“In ’88 al bussen zonder asbak”
Autocarbedrijf De Zigeuner uit Diepenbeek viert zeventigste verjaardag
Misschien was het naar Spanje voor een zomervakantie, naar Parijs voor een citytrip of gewoon een ritje met de school naar het zwembad om de hoek. Maar de kans dat u ooit ook in een van de typische oranjerode bussen van De Zigeuner hebt gezeten, is groot. Het autocarbedrijf viert dit jaar zijn zeventigste verjaardag. In de jaren 80 gaf oprichter Hubert Vanheusden de fakkel door aan zijn drie zonen. “Maar wij rijden nog elke week, hoor”, zeggen Rik, Jan en Paul in koor. “We kunnen dat niet missen, het zit in ons bloed.” Vrijdagochtend 10 uur. Een lange rij wachtenden verzamelt zich voor de ingang van De Zigeuner in Diepenbeek. Het busbedrijf houdt nog tot zondag opendeurdagen, met infostandjes over de verschillende reizen. “De eerste mensen stonden hier vanochtend om 8 uur al”, verklapt een chauffeur, terwijl hij ons via een zijingang tot bij Rik Vanheusden (64) brengt. Hij runt het bedrijf, samen met zijn twee broers. “Wie dit weekend boekt, krijgt vijf procent korting”, verklaart Rik de drukte. “Dat lijkt misschien niet veel, maar onze winstmarges zijn ook heel klein. Er zijn ook reizen die pas vanaf dit weekend te boeken zijn. Sommige mensen hebben een voorkeur qua plaats in de bus, en willen er dus snel bij zijn. In totaal verwachten we dit weekend zo’n zeven- à achtduizend man.” Bijna niet te geloven dat het verging Rik VANHEUSDEN
De Zigeuner haal zeventig jaar geleden begon met amper één bus. Om die te kopen, reed Hubert ‘Berke’ Vanheusden met de fiets van Beverst naar Antwerpen. Die kocht hij uiteindelijk samen met zijn schoonbroer, maar na vijf jaar Berke alleen verder. “De naam werd bedacht door ons ma”, zegt Rik. “Omdat pa nooit thuis was, zei ons ma op een bepaald moment dat hij net een zigeuner was. ‘Voilà, dat wordt de naam voor mijn bedrijf ’, zei onze pa meteen. En zo geschiedde.”
Eyecatcher
Toen zonen Rik, Jan en Paul in de jaren ’80 de zaak overnamen, kwam de eerste bus met de opvallende oranjerode kleur. “‘Dat is geen bus van mij’, zei onze pa toen ik daarmee thuis kwam”, lacht Rik. “Maar ondertussen is het ons kenmerk geworden, een eyecatcher. Toen we daar in het begin mee rondreden, vertraagden auto’s zelfs om te zien wat het was. Nu kennen ze ons in heel Europa. En de politie ook (lacht).” Vandaag rijden er tachtig van die opvallende bussen rond. Nochtans staat de sector onder druk. “Tegen de goedkope vliegtickets kunnen we eigenlijk bijna niet meer concurreren”, zegt Rik. “Hoewel, bij korte citytrips kom je op het einde van de rit niet goedkoper uit, hoor. Een vlucht naar Londen mag dan maar 25 euro kosten, je moet ginder wel zelf nog een trein, taxi en hotel regelen. En betalen.”
Toch verwondert het niet dat het aandeel 50- en 60-plussers in de wachtrij in de meerderheid is. “Wij moeten het inderdaad vooral hebben van onze service”, gaat Rik verder. “Een goede reisleider, niet slepen met bagage, afgezet worden aan het hotel, niet lang op voorhand aanwezig zijn zoals in de luchthaven, enzovoort. Ook wat de luxe in de bussen betreft, zijn wij altijd voorloper geweest. In 1988 hadden we al een bus zonder asbakken, waar dus niet op gerookt mocht worden. De beenruimte hebben wij altijd belangrijk gevonden. En met allerlei gadgets, zoals dvd, tv en wifi, wa- ren wij ook eerst. Maar tegenwoordig heeft iedereen dat.”
Opvolging
Voor Rik, Jan en Paul komt de pensioengerechtigde leeftijd (stilaan) in zicht. Een opvolger voor het drietal staat echter niet meteen klaar. Rik heeft drie dochters, Jan en Paul hebben elk twee dochters. “En geen van hen heeft al een busrijbewijs”, zegt Rik. “En mijn jongste dochter is ondertussen toch al 25. Dat kan ik goed onthouden, omdat ik in ‘92 een bepaalde bus aangekocht heb (lacht). Weet je wat dat is? Wij zijn zelf nooit veel thuis geweest... en dat zien onze kinderen ook. Maar we denken ook nog niet meteen aan stoppen. Meer nog, we zitten nog wekelijks achter het stuur van een bus. We kunnen dat niet missen. Wat wil je, het is ons met de paplepel ingegeven. En nu zit het in ons bloed.”
Wij moeten het hebben van onze service: een goede reisleider, niet slepen met bagage, afgezet worden aan het hotel, niet lang op voorhand aanwezig zijn zoals in de luchthaven...