijnactiviteit op te starten. “Er zitten nog voorraden in de grond en een deel van de streek is nog nooit onderzocht”, zegt geoloog Geert Trappeniers, ceo van Walzinc. “Indien er genoeg reserves zijn voor een haalbare uitbating, zullen we kijken of we een mijn kunnen installeren zonder impact op de bewoning en het toerisme. Er is nu redelijk veel protest en dat kan ik begrijpen.” De nieuwe zinkmijn zou ten vroegste over negen jaar opstarten en 250 tot 300 jobs opleveren. Geert Trappeniers studeerde geologie aan de KU Leuven en is wereldwijd actief geweest in de mijnbouw. Sinds 2004 heeft hij zijn eigen studiebureau. WalZinc heeft hij dit jaar opgericht samen met Noël Masson, de vroegere CEO van Union Minière en Vieille Montagne. In Portugal zijn ze al begonnen met een exploratie voor een zinkmijn.
Ondergronds
Er loopt nog tot eind oktober een openbaar onderzoek in Plombières. Op een eerste infovergadering daagde een 300-tal mensen op. De bewoners vrezen vooral een waardedaling van hun gronden en huizen. Ze zijn ook bezorgd over de stofhinder, de vervuiling met zware metalen en de komst van buitenlandse mijnwerkers.
Ook de toeristische dienst van Nederlands-Limburg heeft een bezwaarschrift ingediend omdat ze negatieve gevolgen verwachten voor het toerisme. Vanuit de toeristische sector is ook een petitie opgesteld.
“Ik begrijp die ongerustheid en we gaan dat op een rustige manier proberen uit te leggen”, zegt Trappeniers. “Het zal nooit een open mijn worden. Wij denken aan een ondergrondse winning met een ondergrondse verbinding naar een verwerkingsfabriek. Alleen de afgewerkte producten zullen bovengronds per trein getransporteerd worden. We streven naar een moderne mijn die de grondstoffen op een respectvolle manier uitbaat. Nu moeten bedrijven als Nyrstar grondstoffen uit pakweg Columbia invoeren, terwijl de ertsen in hun achtertuin aanwezig zijn.”
Hernieuwbare energie
Volgens Trappeniers steunt de Europese Unie het onderzoek naar de winning van Europese delfstoffen om een beetje onafhankelijker te worden van China, India en Australië. Zo verwacht hij in de ondergrond van Plombières metalen te vinden die toepassingen kennen in de productie van hernieuwbare energie, batterijen of beeldschermen. “Het gaat om metalen als gallium, germanium of indium die we uit China en Australië importeren. Er zijn aanwijzingen in historische rapporten dat deze metalen in de ondergrond van Plombières zitten. Maar zekerheid hebben we niet en daarom willen we dat eerst onderzoeken.”