Het Belang van Limburg

“In T-shirt en luier kwam Lisa bij ons”

Gezin neemt peuter in huis die door politie uit huis moest worden gehaald

-

TONGEREN - “Dit is voor jou.” Onze fotograaf mag meteen naar huis met een tekening van Cars. Met veel glittersti­ckers, uiteraard. In niets lijkt dit bijdehands­e blondje van vier op de bange peuter die hier drie jaar eerder in huis in Tongeren arriveerde bij papa David (41) en mama Elke (38). “Ze is helemaal opengebloe­id, ze wordt steeds meer de echte Lisa. Grappig, vrolijk, inventief. Wat niet wil zeggen dat er geen moeilijke momenten meer zijn. Elke maand als ze haar ouders gezien heeft, is ze twee, drie dagen prikkelbaa­r, niet te genieten. Dan is het altijd weer zoeken: ben ik hier thuis, houden jullie wel echt van mij?” “De eerste dag bij ons had Lisa het echt moeilijk, ze wist niet goed wat haar allemaal overkwam. De politie had haar thuis moeten weghalen. In een luier en een T-shirt kwam ze hier aan, een jaar en twee maanden oud. Bang, net een klein vogeltje. Maar onze kinderen Jeremi (9) en Norah (7), toen zes en vier jaar, zijn meteen met haar beginnen spelen. Blij dat er een zusje bij was. Heel rustig hebben ze haar betrokken en dat heeft zeker geholpen om haar aandacht af te leiden. Het heeft ons heel veel geholpen, het heeft Lisa veel geholpen”, beschrijve­n Elke Oris en David Van Deun. “Neen, de kinderen gingen daar gewoon heel natuurlijk mee om. Terwijl wij zelf op dat moment plots iets hadden van: hellup, dit is wel enorm…”

Begonnen zijn ze als crisisopva­ng, een plek waar Lisa meteen terechtkon omdat haar ouders de zorg voor de kindjes niet aankonden. “Crisisplee­gzorg was geen bewuste keuze, integendee­l: wij gingen voor lange termijn. Maar toen ze belden of we een klein meisje wilden opvangen, hebben we toch ja gezegd. We hadden gezegd dat pleegzorg vanaf 1 juli kon en 2 juli was ze er. Om 15 uur hebben ze getelefone­erd, om 21 uur ’s avonds stonden ze met Lisa aan de deur. Het ging opeens allemaal zo snel, we hadden niet eens de juiste maat luiers in huis”, lacht de lerares protestant­se godsdienst.

Adoptie

Elke en David: “Als koppel wisten we wel al snel dat we een pleegkindj­e of een adoptiekin­d wilden. We kenden iemand die al langer pleegkinde­ren heeft, we hoorden haar verhalen. En ik vond het altijd heel mooi hoe je het verschil kan maken in iemands leven. Ook onze christelij­ke achtergron­d en opvoeding drijft ons. We leven in een maatschapp­ij waar weinig oog is voor mensen die het moeilijker hebben. Wij willen wel het verschil maken. Maar eerst wilden we aan eigen kinderen beginnen. Toen die wat groter werden, zijn we er opnieuw over gaan praten.”

Onbekend

“Eigenlijk vind je heel makkelijk alle info over pleegzorg op internet, zo zijn we dan naar een infoavond van Pleegzorg Limburg in Genk gegaan. We zijn de hele procedure doorlopen, de gesprekken, de vorming. Maar je kan telkens onderweg afhaken en zeggen: dat is niets voor mij. Maar wij zagen het op elk moment zitten. Het was wel spannend. Jeremi en Norah hebben we vooraf gevraagd of ze dat wel wilden. Vanuit Pleegzorg willen ze dat ook nadrukkeli­jk. Ons dochtertje was nog wat jong om het te begrijpen, maar Jeremi vond het toch vooral spannend.”

Prikkelbaa­r

Jeremi: “Een mevrouw is toen met mij komen praten. Ik heb verteld dat ik twijfelde… Maar dat ik het wel wilde proberen.”

“Hij kon het ook nog niet goed plaatsen, voor hij haar ontmoet had. Wat zou dat geven, een onbekende in huis? Wie was ze? Maar toen hij haar zag, was dat allemaal voorbij. Het was maar gewoon een kindje. Met twee armen en twee benen”, lacht papa David. “Het viel ons wel heel erg op hoe zelfstandi­g ze was, zelfs op die jonge leeftijd. Wat een flink meisje voor één jaar, dachten we meteen. Ook met eten en zo. Ze was wel heel erg gebrand op eten, het kon niet genoeg zijn. Ze at gewoon alles. Dat waren we met onze dochter niet gewend.”

Hechting

Het is onderweg een weg met vallen en opstaan geweest. “Maar we zien een heel goede evolutie, ze is helemaal opengebloe­id. Je merkt uiteraard wel dat ze een rugzakje heeft. Hechting blijft een probleem, het is aantrekken en afstoten. Ze kan ook heel hangerig zijn, dat ze niet wil loslaten. Het ene moment aan David, dan weer aan mij. Maar stap voor stap gaat het beter. Eigenlijk zien we vooral heel mooie dingen. Er zijn wel moeilijke momenten, ja. Zoals toen de helft van de klas ging zwemmen en zij was daar niet bij. Toen ging ze huilen. Maar dat begint allemaal te veranderen, ze trekt ook veel meer haar plan. We merken dat ze steeds meer zichzelf wordt, een grappig, lachend meisje.”

Alleen verandert dat weer één keer per maand, als ze haar biologisch­e ouders ziet in Hasselt. “Een uurtje per maand zijn we samen, wij mogen erbij blijven. Ook de pleegmama van haar zusje is er dan. Dan zijn de drie zusjes eens samen, want er is nog een baby’tje dat nog wel bij de ouders is. Voor de meisjes is dat wel fijn om elkaar regelmatig te zien. Maar na dat bezoek is het altijd zwaar. Twee, drie dagen is Lisa dan niet echt te genieten. Ze is lastig, prikkelbaa­r, een beetje de kluts kwijt. Zeker niet het vrolijke meisje dat ze de rest van de maand is. Je merkt dat ze dan op zoek is: hoor ik hier thuis, hou je echt wel van mij? Ik neem haar dan meestal op de schoot zonder iets te zeggen, ik laat het haar zelf benoemen. Het is vooral heel geduldig zijn dan.”

“Ik probeer dan extra, extra lief voor Lisa te zijn en haar knuffels te geven. Meestal duwt ze me dan weg maar ik zal nooit boos worden”, klinkt broer Jeremi rijp.

Vrienden

Niet dat ze vandaag een slecht contact hebben met de ouders. “Helemaal niet, ze zien ons zelfs bijna als vrienden. Ik was een tijdje niet gegaan omdat ik de andere kinderen naar hun sport bracht, terwijl David met Lisa naar Hasselt reed. De laatste keer was ik er wel weer bij en ze waren zo blij om mij te zien. Dat is niet altijd typisch voor pleegzorg, neen. Maar het maakt wel dat we op een fijne manier met elkaar kunnen omgaan, zonder discussies of conflicten. Ook toen de instanties hen vertelden dat de bezoekrege­ling ging van twee naar één keer per maand omdat Lisa het er zo moeilijk mee had: ze reageren dat niet af op haar, ze reageren dat niet af op ons. Ze waren natuurlijk triest, maar hebben ons nooit enig verwijt gemaakt. Ze doen dat eigenlijk heel goed.”

Afgeven

Ze heeft dezelfde blauwe ogen als haar oudere pleegzusje, het blonde haar van de rest van het gezin. Vertellen ze ooit dat Lisa een pleegkindj­e is? “Zeker, want we willen tegelijk ook een beetje ambassadeu­r voor pleegzorg zijn. Er zijn zoveel kindjes die een thuis nodig hebben. Als ik het aan collega’s vertel, kijken ze altijd wel verbaasd op. Zoiets zou ik nooit kun-

Collega’s reageren vaak heel verbaasd. Pleegzorg? ‘Sjiek, maar dat zou ik niet kunnen’ David Van Deun

nen… Waarom niet? Ik zal er zeker niet over zwijgen, maar er eerder zelfs over beginnen. Lisa weet ook dat ze een pleegkindj­e is, we benoemen het bewust. We merken wel dat veel mensen het verschil met adoptie niet kennen. Dat is ook de meest gehoorde opmerking: ik zou veel te veel schrik hebben dat de jeugdrecht­er het

kindje weer naar huis stuurt. Maar je doet het niet voor jezelf, je doet het voor het kind.” Jeremi: “Ja, maar als je een kindje krijgt, hecht je je er toch aan...” Elke en David: “Het zou ons heel verdrietig maken, ja. Maar wil dat zeggen dat je het niet moet proberen? We doen het voor haar, hé, Jeremi.”

Zijn ze toch niet bang haar ooit te moeten afgeven, dat ze terug naar haar ouders mag? “Die kans bestaat natuurlijk met pleegzorg, de jeugdrecht­er beslist daarover. Maar dan hebben we haar toch alles gegeven wat we konden geven. De boekjes zeggen dat de eerste zeven jaar cruciaal zijn voor een kind. Daarna ook, ja, maar dan worden toch de fundamente­n gelegd. En dat kunnen ze dan niet meer afnemen.”

Eind dit jaar, begin volgend jaar moeten ze naar de jeugdrecht­er. “Ach, dan zien we wel. Maar ik verwacht niet meteen dat we haar moeten afgeven (de ouders zijn een nieuwsamen­gesteld gezin, vijf van de zes kinderen zijn geplaatst, nvdr). Ik hoop voor hen natuurlijk wel dat ze hun weg vinden.”

Mopjes

“De eerste maanden zat ik er echt wel mee dat ze weer zou weggaan, maar ze is nu dik drie jaar bij ons. Je moet dat leren loslaten”, beaamt Elke, terwijl Lisa op haar schoot onverstoor­d een nieuwe tekening begint. “Lisa is heel creatief. Ze verzint haar eigen mopjes en verhalen. Echt een kind met humor.” Merken ze dat Lisa toch meer aandacht nodig heeft dan de andere kinderen? “Nee, niet echt. We proberen daar ook een balans in te houden. Eigenlijk wisselen ze af, ze hebben allemaal wel hun periodes. Gelukkig niet allemaal tegelijk.” (lacht)

Of ze denken aan nog een pleegkindj­e? “We hebben het erover gehad, ja. Misschien wel, als Jeremi en Norah wat ouder zijn, als ze gaan studeren. Voor vier kinderen is het een beetje te klein hier.”

Als we Lisa ooit moeten afgeven, hebben we haar toch alles gegeven wat we konden

Elke Oris

 ??  ??
 ?? FOTO TOM PALMAERS ?? Elke Oris en David Van Deun, met hun kinderen Norah en Jeremi, hebben Lisa met open armen verwelkomd. Om privacyred­enen maakten we het pleegkindj­e onherkenba­ar op de foto engebruike­n we een fictieve naam.
FOTO TOM PALMAERS Elke Oris en David Van Deun, met hun kinderen Norah en Jeremi, hebben Lisa met open armen verwelkomd. Om privacyred­enen maakten we het pleegkindj­e onherkenba­ar op de foto engebruike­n we een fictieve naam.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium