Opnieuw weken aan de kant
LONGEMBOLIE HOUDT KARELIS VAN HET VELD: VLIEGVERBOD EN TWEE NACHTEN ZIEKENHUIS
Ook Samatta belandt weer in de lappenmand
Van de honderd meest waardevolle spelers in Europa hebben er zes bij ons gezeten. Dat toont toch aan dat wij iets unieks hebben in België Patrick JANSSENS
CEO Ik zou het heel onverstandig vinden om nu te zeggen: ‘we vegen het bord af en we beginnen opnieuw’ Patrick JANSSENS
CEO
“We gaan ons model alleen kunnen blijven verdedigen, als ook de resultaten volgen. Maar ik ben ervan overtuigd dat dat zal lukken. We hebben iets unieks in België en willen dat bewaren, het zou onverstandig zijn om het nu overboord te gooien.” Aan het woord: Patrick Janssens, CEO van KRC Genk. Ook aan de Costa Blanca blijft hij ervan overtuigd: het is mogelijk om dominant voetbal, een meerwaarde creëren op spelers én resultaten boeken te combineren.
Hoe kijk je terug op het ontslag van Albert Stuivenberg?
“Met gemengde gevoelens. Bij zijn aanwerving hadden we ons werk heel grondig gedaan. Niet langer dan een jaar geleden had Stuivenberg ook snel een impact gemaakt op de ploeg en onze club. Wij hebben heel snel het voetbal gezien dat we wilden zien. Als je dan een jaar later moet vaststellen dat het toch verzand is, dan is dat confronterend. Want we wilden meer stabiliteit op het vlak van de T1. In België worden te veel trainers ontslagen en ik vind het erg jammer dat wij tot dat groepje behoren. Dan realiseer je je eens te meer dat voetbal een vak is waar het heel moeilijk is om controle over de zaken te krijgen. Omdat er heel veel toeval speelt, je bent enorm gebonden aan resultaten. De chemie tussen mensen is bovendien iets heel kwetsbaar. Succes is nooit gegarandeerd. Toch zijn we als club zo lang mogelijk achter de coach blijven staan. Pas toen we aanvoelden dat het niet meer goed zou komen onder Stuivenberg, hebben we de stekker eruit getrokken.”
Het liep toen al een poos minder. Hebben jullie niet geprobeerd om te corrigeren?
“Het is moeilijk om een evenwicht te vinden tussen de volledige autonomie van een hoofdcoach en het aanpakken van problemen, die aan het groeien zijn. We hebben heel veel gepraat, tot op het laatste moment. Ook over dingen waarvan wij dachten dat er een kortsluiting was tussen trainer en spelers. Dat ging vooral over communicatie.”
“Als ik Albert in Sportweekend hoor zeggen dat hij blij is dat hij tot op het einde van de rit zichzelf gebleven is, dan kan ik mij daar iets bij voorstellen. Als Rotterdammer heeft hij een andere cultuur: hij gaat ervan uit dat als hij een directe vraag stelt, ook het antwoord de volledige waarheid dekt. Terwijl het hier de gewoonte is om de dingen wat meer omfloerst te zeggen. Daar zijn dingen fout gelopen.”
Voelt zo’n ontslag dan aan als een persoonlijke nederlaag?
“Als je iemand aanwerft waarvan je hoopt jaren mee door te gaan en dat blijkt dan niet te lukken, dan zijn dat altijd mislukkingen. Ik heb wat moeite met dat woord persoonlijk. Het is evident dat je bij een ongewone aanwerving zoals we vorig jaar gedaan hebben, je nek uitsteekt. Maar het was een beslissing, die we samen hebben genomen en die Dimitri de Condé en ik met vuur hebben verdedigd.”
Vrees je dan op een bepaald moment ook voor je eigen positie?
“Dat is niet iets wat mij bezighoudt. De voorbije twintig jaar heb ik altijd in posities gezeten, waarvan je weet: ‘dit kan elk moment stoppen’. Je moet altijd doen waar je volop in gelooft. Want als je dingen begint te doen om je eigen vel te redden, moet je stoppen. Maar vragen over mijn positie moet je aan de voorzitter of aan de mensen van de raad van bestuur stellen.”
Voel je die chemie met de voorzitter? Voel je je gesterkt omdat jullie dezelfde ideeën hebben?
“Zeker wel. Onze voorzitter is iemand die zegt waar het op staat. Als er dingen zijn, waar hij niet tevreden over is, dan zal hij het zeker zeggen.”
Ben je er nog steeds van overtuigd dat jullie sportief model wel praktisch haalbaar is? En een meerwaarde creëren op spelers én aanvallend spelen én resultaten halen?
“Het is een model dat we samen hebben uitgeschreven en dat ons ook uniek maakt. Dat dat moeilijk is klopt, maar we moeten ons ook realiseren dat wij geen club zijn die zich in de hoofdstad van België bevindt. Hier wonen geen miljoen mensen, wij moeten op een andere manier overleven. Ik denk dat het een correct model blijft voor ons.”
Is het niet te veel gevraagd om altijd en overal vast te houden aan aanvallend en dominant voetbal? Moet het niet wat resultaatgerichter?
“Er is een soort absolute waarheid in het voetbal dat als een strategie geen resultaat oplevert, ze niet geaccepteerd wordt. Ik zou het heel onverstandig vinden om nu te zeggen: ‘we vegen het bord af en we beginnen opnieuw’. Er zijn de voorbije twee jaar toch echt wel momenten geweest in de competitie en de Europa League waarop je kon zien dat het werkte. Als je kijkt binnen de G5 vind ik het heel belangrijk dat wij een eigen profiel hebben waarmee we ons onderscheiden van de anderen. Dat wij een reden van bestaan hebben. We moeten geen andere kopiëren. Onze academie is een groot concurrentieel voordeel. Van de honderd meest waardevolle spelers in Europa hebben er zes bij ons gezeten. Dat toont toch aan dat wij iets unieks hebben in België en dat ook moeten blijven bewaren. Maar we gaan dat alleen kunnen blijven verdedigen als ook de resultaten volgen.”
Wat sterkt je in de gedachte dat die resultaten nu wel gaan volgen?
“Het geloof dat wij de juiste beslissingen hebben genomen. Met Philippe Clement hebben we een trainer met een grote affiniteit met de club, die de juiste impulsen geeft op het niveau van de relatie met de spelers en het voetbal dat we willen zien. Om het probleem van de fysieke paraatheid op te lossen hebben we Bram Swinnen aangesteld. We hebben nu nog wel enkele praktische problemen, zoals het uitvallen van Berge en Heynen op hetzelfde moment. Op korte termijn zullen we dat aanpakken. Dat gaat lukken, maar een oplossing haal je niet zomaar uit het schap van de supermarkt.”
Vergt het meer tijd dan algemeen wordt gedacht? Of is het zoveel duurder om sneller te handelen?
“Beide. Transfers zijn een complexe materie. We willen onafhankelijk zijn van makelaars, dat betekent dat het iets langer duurt. We zijn financieel een heel gezonde club en we willen dat ook heel graag blijven. De voorbije drie en een half jaar zijn we er toch in geslaagd om de spelers binnen te halen die we wilden, zonder daarvoor te veel te betalen. Maar het heeft wel langer geduurd dan mensen hadden gehoopt of verwacht. Het parcours dat wij doorlopen om een transfer af te ronden duurt langer, maar we slagen er meestal wel in. Maar daar kan soms een transferperiode overgaan, zoals in het geval Karelis. Ingvartsen heeft ook heel lang geduurd. We maken goede akkoorden, maar het heeft tijd nodig.”