“Als homo hand in hand lopen? Hier kan dat wel”
KUSADASI/BILZEN - Jean-Paul Peters (69) mag dan al drie jaar met pensioen zijn, stilzitten is er voor de geboren Bilzenaar niet bij. Kan ook moeilijk, na een carrière van bijna dertig jaar als reisleider. Het bracht hem niet alleen naar de Turkse badplaats Kusadasi, waar de verwondering leidde tot domiciliëring, maar ook naar Syrië, Jordanië, Libië, Jemen en een heleboel landen eindigend op -stan. Maar het leidde hem ook naar de liefde. Al kwam aan dat geluk na twintig jaar abrupt een einde toen zijn man Hurçhit omkwam bij een verkeersongeluk. “Als homo hand in hand over straat lopen? Dat kan hier wel. De Turken doen het zelf ook. Alleen in de westerse wereld doen ze dat niet, uit angst voor de reactie van de Turkse gemeenschap.” 3 mei 1986. De piepjonge Sandra Kim wint het Eurovisiesongfestival in het Noorse Bergen met het nummer ‘J’aime la vie’. Diezelfde dag beleeft Jean-Paul Peters zijn eerste werkdag als reisleider in Turkije. “Voor mij was het ‘J’aime la Turquie”, lacht de Bilzenaar.
Vanwaar die liefde voor dat land?
“Dat is op een gekke manier begonnen. In 1985 had ik het plan om naar Santiago de Compostella te trekken met een mobilhome. Die had ik geleend van familie, maar op het laatste moment viel het ding in panne. En dus moest ik nog op zoek naar een andere vakantiebestemming. Ik was al twee jaar vrijwilliger in een integratiecentrum en gaf Nederlandse les aan Turken.”
“Zo ben ik uiteindelijk naar Turkije getrokken. Ik ben er van de ene verwondering in de andere gevallen. Vooral de wonderlijke antieke sites spraken me enorm aan. Daarna ben ik nog eens teruggegaan in de winter en heb Turks geleerd. Toen een Belgische touroperator mij vroeg als reisleider, heb ik mij er gevestigd.”
Had u dan enige ervaring als reisleider?
“Nee, maar ik ben wel onderwijzer van opleiding. Dat heb ik drie jaar gedaan. Maar uitleg geven aan kinderen lag me toch niet zo. Al heb ik die ervaring later wel kunnen gebruiken als reisleider.” “Geleidelijk aan kreeg ik vooral een goede reputatie als gids voor historische sites. Ik heb voor verschillende operators gewerkt, en uiteindelijk ook in verschillende landen: Cyprus, Syrië, Jordanië, Libanon, Libië, Jemen en de landen van de Zijderoute, zoals China, Kirgizië, Oezbekistan, Turkmenistan, Kazachstan... De laatste jaren ook in Georgië, Armenië en Malta.”
Niet meteen toeristische trekpleisters…
“Klopt. Al heb ik die landen op een heel aangename manier leren kennen. Neem nu Libië. In die tijd wist niemand er meer over dan dat Kadhafi er de grote leider was. Maar ik heb er met de inwoners gesproken. En die waren heel open, ook over politiek. Overal ging dat heel goed, behalve in Jemen. Maar dat is dan ook een apart land.”
Durft u nu in Turkije vrijuit over politiek en Erdogan te spreken?
“Onder vrienden en bekenden maak ik daar geen probleem van. Openlijk in publiek zal ik dat niet doen. Het is altijd een slappe koord. Ik voel me geen Don Quichot die olie op het vuur wil gooien. In 2010 heb ik Trefpunt, een ontmoetings-en informatiecentrum voor Nederlandstaligen in Kusadasi opgericht, en in de nieuwsbrief postte ik regelmatig nieuwsartikels uit Belgische kranten over Turkije. Zelfs dan kreeg ik soms het verwijt dat ik te tendentieus of te links was. Terwijl ik net opensta voor dialoog en altijd probeer neutraal te blijven.”
Wat was of deed Trefpunt precies?
Onder vrienden en bekenden durf ik vrijuit over politiek te praten in Turkije. In het publiek zal ik dat niet doen
Jean-Paul Peters
“Ik merkte dat meer en meer Nederlandstaligen in Kusadasi met hetzelfde probleem zaten. Eens hun appartementje in orde was, verveelden ze zich. Met Trefpunt ronselde ik op korte tijd een honderdtal mensen die elke donderdagnamiddag van drie tot vijf samen tijd spendeerden. Ik gaf hen ook nuttige informatie. Bijvoorbeeld over autoverzekeringen en wetgeving in Turkije. Tot slot organiseerde ik ook lessen Turks. Daarvoor had ikzelf een cursus uitgewerkt. We kwamen twee keer per week samen en ik leerde de deelnemers wat eenvoudige conversaties. Maar voor ouderen is dat toch niet evident om vanuit het niets een vreemde taal aan te leren.”
U spreekt in de verleden tijd. Hoe is het nu met Trefpunt?
“Op een laag pitje. Ik ben wat teleurgesteld omdat er geen vrijwilligers klaar stonden om mijn taak over te nemen. Ik ben ondertussen 69 en ben drie jaar met pensioen. Als ik geen nieuwsbrief rondstuur, dan gebeurt er eigenlijk niets. Doodjammer, want het zou interessanter geweest zijn als ook anderen eens iets zouden organiseren. Nu doen we af en toe nog wel eens een activiteit, maar minder.”
Ook in de liefde kreeg u een zware opdoffer te verwerken.
“Twintig jaar ben ik samen geweest met mijn man Hurçhit, waarvan de laatste vijf jaar getrouwd. Trouwen hebben we in België gedaan. In 2010, een maand voor onze vijfde huwelijksverjaardag, kreeg Hurçhit een verkeersongeluk. Heel stom. Verblind door het zonlicht is hij met zijn scooter in een put gereden. Hij viel met z’n hoofd op een rotsblok. Vijf dagen is hij hersendood geweest. Daarna is hij overleden. Een heel abrupt einde aan ons mooi verhaal.”