“Hiervan moet ik even bekomen”
Coca-Cola moet ook in beroep betalen voor gif in flesje
Coca-Cola moet betalen voor de vergiftiging die de zwangere Kathleen Steegmans (34) in 2013 opliep nadat ze van een flesje Chaudfontaine dronk. Dat heeft woensdag het Antwerps hof van beroep beslist dat zo de uitspraak van de Hasseltse burgerlijke rechtbank in 2015 bevestigt. “Ik ben uiteraard blij met de uitspraak, maar moet dit even verwerken en ervan bekomen”, zegt de jonge vrouw in een korte reactie. In januari 2013 dronk Steegmans van een flesje Chaudfontaine – gekocht in een warenhuis in Diepenbeek –, dat onderdeel is van de Coca-Cola Company. Nauwelijks enkele uren later belandde het 24 weken zwangere slachtoffer in levensgevaar in het ZOL (Genk) met tweede- en derdegraads brandwonden aan maag en slokdarm. De gevolgen zijn een blijvende invaliditeit van 30 procent en een economische ongeschiktheid van 20 procent. Ze verloor haar gal en maag en leeft sindsdien noodgedwongen op een compleet andere manier. Haar dochtertje kwam als bij wonder gezond en wel ter wereld.
In het flesje bleek zinkchloride te zitten, een zuur dat onder meer gebruikt wordt om te solderen. Hoe die bijtende stof in het flesje was geraakt, is nog altijd niet duidelijk. Over de andere flesjes uit het lot – 1.659.000 exemplaren – kwamen geen klachten. Coca-Cola claimde dat het niet door hun toedoen in de fles was terechtgekomen. Op basis van de wet op de productaansprakelijkheid is de frisdrankengigant toch schuldig bevonden. “Die wet houdt in dat producenten aansprakelijk zijn voor producten met gebreken. Consumenten moeten geen fout van de producent bewijzen, enkel dat er een gebrek is in het product en dat zij daardoor schade geleden hebben”, zegt advocaat Steve Geerdens die het opnam voor Steegmans.
Sabotage
Geerdens was bijzonder tevreden met de uitspraak. “Dit is een signaal voor de kleine consument dat het kan lonen om tegen een gigantische producent ten strijde te trekken”, aldus de raadsman die het eerder over een strijd van David tegen Goliath had. Aan de hand van een achttal hypotheses probeerde Coca-Cola te bewijzen dat het zink niet door hun toedoen in de fles was geraakt, maar de rechter veegde ze allemaal van tafel. “Zelfs de piste van sabotage tijdens de productie valt niet helemaal uit te sluiten”, aldus het arrest. De vraag van CocaCola om een gerechtsdeskundige aan te stellen om vijf jaar na de botteling het productieproces te onderzoeken, belandde eveneens in de vuilnisbak.
“Onschuldig”
Bij Coca-Cola blijven ze erbij dat zij niet de schuldige zijn. “Eerst wil ik zeggen dat wij heel sterk meeleven met wat mevrouw Steegmans overkomen is. Laat dat duidelijk zijn. Anderzijds ligt de afwijzing van het beroep ons heel moeilijk. Kwaliteit en veiligheid zijn voor ons het allerbelangrijkste. De rechter stelt dat wij het bewijs niet kunnen leveren dat het flesje niet vervuild was toen het de bottelarij verliet, maar dat wil nog niet zeggen dat het ook daadwerkelijk gecontamineerd was. Nu gaan wij intern bekijken of we nog verdere stappen zullen zetten”, zegt Eva Lefevre, woordvoerster van Coca-Cola European Partners. De zaak is nog niet helemaal afgerond. Coca-Cola moet nu een vergoeding betalen aan Steegmans. De berekening op basis van de vaststellingen van een deskundige zijn nog niet afgerond. Wel staat het vast dat het om ettelijke tienduizenden euro’s gaat.