Waar steenrijke ondernemers en zware criminelen zij aan zij wonen
De villawijk in Neerpelt: waar steenrijke bedrijfsleiders en criminelen zij aan zij wonen
Klein Chicago of het Beverly Hills van Limburg. De aliassen voor de villawijk in het Neerpeltse Grote Heide zijn niet altijd even flatterend. Maar daar is ook een reden voor. Vorige week werd opnieuw een villabewoner uit de weg geruimd. Bedrijfsleider Marcel van Hout (51) werd in zijn villa afgemaakt met een kogel door het hoofd. De teller met het aantal liquidaties in de Grote Heide staat daarmee op vijf. Stuk voor stuk Nederlanders. “We zullen nu wel stilaan door onze bandieten heen zitten”, grinnikt een Nederlandse bewoner van de wijk.
De villawijk in Grote Heide, verscholen in een dennenbos op de grens tussen Neerpelt en Achel, is een attractie. Tussen de hoge bomen rijzen gigantische villa’s met tuinen van een voetbalveld groot. Protserige kastelen zijn er ommuurd met metershoge hekken en hagen. In de smalle straatjes van de wijk kruist een politiewagen verschillende keren ons pad. “Normaal zie je die hier niet snel. Maar sinds er opnieuw een moord is gepleegd, patrouilleert de politie hier regelmatig”, zegt een Nederlands koppel op rust dat een wandeling door de wijk maakt. In de Neerpeltse villawijk leek de rust weergekeerd sinds de laatste liquidatie van een inwoner, drugscrimineel Johnny Mieremet, in 2005. Maar vorige week keek er opnieuw een villawijkbewoner in de loop van een geweer. In de Tisselrietweg werd Marcel van Hout (51), een geboren Eindhovenaar die in het Nederlandse Son een bedrijf in landbouwmachines en bouwmaterialen runde, afgemaakt met een kogel in het hoofd en de romp. Van Hout werd in een plas bloed gevonden in de keuken van één van zijn villa’s. Door zijn exvrouw, die zich zorgen maakte omdat hij de hele dag niet op zijn werk was komen opdagen. “Deze moord hadden we totaal niet zien aankomen”, zegt een buur van de vermoorde zakenman. “Veel contact hadden we niet, maar hij leek mij een correcte man.”
Paleis
De moord op van Hout is een week later nog altijd hét gespreksonderwerp in de wijk. Al willen maar weinig bewoners openlijk spreken. Wie dat wel doet, doet het anoniem. “Ik wil hier niet in de problemen komen”, fluistert een Nederlandse buurtbewoner. De man is niet helemaal verrast dat Marcel van Hout uit de weg is geruimd. “Hij had hier niet één maar twee villa’s. Naast zijn villa in de Tisselrietweg, waar hij is omgelegd, had hij pas nog een tweede villa gebouwd, in de Ganzenpas.” Al is villa wellicht niet het juiste woord. Het pand op Ganzenpas 2 is een heus paleis, opgetrokken met reusachtige witte zuilen en ommuurd door een metershoge haag en prikkeldraad. Camera’s leggen iedere beweging rond het protserige pand vast. “Toen die villa na drie jaar bouwen klaar was, stelde iedereen zich hier de vraag: hoe kan iemand die op een eerlijke manier zijn brood verdient, zo’n kasteel neerzetten? Dit kon niet kloppen”, zegt de man gedecideerd. Van Hout had zich volgens de buurtbewoner eerder ook al verdacht gemaakt. “Zeven jaar geleden is nog een andere villa van hem vernield. In brand gestoken, amper enkele dagen nadat hij het huis gekocht had. Verdacht toch, niet?” Al is niet iedereen van mening dat Marcel van Hout in het illegale circuit zat. Zijn ouders bijvoorbeeld, die ook in een riante villa in de wijk wonen. “Wij zijn al die speculaties rond onze zoon moe. Marcel is geen crimineel”, zegt zijn moeder geïrriteerd.
Interventieploeg
Vlakbij de villa van de ouders van de vermoorde Marcel van Hout, aan de rand van de villawijk, springt ons een schreeuwerig bord in het oog. ‘Deze wijk wordt permanent bewaakt’, staat er in grote letters op geschreven. Daaronder het logo van Seal Security. De bewakingsfirma uit Overpelt is al sinds 2008 actief in de wijk. “In die periode werd de villawijk getroffen door een hele reeks inbraken”, zegt Rik Cox, baas van Seal Security. “Een aantal mensen van de wijk heeft toen een werkgroep opgericht om die inbrakenplaag aan te pakken en voor de beveiliging van de wijk hebben ze ons gecontacteerd.” Seal werkte voor de villawijk een speciaal securityplan uit. Aan het merendeel van de hekwerken rond de villa’s in de wijk hangt een bordje van Seal, maar op tientallen van die bordjes staat ook een huisnummer vermeld. “De huizen met een gewoon bordje houden wij permanent via onze meldkamer in de gaten”, zegt Cox. “Maar de villa’s die een bordje met een huisnummer hebben – een zestigtal van de in totaal 180 villa’s in de wijk – worden nog extra bewaakt.” Zo rijdt er elke dag, tussen zes uur ’s avonds en zes uur ’s morgens, een patrouille van Seal door de wijk die deze huizen extra in
het oog houdt. “Als er een verdacht voertuig voor een huis staat, houden we die in de gaten. Maar we bellen de mensen bijvoorbeeld ook op als de poort van hun villa openstaat”, zegt Cox. “En als er zich daadwerkelijk een probleem voordoet, dan rukken we uit met onze interventiedienst. Al of niet in samenwerking met de politie.” Zo’n contract bij een bewakingsfirma heeft wel zijn prijs. Wie in de villawijk zijn bewakingssysteem wil aansluiten op de meldkamer van Seal Security en een dagelijkse patrouille langs zijn huis wil zien passeren, betaalt daar jaarlijks zo’n 1.200 euro voor.
WhatsApp-groep
Maar ondanks haar dagelijkse patrouilles kon ook bewakingsfirma Seal Security niet verhinderen dat villawijkbewoner Marcel van Hout vorige week uit de weg werd geruimd. “Ik stel me toch heel wat vragen bij de moord op mijnheer van Hout”, zegt baas Rik Cox. “Die man is jaren klant bij ons geweest. De villa in de Tisselrietweg, waar hij vermoord is, werd tot twee jaar geleden nog permanent door onze meldkamer in de gaten gehouden. Mijnheer van Hout was in die periode al heel fel met zijn eigen veiligheid bezig. Maar toen zijn nieuwe villa in de Ganzenpas klaar was, heeft hij de beveiliging van zijn villa waar hij vermoord is, stopgezet. Die villa heeft ook een tijdje te koop gestaan. Ik vraag mij dan ook af waarom hij nog in zijn onbeveiligde huis kwam, terwijl hij in de Ganzenpas een villa had die tot in de puntjes beveiligd is. Die villa heeft zelfs buitendetectie in de tuin zodat de kleinste beweging er wordt opgemerkt.” De villawijk in de Grote Heide wordt overigens niet enkel door een securityfirma bewaakt. Ook de inwoners zelf houden een oogje in het zeil. “Twee jaar geleden zijn we gestart met een buurtpreventiegroep via WhatsApp”, zegt een Nederlandse bewoonster. “Als iemand een verdachte beweging in de buurt ziet, meldt hij dat in de groep. En dat systeem werkt. Een inwoner hier was onlangs in Eindhoven en zag daar via de camerabeelden op zijn smartphone dat er een man met bivakmuts en zaklantaarn in zijn tuin stond. Hij postte die foto in de groep, waarop een aantal buren meteen een kijkje zijn gaan nemen en de inbreker de benen heeft genomen.” Al gebruiken de bewoners de WhatsApp-groep niet alleen voor criminele zaken. “Ook als iemand zijn hondje is weggelopen, wordt dat in de groep gemeld”, lacht de bewoonster.
Gemeentebediende
Het merendeel van de bewoners die we aanspreken in de villawijk zijn van Nederlandse komaf. Ook de vele Porsches, Jaguars en Land Rovers op de oprijlanen van de villa’s hebben niet zelden een Nederlands kenteken. Om te begrijpen waarom zoveel noorderburen hun onderdak hebben gevonden in dit plekje groen tussen het centrum van Grote Heide en Achel moeten we ruim een halve eeuw terug in de tijd. “Begin jaren zestig was de plek waar nu de villawijk staat niet meer dan een dennenbos en wat akkers daarrond”, herinnert oud-burgemeester van Neerpelt Lambert Kelchtermans (88) zich. “Maar in die periode kocht Laurens Aerts, die als bediende op de gemeente werkte, allerlei gronden in die buurt op omdat hij begrepen had dat er vanuit Nederland heel wat vraag was naar grote bouwpercelen in de natuur. In Nederland was de wetgeving rond bouwen in het groen in die periode al zeer streng. Maar in België kon toen nog alles. Aerts heeft daarop, samen met een aantal andere grondeigenaars, bij de gemeente een vergunning aangevraagd om het gebied in zijn totaliteit te laten verkavelen. Die vergunning is toegestaan en daarna is het gebied opgedeeld in honderden kavels.” De kleine straatjes tussen de bouwkavels kregen namen als Woudweg, Wildlaan, Tisselrietweg, Lijsterdreef of Patrijzenpad, allemaal verwijzend naar de natuur. “In de beginjaren werd de villawijk overstelpt met Nederlanders”, herinnert Kelchtermans zich. “Ze kwamen vanuit de grensstreek, zoals Eindhoven, maar nadien ook van dieper uit Nederland. De Nederlanders kwamen niet alleen voor de natuur en de grote bouwpercelen die bij hen veel duurder waren. Het was voor hen ook fiscaal veel gunstiger om in België te komen wonen.”
Rijkspolitie
Kelchtermans, die eerst schepen en nadien, van 1969 tot 1994, burgervader in Neerpelt was, schat dat in de jaren tachtig, negentig zo’n 9 op de 10 inwoners van de villawijk Nederlanders waren. “Mijn vrouw en ik wonen hier sinds 1996”, zegt een gepensioneerde Nederlander in de wijk. “In de jaren tachtig al heb ik hier een stuk grond gekocht, omdat de bouwpercelen hier een stuk goedkoper waren dan in Nederland. En na een leven van rondreizen over de hele wereld als zakenman bij Unilever, zijn mijn vrouw en ik hier twintig jaar geleden komen wonen om te genieten van onze oude dag. En dat doen we vandaag nog altijd. Ik vind het een prachtige buurt. Lekker rustig.” Al werd de rust in de villawijk vanaf de jaren negentig wel grondig verstoord door de invasie van een hele rits Nederlandse onderwereldfiguren. Zo streek in 1991 de Amsterdamse drugscrimineel Johnny Mieremet met zijn gezin neer in de villawijk, omdat het hem in Nederland te heet onder de voeten werd. “Ik herinner mij die periode dat Johnny hier woonde nog goed”, zegt een Nederlandse buurman. “Ik heb van die man nooit last gehad. Meer nog, ik voelde mij in die tijd hier zelfs veiliger dan nu. Wat ik mij wel altijd heb afgevraagd is hoe die mannen er al die jaren in slaagden om steeds uit de handen van het gerecht te blijven. Ik weet nog dat op een dag de Nederlandse Rijkspolitie hier in de straat stond en het hele huis van Mieremet binnenste buiten haalde. De dag nadien sprak ik Johnny hierover aan. ‘Je hebt weer hoog bezoek gehad gisteren’, zei ik hem. ‘Ach ja’, antwoordde Johnny dan. ‘Ze vinden hier toch niks’.” “In het begin hadden wij op de gemeente totaal niet in de gaten dat er