Provincieraad snijdt niet in uitgaven politieke partijen

De provincieraad heeft vrijdag het budget en de nieuwe belastingen voor 2018 goedgekeurd. De opcentiemen op de onroerende voorheffing dalen wel, maar omdat Vlaanderen de onroerende voorheffing verhoogt, betaalt de Limburgse belastingbetaler nog altijd evenveel aan de provincie. Voorstellen van de oppositie om iets lager te gaan, haalden het niet. Ook het N-VA-ballonnetje om in de dotaties van de fracties te snijden, ging niet op. De provincie moet het volgend jaar doen met een budget van 190 miljoen en gaat voor 29,5 miljoen investeren. De gezinsbelasting blijft op 35 euro en de opcentiemen op de onroerende voorheffing zijn vastgesteld op 214,52. Een amendement van N-VA om af te ronden op 200, werd door de meerderheid weggestemd. Het voorstel van VB om de gezinsbelasting te verlagen naar 25 euro, haalde het evenmin.

Ook het idee van N-VA om de dotaties voor de politieke partijen te verminderen, werd weggewuifd. De provincie trekt jaarlijks 880.000 euro uit voor de werkingskosten van de partijen in de provincieraad. Omdat het aantal raadsleden gehalveerd wordt vanaf 2019, wil N-VA ook snijden in de dotaties van de fracties. “De miljoenen stromen nog altijd binnen op de provincie. Wij willen deze bescheiden tegemoetkoming om het budget voor taalachterstand te verdubbelen”, aldus Hendrik Verbrugge (N-VA).

Vooral Open Vld moest het ontgelden omdat fractieleider Frederick Vandeput het nog te vroeg vond voor een belastingverlaging. “Schulden zijn de belastingen van de toekomst. Daarom willen we eerst de schuld afbouwen, als basis van een toekomstige belastingverlaging”, aldus Vandeput. “‘Het komt te vroeg’, u bent bezig als een ‘tsjeef’”, reageerde Wim De Meester (VB). “En als u zegt dat schuld de belasting is van de toekomst, ben ik verlegen in uw plaats. Zoveel jaren Open Vld in de regering en de staatsschuld blijft maar stijgen...”