Vluchtelingencrisis in Congo groter dan Syrië
“Het is een megacrisis. Het aantal mensen dat in Congo op de vlucht is geslagen voor het geweld, plaatst Syrië, Jemen en Irak helemaal in de schaduw.”
HASSELT -
Dit zegt de Noorse vluchtelingenorganisatie ‘Norwegian Refugee Council’ (NRC) in een persmededeling. Dit jaar zijn in Congo al 1,7 miljoen mensen op de vlucht geslagen. De belangrijkste oorzaken van die vluchtelingenstroom zijn nieuwe gewapende conflicten, de intensivering van bestaande conflicten en het aanhoudende uitstel van de verkiezingen, aldus de NRC.
Naast de vier miljoen vluchtelingen hebben zeker zeven miljoen mensen moeite om zichzelf te voeden. Intussen komt de internationale hulp voor Congo maar moeilijk op gang. Hoewel de Verenigde Naties alarm hebben geslagen, hebben ze minder dan de helft van de 812 miljoen dollar noodhulp ontvangen.
Vooral de provincie Tanganyika (vroeger een deel van Katanga) en de Kasaï-provincies zijn in de ban van het geweld.
In de Kasaï is midden vorig jaar een groot conflict uitgebroken rond de betwiste opvolging van een plaatselijke chef. De overheid weigerde in dit bolwerk van de oppositie de opvolger van een overleden chef te benoemen, waarbij op grote schaal moordpartijen uitbraken. Het geweld in de Kasaï heeft al duizenden mensen het leven gekost en tienduizenden zijn op de vlucht geslagen. Door het geweld kunnen mensen niet meer naar hun landbouwgronden en daalt de voedselproductie. Congo kent een zware economische crisis, vooral omwille van de politieke patstelling. Zoals bekend talmt president Kabila met de organisatie van de verkiezingen waaraan hij zelf niet mag deelnemen omdat zijn twee grondwettelijk voorziene termijnen erop zitten.