Hutje op de prairie
“Nu nog vrijstaand bouwen, is crimineel.” Die boude uitspraak deed Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck gisteren in Knack. Van Broeck voert sinds zijn aanstelling in de zomer van 2016 een verbeten strijd tegen een nog verdere versnippering van de zo schaarse open ruimte in Vlaanderen. Het afgelopen jaar gaf hij niet minder dan 140 lezingen van Maaseik tot De Panne om God en klein Pierke te overtuigen van zijn gelijk.
Dat gelijk wordt nergens meer betwist, ook niet in het Vlaams parlement. Daar zijn zowel meerderheid als oppositie het er roerend over eens dat er dringend een eind moet komen aan het ongebreidelde ruimtebeslag in Vlaanderen. Vandaag verdwijnt nog altijd 6 hectare per dag aan open ruimte. Tegen 2025 moet dat nog de helft zijn, in 2040 moet er een definitief einde aan komen. Over die principes van de zogenaamde betonstop is binnen de meerderheid eensgezindheid, maar dat Van Broeck in zijn strijd zo fel uithaalt naar vrijstaande woningen, kunnen ze bij meerderheidspartijen Open Vld en CD&V maar matig appreciëren. Niet toevallig waren het Lydia Peeters (Open Vld) en Lode Ceyssens (CD&V), twee Limburgse parlementsleden, die minister-president Geert Bourgeois (N-VA) vroegen om Van Broeck op het matje te roepen. “We zijn akkoord dat we anders moeten omgaan met de open ruimte, maar de taak van de bouwmeester is toch om bruggen te bouwen? Ik zou hem willen vragen om op te houden de vrijstaande woningen te viseren”, zei Ceyssens. Peeters herinnerde er aan dat er nergens in de akkoorden over de betonstop staat dat “er geen individuele woningen meer mogen worden gebouwd”.
Maar meer dan zeggen dat hij de uitspraak “ongelukkig” vond, deed Bourgeois niet. “De bouwmeester is bezig een beweging, een omslag op gang te brengen. Overal in Vlaanderen worden woonzones geschrapt, hij is de eerste die op zo’n sterke manier de link legt tussen onze ruimtelijke verrommeling en de strijd tegen klimaatopwarming. Als we niets doen zal in 2050 41,5 procent van onze oppervlakte bezet zijn. Dat is dramatisch. We hebben nu al na Malta de grootste verharde oppervlakte van Europa.”
“Het is dus geen strijd tussen het hutje op de prairie en grijze woontorens in de stad, dat is in een dichtbevolkte regio als Vlaanderen toch niet meer mogelijk”, sprong Bruno Tobback (sp.a) de minister-president bij. “Het gaat erom een nieuwe manier te vinden om onze ruimte in te richten zodat het voor iedereen aangenaam is.” Helaas begrijpt de hardleerse Vlaming alleen maar steenharde taal als het over bakstenen gaat. En dus kan de Vlaamse bouwmeester niet anders dan ons met dit soort uitspraken een geweten te schoppen. Daarmee zullen de vrijstaande huizen echt niet verdwijnen. Ook niet na 2040.