“Timo, dat was liefde”
Walen en Vlamingen verbroederen tijdens afscheid van elfjarige Timo Kuppens
In Vielsalm is gisteren afscheid genomen van Timo Kuppens. De jongen van 11 uit Maaseik overleed zondag plots, de doodsoorzaak is nog niet bekend. De viering in de bomvolle kerk mondde uit in een verbroedering van Waalse en Vlaamse familieleden en vrienden uit heel België, noodgedwongen één in verdriet. Kuppens was een reiziger. In 2006 geboren in Metz, schoolgaand in basisschool De Boomgaard in Maaseik en zijn eerste stapjes zette hij in Vielsalm. Het kerkje van Provedroux, een deelgemeente van Vielsalm waar zijn vader woont, zou vele malen te klein zijn geweest voor de grote massa die het vroege afscheid van de jongen wilde bijwonen. Daarom werd uitgeweken naar de grote kerk, in het centrum van het Ardeense stadje.
De plechtigheid werd gekleurd met getuigenissen van Timo’s schoolvriendjes en ingetogen liederen van een plaatselijk jeugdkoor. Foto’s van Timo werden vooraan op een groot scherm geprojecteerd, even mooi als hartverscheurend: Timo aan de snoeptaart, Timo op de motor, Timo in de gokart, Timo op vakantie of Timo aan het werk op de boerderij. Hij was altijd aan het lachen. Wat ook steeds terugkwam: Timo in het gezelschap van zijn grote broer Bart. “Bart en Timo, dat noemt men liefde”, echode het begeleidende commentaar. “Ze waren altijd samen. Dag en nacht.”
In shock
Zo was het ook afgelopen zondag, toen Timo zei dat het echt niet ging. Hij stierf in de armen van zijn vader en moeder, en met zijn broer aan zijn zijde. “Mama, ik hou van jou. Papa, ik hou van jou”, waren zijn laatste woorden, vertelde burgemeester Élie Deblire. Net zoals de rest van de bevolking van Vielsalm, was hij nog in shock. “Zaterdag had ik het met jou, Renaud, nog over je zonen gehad. Over hun sportiviteit, hun joie de vivre. Je was gelukkig, maar ook bezorgd omdat Timo ziek was. En dan kreeg ik zondag telefoon van je. In de Ardennen hebben we niet veel woorden nodig om elkaar te begrijpen. Zonder dat je iets moest zeggen, wist ik dat het onTimo voorstelbare was gebeurd.” Onvoorstelbaar. Het was amper twee dagen tevoren begonnen met lichte koorts en buikpijn. Zijn vriendjes van de zesde klas kunnen het nauwelijks vatten. “Waar ben je nu, met je lach, je moppen, je snelheid op de speelplaats en je stunten?” vroegen ze. Hun juf voegde daaraan toe: “Het is alsof we allemaal een beetje sterven. Het is onaanvaardbaar dat er een einde komt aan het leven van zo’n aangename, brave jongen.” De plechtigheid eindigde met een lange steunbetuiging, met knuffels en kussen van alle aanwezigen voor Timo’s ouders en broer, en van velen ook voor elkaar. Een grote verbroedering, waarna de kist van reiziger Timo door een escorte van motorrijders naar het begraafplaatsje van Provedroux werd gegidst.