Celestine uit Riemst helpt Lakota-indianen in de VS
Riemstse Celestine (59) leeft elk jaar enkele weken bij de Lakota-indianen
“Ik wou dat ik Tinker Bell was en de pijn in de harten van ons volk kon wegtoveren.” Aan het woord: de kleine Wiyaka Sierra (8) tegen Celestine Schepers (59) uit Kanne (Riemst), die al negen jaar elke zomer naar de Verenigde Staten trekt om de Lakota-Sioux-indianen in South-Dakota te ondersteunen. “Hun armoede gaat gepaard met verslavingen, misbruik en zelfmoord”, vertelt Celestine, die woensdag een lezing over de Lakota geeft in het Cultureel Centrum van Hasselt. “Toch geven ze de moed niet op.”
In 2009 trok Celestine Schepers voor de eerste keer van Kanne naar Oglala, een dorpje in het Pine Ridge Reservaat in de Amerikaanse staat South-Dakota. “Via een Amerikaanse professor die een lezing gaf aan de universiteit van Maastricht werd ik uitgenodigd op een zonnedans: een van hun heiligste rituelen”, vertelt ze. “De omstandigheden waarin de Lakota leven, of beter overleven, zijn mensonwaardig. Bouwvallige trailers, kleine vervallen huisjes waar meerdere families in de meest armoedige omstandigheden samenwonen... Vaak zonder elektriciteit, leidingwater en gezonde voeding. Het is verschrikkelijk om te zien: dit verdient geen mens.”
Verslavingen
Het reservaat is volgens Celestine ontwikkelingsgebied. “Er is veel armoede, werkloosheid, alcoholen drugsverslaving”, vertelt ze. “Veel Lakota’s dragen diepe trauma’s mee uit het verleden. Hun voorouders zijn verdreven naar reservaten, waar de overheid hen kon controleren. Hun land werd afgenomen, hun kinderen werden weggehaald en voor jaren naar kostscholen gestuurd. Ze werden misbruikt, mishandeld. Er zijn van die tijd heel veel massagraven teruggevonden. Veel mannen en vrouwen zoeken nog steeds troost in alcohol en drugs. Ze krijgen geen hulp en de pijn wordt van generatie op generatie doorgegeven. De jeugd zit in bendes, ze krijgen te maken met moord en zelfmoord. Ik ben zelf getuige geweest van een moord op een jong meisje. Ik was in shock, maar zo’n dingen gebeuren blijkbaar dagelijks in het trailerpark.” De extreme weersomstandigheden maken het leven niet gemakkelijker. “Ze kennen zware winters met sneeuwstormen en temperaturen van -40 graden. Zonder verwarming. En in de zomer is het extreem heet, met geregeld een tornado.”
Tomatenplantje
Tijdens haar eerste bezoek ontmoette Celestine Michael Sierra (59). De Lakota laten liever geen buitenstaanders toe, maar in de loop der jaren bouwde ze een vertrouwensband op met Michael en zijn familie. “Toen ik Michael vroeg wat zijn wens was, antwoordde hij: ik wil gewoon vrede voor onze kinderen. Hij wees in de verte naar een groot, bosrijk gebied en vertelde me over zijn droom om daar een grote gemeenschappelijke tuin aan te leggen. In 1993 hebben ze dat al eens geprobeerd, maar ze zijn moeten stoppen wegens gebrek aan geld, slechte bereikbaarheid en onverharde wegen. Hij liet me een klein tomatenplantje zien en stelde de vraag: hoe kan ik dit laten groeien? Met die vraag ben ik naar huis gegaan: hoe kan ik deze mensen helpen, terwijl ik zelf amper middelen heb?”
Serre
Haar bezoek in 2009 was slechts het begin. Al negen jaar zamelt Celestine geld in voor de Lakota en trekt ze elke zomer naar ginder om te helpen waar ze kan. “In 2012 zijn Michael en zijn familie begonnen met een grote gemeenschappelijke tuin in het bosrijk gebied op 25 kilometer van hun woonplaats”, zegt ze. “Met ingezameld geld hebben ze de serre van vroeger kunnen herstellen. Het gaat goed met de tuin. Ondanks het weer en de slechte bereikbaarheid, houden ze vol. In een kleine camper een stukje verderop probeert Michael nu te overleven met zijn vrouw en kinderen. Daar is het veel veiliger dan in hun trailerwoonplaats in Oglala. Ze willen graag naar een grotere productie, om groenten aan naburige dorpen te verkopen. Maar ze hebben niet genoeg geld. Ze hebben een tractor en generator nodig. Ik hoop dat we dit voor hen kunnen verwezenlijken.”
Ik ben zelf getuige geweest van een moord op een jong meisje. Ik was in shock, maar zo’n dingen gebeuren elke dag in het trailerpark Celestine SCHEPERS
Soldaten
“Veel Lakota-soldaten hebben tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog in ons land meegevochten”, gaat Celestine verder. “Zij codeerden boodschappen in de Lakota-taal, zodat de Duitsers ze niet konden verstaan. Toen ik zestien was en mijn opa stierf, heb ik een doosje gevonden met brieven van een Amerikaanse soldaat. Via hem ben ik te weten gekomen dat er tijdens de oorlog ook een Lakota-soldaat bij mijn opa verbleef.” “Zij hebben toen goed voor ons gedaan, nu is het tijd voor ons om iets terug te doen”, besluit Celestine. “Dit volk mag niet verloren gaan. Het zijn zo’n prachtige mensen. Ik kan niet begrijpen dat Amerika hen in hun achtertuin laat wegrotten. Trump heeft alles wat ze dankzij Obama zouden terugkrijgen, weer geschrapt. Het doet pijn als je ziet hoe ze worstelen. Terwijl ze zoveel moed en doorzettingsvermogen hebben, dankbaarheid en respect. Terwijl ze zich blijven inzetten voor Moeder Aarde.”
“Vooral het harde leven van de kinderen raakt me iedere keer zo diep. Vorig jaar ben ik met de kinderen onder een grote boom in de tuin gaan zitten. Met Wiyaka en haar zusje Isabella, twee kinderen van Michael Sierra. Isabella wilde legermeisje worden, om mensen te helpen. Wiyaka wou dat ze Tinker Bell was en de pijn in de harten van haar volk kon wegtoveren”
X Lezing van Celestine Schepers, woensdag 10 januari om 19.30 uur in CC Hasselt, www.socialekalender.be