“May smeekte om akkoord”
Opnieuw vervelend lek over gesprek May-Juncker
Volgens de Duitse krant Frankfurter Algemeine van dit weekend heeft de Britse premier Theresa May vorige week in Brussel gesmeekt om een Brexit-akkoord dat ze in Londen kan verdedigen. In Groot-Brittannië heerst grote verontwaardiging, niet omwille van de smeekbede, maar wegens het lek. Nick Timothy, tot voor kort een van de belangrijkste adviseurs van Theresa May, beschuldigt de kabinetschef van EU-commissievoorzitter Jean-Claude Juncker, de Duitser Martin Selmayr, ervan een en ander gelekt te hebben naar de krant.
De Frankfurter Algemeine heeft het over het diner van Theresa May met Jean-Claude Juncker, vorige week maandag in Brussel. Bij dat diner waren ook de Britse minister voor de Brexit David Davis, Mays Brexit-adviseur Olly Robbins en EU-onderhandelaar Michel Barnier aanwezig. Volgens de krant vertelde commissievoorzitter Juncker achteraf aan zijn medewerkers dat de Britse premier “bekommerd”, “getormenteerd”, “wanhopig” en “ontmoedigd” leek. Ze “smeekte om hulp”, en “had wallen onder haar ogen”. “Ze zag eruit als iemand die al nachtenlang niet geslapen had”.
Liever May dan Johnson
Vanuit Londen werd de schuld voor het lek meteen in de schoenen van Junckers kabinetschef geschoven. Die lekte in mei van dit jaar ook al over een tafelgesprek tussen premier May en commissievoorzitter Juncker in Londen. Maar deze keer ontkende Martin Seylmar krachtig.
Ook Jean-Claude Juncker zelf liet zijn woordvoerder uitdrukkelijk ontkennen dat hij in dergelijke termen over de ontmoeting met de Britse premier gesproken zou hebben. De woordvoerder had het over “sommigen die hun eigen politieke agenda hebben en onze onderhandelingspositie willen ondermijnen”. “We zouden het appreciëren als ze ons gerust lieten. We hebben veel werk en geen tijd voor roddels.”
De Europese Commissie heeft er op dit ogenblik ook geen belang bij om premier Theresa May, wier positie thuis erg verzwakt is sinds ze de door haarzelf uitgeroepen verkiezingen verloren heeft, nog verder te ondermijnen. Europa onderhandelt liever met een realistische Theresa May dan met iemand als Boris Johnson.
Op de Europese top van eind vorige week drukte May haar EU-collega’s op het hart voor een Brexitakkoord te zorgen dat ze kan verdedigen tegenover haar verdeelde partij. De andere staatshoofden en regeringsleiders hadden het over “bemoedigende tekenen van vooruitgang in de onderhandelingen”, maar besloten toch dat er nog altijd niet voldoende vooruitgang gemaakt is met het eerste luik van de Brexit-onderhandelingen om te kunnen beginnen onderhandelen over de toekomstige handelsrelaties tussen GrootBrittannië en de Europese Unie. Drie cruciale punten blijven onopgelost: de toekomstige situatie van de EU-burgers in Groot-Brittannië en de Britten in de EU, de grens tussen Ierland en NoordIerland die een EU-buitengrens wordt, en de ‘echtscheidingsfactuur’ die Groot-Brittannië moet betalen.
Zekerheid
Ondertussen waarschuwen Europese industriëlen, dit weekend bijeen op een symposium in Londen, dat de Brexit niet alleen een probleem is voor de Britten, maar ook een kwestie voor de toekomst van Europa.
Een woordvoerder van de Duitse industrie liet horen dat de Duitse ondernemers nooit akkoord zullen gaan met een Brexit-akkoord dat zo flexibel is dat het GrootBrittannië een voordeel zou geven op de lidstaten van de Europese Unie “omdat dit de hele EU, nog steeds onze belangrijkste markt, op de helling zou zetten”. Zowel de Britse als de Europese ondernemers zien liever een slecht Brexit-akkoord dan helemaal geen akkoord. “Dat zou het einde van de handel betekenen”. Ze pleiten voor een overgangsperiode die “zo lang duurt als het nodig is”, en niet beperkt tot twee jaar, zoals premier May voorstelt. In Londen liet de topman van de bank Goldman Sachs vorige week verstaan dat zijn bedrijf eraan denkt een aantal activiteiten te verhuizen van Londen naar Frankfurt.
De Londense burgemeester Sadiq Khan zei daar begrip voor te hebben. “Zolang bedrijven geen zekerheid hebben over wat er gaat gebeuren na maart 2019 moeten ze hun voorzorgen nemen. “De eerste minister en de regering moeten zorgen voor die zekerheid.”