Het Belang van Limburg

Met vertrouwen naar de

Bewijst met zesde plaats op 1.500 meter dat hij alles in huis heeft om te imponeren op sterkste nummer

- Van onze verslaggev­er Hans JACOBS in PyeongChan­g

De grote motor van de 5 kilometer? Check, met een persoonlij­k record en een zesde plaats. De snelle benen van de 1.500 meter? Check, met een persoonlij­k record en een zesde plaats. Dus 1+1=2. Want wat heb je, Bart

Swings zijnde, nodig voor een flitsende massastart tijdens het slotweeken­d? Juist, een grote motor én snelle benen. Bart Swings stapte niet ontevreden de mixed zone van de Gangneung Oval Arena binnen. Na de bevrijdend­e 5.000 meter eerder deze week kwam gisteren de bevestigin­g op de 1.500 meter, met eenzelfde scenario. Net zoals op die 5 kilometer schaatste Swings nooit sneller de 1.500 meter op een laaglandba­an (1.45.49). Op hetzelfde ijs van PyeongChan­g reed hij vorig jaar zelfs een seconde trager. Klus geklaard dus. Maar helaas, de toegenomen concurrent­ie deed ook wat ze moest doen. En dus is hij zesde. Wéér zesde, net als op de 5 kilometer. “Stiekem had ik gehoopt op het podium, maar dan moest ik beter starten.”

Hij strandde op een dikke halve seconde van dat podium. Ondanks een seizoen dat slecht tot dramatisch begon. “Ik heb nooit getwijfeld aan de Spelen, altijd gedacht dat het goed zou komen. Als ik niet zou weten waar het aan lag, dát was pas een probleem. Maar er waren altijd redenen waarom het minder liep: eerst die overbelast­ing van mijn knie, dan die pijnstille­rs tegen maaglast die niet werkten zoals het moest. Ik heb dat overwonnen en sta hier in vorm. En zowel op de 5 kilometer als op de 1.500

XBart SWINGS meter had ik een goed gevoel.” Na twee van zijn vier olympische schaatsdis­ciplines die Swings heeft afgewerkt, is de conclusie: er zal nog rekening moeten worden gehouden met hem. Vooral in ‘zijn’ nummer: de massastart. Waarom? Eerst de les van de 5 kilometer, waarin hij de rondjes afwerkte binnen een verval van een seconde, de tijd tussen zijn snelste en zijn traagste ronde. Die toont aan dat zijn fysieke paraatheid opperbest is en niet doodgaat op het einde.

Dan de les van zijn 1.500 meter, die illustreer­t dat het ook snor zit met zijn snelheid. Nu zal Swings nooit een pure sprinter met een goede start worden, maar wel iemand die enkele relatief snelle rondjes uit zijn schaatsen kan schudden met weinig verval. Anders haal je grootheid Shani Davis, veelvoudig olympisch medaillewi­nnaar en wereldkamp­ioen en gisteren zijn tegenstand­er - een raket die op het einde uitdooft - nooit in.

Hopelijk geen aanrijding

En nu komt het leuke: iemand die wil scoren op de massastart, een soort ploegkoers op het ijs van 16 rondes - ongeveer 6,5 kilometer moet het hebben van én een grote motor én snelheid. En daar is ook de ‘handicap’ van een niet zo supersnell­e start niet van tel, want er is een vliegende start en een peloton om zich te laten meedrijven. Coach Jelle Spruyt: “De vorm is er, hij kan goed rondjes rijden. En de snelheid is er, vooral voor enkele snelle rondjes na elkaar. Ideaal voor ons, want één snel rondje volstaat niet op de massastart. Het enige onvoorspel­bare is dat je er ook meteen kunt uitliggen als je wordt aangereden door een tegenstand­er, want je zit in een peloton.” Die nagelbijte­r, die voor het eerst op het olympische programma staat, vindt pas plaats tijdens het slotweeken­d, over anderhalve week. Morgen neemt Swings eerst nog deel aan de 10 kilometer. Spruyt: “We zijn intussen al eens vierde, vijfde en nu in PyeongChan­g twee keer zesde op de Spelen. Leuk, maar het mag ook eens in de goede richting opschuiven.”

Swings: “De stress en de spanning van die massastart zullen nu snel komen.”

Ik heb nooit getwijfeld aan de Spelen, altijd gedacht dat het goed zou komen. En zowel op de 5 kilometer als op de 1.500 meter had ik een goed gevoel

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium