Oppermachtige Chinese leider zet geen troonopvolger in wachtkamer
In het nieuwe Permanent Comité van het Politbureau van de Chinese Communistische Partij zit, in een breuk met de traditie, geen mogelijke opvolger voor sterke man Xi Jinping. Daarmee toont de Chinese president nog eens hoe krachtig zijn greep op de macht is. China is in die zin nog altijd een klassieke communistische eenpartijstaat dat het aan het eind van ieder vijfjaarlijks partijcongres weer afwachten is hoe de nieuwe line-up van de hoogste partijbonzen eruitziet. Gisteren, na afloop van het negentiende congres, werd er met des te meer aandacht uitgekeken naar de voorstelling van het nieuwe Permanent Comité van het Politbureau omdat vijf van de zeven leden vervangen moesten worden. Alleen Xi Jinping zelf en premier Li Keqiang bleven zitten. En daar waren ze dan: perfect in het zwarte pak, vijf nieuwe gezichten - allemaal boven de zestig en afkomstig uit de inner circle van Xi zelf. Zo verschenen op het podium de twee leden van het Centraal Comité die wel eens aangeduid worden als Xi’s linker- en rechterhanden: Lin Zhanshu (67), een goede bekende van de president sinds de jaren 80 toen ze in aangrenzende gewesten partijfuncties hadden, en Wang Huning (62), vaste metgezel van Xi op alle buitenlandse reizen en diens ideologische klankbord, groot voorstander van een zo sterk mogelijk centraal gezag - zoals dat nu in handen van Xi ligt.
Bij de verdere nieuwkomers nog de partijchef van Sjanghai, Han Zheng (63), een technocraat die zijn regio in een internationaal financieel centrum veranderde; Wang Yang (62), de voormalige partijleider van Guangdong, die andere economische groeipool, nu China’s toponderhandelaar in handelsbesprekingen (met name met de Verenigde Staten). En tot slot Zhao Laji (60), hoofd van het mysterieuze ‘departement organisatie’ van de Communistische Partij, die nu hoofd van de gevreesde disciplinaire commissie wordt en daarmee de belangrijkste corruptiebestrijder (de verwijdering van corrupte functionarissen was de voorbije jaren voor Xi Jinping ook de gelegenheid om af te rekenen met dwarsliggers in de partij). Met Zhao als junior omvat de nieuwe partijtop niet, zoals eerdere staande comités, een 60minner die als potentiële opvolger klaargestoomd en uitgetest kan worden - en die daarom nog minstens tien jaar (twee mandaten van vijf jaar) mee moet kunnen. Dat gemis is voor sommige waarnemers een aanwijzing dat Xi Jinping de enorme macht die de voorbije dagen in zijn persoon bevestigd werd, ook na afloop van zijn tweede mandaat – en zelfs na de leeftijdsgrens van 68 jaar – wil prolongeren. Zeker nu zijn gedachtegoed, net als dat van Mao, officieel is opgenomen in de partijstatuten.