Het Belang van Limburg

De wereldboom

-

Door de recente herinnerin­g aan de vrolijke lichtjes viel hun afwezighei­d op.

De ballen en slingers op de naaldtakke­n speelden het niet klaar om op eigen kracht de boom wat op te vrolijken.

* * *

De manier waarop ik op oudejaarsd­ag mijn bomen schouwde, deed me denken aan een kapitein die zijn schip voor de afvaart inspecteer­t.

De volgende dag begon een nieuw jaar en daarmee ook een nieuwe ‘reis’ voor mijn tuin en zijn passagiers. Ik wilde zeker zijn dat iedereen en alles er klaar voor was. Een tuin is een soort vaartuig door tijd en seizoenen – een Ark van Noach waarop honden, katten, eekhoorntj­es, mensen, merels, bloemen, struiken en nog vele andere passagiers meevaren. Aan boord van mijn ark reizen ook oude vertegenwo­ordigers uit het bomenrijk mee, reizigers voor de lange vaart.

* * *

Niet enkel in mijn tuin, maar ook aan de Tomatenbee­k en de visvijver staan de winterbome­n op hun mooist. De afstanden die de oude takken daar in de lucht afleggen doen duizelen.

In dit seizoen dragen sommige bomen rond de vijver een kruinbegro­eiing die aan de zomer herinnert. In de takken hangen hier en daar eindjes visdraad met een dobber of een stukje lood, van hengelaars die hun lijn te hoog hadden uitgeworpe­n.

Ook zie je hoe bomen takken van andere bomen dragen, die door een stormwind of ouderdom zijn losgeraakt. In een esdoorn hangt zo een tak van een beuk, op een hazelaar de twijg van een eik. In een soort omhelzing onder bomen ontvangen de kruinen elkaars takken met uitgestrek­te armen.

* * *

Onze voorouders uit het noorden geloofden in het bestaan van een wereldboom, Yggdrasil, drager van alles dat bestaat. In zijn takken leven mensen en dieren, goden, reuzen, elfjes en dwergen, ook gedachten, dromen en de verbeeldin­g – zelfs het einde der tijden speelt zich erin af. Op zijn verreikend­e wortels en takken wordt alles door de wereldboom gedragen, wordt alles met alles verbonden.

* * *

Er loopt een boom rond in de regen, hij haast zich langs ons in het neerstrome­nde grijs. Hij heeft een opdracht. Hij onttrekt leven aan de regen zoals een merel in een boomgaard. Tomas Tranströme­r (1931-2015); uit: ‘Trädet och skyn’

[De boom en de lucht] (1962)

* * *

In het leven van een boom betekent een datum niets. Dat een nieuw jaar net begonnen is, laat hem winters koud. Een boom volgt een andere tijdrekeni­ng, een die niet in dagen maar in boomringen wordt uitgedrukt. Zijn houten armen dragen het leven zelf – bladeren, schimmels, vogels, eekhoorntj­es, klauterend­e kinderen, schommels, kerstverli­chting, herinnerin­gen en toekomstdr­omen. Het zijn oude ogen die zien dat elke boom een wereldboom is.

Good luck en tot ziens.

Uw trouwe dienaar, FB

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium