Caspar, Melchior en Balthasar
Ik heb de eer en het genoegen om op deze pagina’s de eerste column van het nieuwe jaar te schrijven. Ik wens jullie dan ook het allerbeste toe voor 2018. Warmte, genegenheid, vriendschap, een goede gezondheid en af en toe eens een stevige knuffel! Ik mag hopen dat jullie fijne feestdagen mochten beleven. Helaas zijn ze alweer voorbij en stapten we goeden-wel het nieuwe jaar in.
Geen witte kerst deze keer. Spijtig, want dat heeft wel iets. Ik herinner me nog hoe we vroeger samen met onze ouders naar de nachtmis gingen. De sneeuw kraakte onder onze dikke schoenen. En wanneer we dan wat later weer naar huis wandelden, klonken er kerstliederen door de witte nacht. De sneeuw dempte alle geluiden, behalve het geluid van die liederen, uit de luidsprekers op de toren van de Sint-Martinuskerk. Thuis wachtten dan traditiegetrouw de worstenbroodjes. Ik ben op de voorbije kerstavond met de hond gaan wandelen door onze wijk en ik heb genoten van de mooie verlichting in de tuinen en de straten. Hier en daar heb ik stiekem naar binnen gekeken en zag hoe families genoten van het samenzijn. Zo moet Kerstmis zijn hé.
En een week later alweer feest … Nieuwjaar! Elkeen viert dat op zijn of haar manier. Uitbundig of eerder rustig, onder vrienden of met de familie, thuis of op restaurant. Sommigen helaas héél alleen. Wij blijven altijd gezellig thuis, genietend van een fondue en zo houden we de hond rustig als om middernacht het vuurwerk knalt. In gedachten houden we enkele plaatsjes vrij voor zij die er niet meer bijzijn. Want vergeten doen we hen nooit! Als de klok dan twaalven slaat, begint de gsm onophoudelijk te rinkelen. De sms’jes reizen de wereld rond. We telefoneren met familie en vrienden, want we willen iedereen het allerbeste wensen voor dit nieuwe jaar. En morgen, 6 januari, mag ik eindelijk Caspar, Melchior en Balthasar in mijn kerststal zetten. De beeldjes stonden al een tijdje geduldig aan de zijkant te wachten. Een gewoonte die ik uit mijn kindertijd heb overgehouden. “De Drie Koningen mogen pas op 6 januari in de stal.” Die dag trokken we ook de straat op, een andere gewoonte uit onze kindertijd, het driekoningenzingen. Mijn beste vriendin, haar zus en ik gingen dan van deur tot deur. Mijn broer had op een oude bezemsteel een ster gemonteerd die ik door middel van een koordje kon doen draaien. In het midden van die ster brandde zelfs een lampje. Als de voordeur waar we aanbelden, openging begon ik hevig aan dat koordje te trekken en zong samen met mijn vriendin het gekende driekoningenlied. Haar zus begeleidde ons op de melodica. Voor wie de melodica niet meer kent, het is een soort handpiano waarop je moet blazen. Meestal kregen we dan wat centjes, af en toe een versgebakken wafel of wat snoep.
Ik ben benieuwd of er dit jaar nog koningen zullen aanbellen. Daarna is het even afgelopen met feesten.