“De enige die nog gelooft in begrotingsevenwicht”
-
We spreken met Van Rompuy af op de dag van zijn 68ste verjaardag. Al jaren deelt hij geregeld ferme ‘pikuren’ uit via zijn blog, maar om het overzicht te bewaren houdt hij duidelijk nog van het ambachtelijke werk uit zijn jonge tijd: met schaar en punaises. De muur van zijn kantoor hangt vol krantenknipsels en die werken in elk geval sneller dan websites, zo stellen we zelf vast: in één blik zie je 40 jaar.
Gaat u echt stoppen in 2019?
“In 2009 ben ik al voor mijn laatste mandaat gegaan. My last five years, zei ik. En in 2014 heb ik er dan toch nog five more years bijgedaan. Maar nu stop ik echt. Ik heb een mooie carrière gehad, al ben ik niet zo’n topper als mijn broer of Dehaene. Ik wil in elk geval in schoonheid eindigen.”
U was indertijd een rebel in leren jekker, de Che Guevara van de CVP?
“De afspraak was: de jongeren mochten de rebellen zijn, maar de leiders van de CVP-jongeren waren wel degenen die op de kabinetten werkten, zoals mijn broer Herman. Zij droegen kostuums en ik - om mij hiertegen af te zetten - jeans en jekker. Bij mijn verkiezing als CD&V-jongerenvoorzitter zaten Tindemans, Martens, Chabert en D’Hoore allemaal op de eerste rij. We haalden in de 40 procent, het hoogste aantal ooit, het waren de hoogdagen van de CVP. Maar de staatsschuld ontplofte en het tekort op de begroting was toen 14%. In mijn eerste toespraak als jongerenvoorzitter gaf ik daar snoeiharde kritiek op. Ik zei ik dat je een hele generatie nodig had om die schuld weg te werken. Je had die toppers moeten zien, ze kregen bijna een beroerte (lacht). Intussen zijn dat drie generaties geworden, want die staatsschuld is al 460 miljard.”
De toestand leek op die van vandaag: de financiën waren niet in orde en het communautaire ook niet.
“Het leek inderdaad op vandaag. De Belgische economie was niet competitief, we verloren tienduizenden jobs. Ik was in die tijd ook keihard voor de regering Martens zowel op het communautaire vlak, als op het budgettaire. Dat tekort van 14% is tegen 1987 naar 7% gezakt en dan weer gestegen tot 10 à 11% in 1993. Tot aan het Globaal Plan van Dehaene. Herman was toen minister van begroting en heeft met Dehaene het overheidstekort afgebouwd tot 0%.”
U bent vandaag op tijd en stond ook nog hard voor deze regering. Zeker voor minister van Financien Van Overtveldt die gepolst is om Dijsselbloem op te volgen als voorzitter van de Eurogroep. Vindt u – net als de sp.a – dat hij niet kan tellen?
“Ik heb geen kritiek op de persoon, ik moet als voorzitter van de commissie Financiën ook met hem samenwerken. Maar deze regering is gestart met een tekort van 3,5% van het bbp, dat is in mensentaal ongeveer 14 à 15 miljard. Bart De Wever heeft gezegd dat we naar een evenwicht zouden gaan in 2016, dat is dan verschoven naar 2017, naar 2018 en vervolgens heeft hij gezegd dat dit in 2019 niet gehaald zal worden. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik lees nu in de kranten dat deze regering niet bespaard zou hebben, maar dat hebben ze wel gedaan. De Europese Commissie zegt dat als je de rentenlastenverlaging niet meetelt er 10 miljard is bespaard.”
Hadden ze niet beter eerst bespaard en vervolgens de belastingen verlaagd?
“Wel aan die taxshift had je ook nog een tweede luik dat voor compensaties moest zorgen: de btw op elektriciteit is verhoogd, net als de accijnzen, er zou een belasting komen voor fiscale rechtvaardigheid, de fraude zou harder worden aangepakt. We stellen elke dag vast dat de cijfers uit dit tweede luik niet worden gehaald.”
Je kan ook zeggen dat die inkomsten fout zijn ingeschat.
“Neem nu de kaaimantaks: daarvan had men gezegd dat die 500 miljoen euro zou opbrengen, maar nu blijkt dat dit niet terug te vinden is in de begroting. Dat komt omdat het geen afzonderlijke post in je belastingaangifte is, dus daar zijn geen statistieken over. De fiscale regularisatie ging 300 miljoen euro opbrengen, dat is 90 miljoen euro geworden. De effectentaks zou 250 à 270 miljoen euro opbrengen, nu zegt het Rekenhof dat het 170 miljoen euro kan zijn.”
Dat is toch met alles: het Rekenhof zegt altijd dat het minder zal worden dan de regering schat.
“De vennootschapsbelasting zou ook budgetneutraal zijn, maar ook hier heeft het Rekenhof vragen bij de compensaties als de notionele interestaftrek en de Europese anti-belastingsontwijkingsrichtlijn. Die notionele interestaftrek zou 2,2 miljard moeten opleveren, de anti-ontwijkingsrichtlijn 1,2 miljard, maar het Rekenhof heeft grote twijfels over de opbrengst die veel lager zal uitvallen dan de 4,5 miljard die de vennootschapsbelasting kost. De taxshift kost ons 8 à 9 miljard en de helft is niet gefinancierd.”
Maar elke econoom heeft toch gewaarschuwd voor die financiering?
“Het positieve van die taxshift is dat het wel jobs oplevert. Uit cijfers van de Nationale Bank blijkt dat 11% van de jobs die er dit jaar zijn bijgekomen te danken zijn aan de taxshift. Tegen 2019 is dat 25%. Ook de verlaging van de vennootschapsbelasting doet de economie groeien. De hogere werkgelegenheid betekent ook meer inkomsten en die liggen boven de verwachting.”
Wij rekenen dus blijkbaar op geluk. Bovendien gaat het economisch overal beter, dat heeft niets met goed politiek werk te maken.
“De koopkracht zal in 2018 ook nog met 2% stijgen, maar in januari 2018 komt dus die tweede fase van de taxshift. Aangezien die niet genoeg gefinancierd is en de nieuwe belastingen niet het gehoopte rendement halen, is ook onze begroting niet in evenwicht.”
Is dat geknoei? Of heeft de regering haar werk niet gedaan? Of zijn het de ambtenaren die foute cijfers geven? Waar zit de fout?
“De regering moet zich niet verschuilen achter ambtenaren. De kapitaalinkomsten zijn te optimistisch ingeschat.”
Gelooft u dat de staatsschuld echt kan dalen tot onder de 100% zoals Van Overtveldt wil?
“Als je participaties in BNP Paribas en Belfius verkoopt, kan dat mogelijk zijn. Al hangt het natuurlijk af van de opbrengst. Michel zegt dat we niet extra gaan besparen en ook geen bijkomende belastingen heffen. We gaan er mee leren leven dat de schuld die vandaag al 460 miljard is, dit jaar nog eens met 6 miljard stijgt. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik werk nog altijd volgens de stelregel van mijn vader, die was professor overheidsfinanciën in Leuven. Hij zei altijd: schulden bouw je af.”