DE REKENING VAN 1B
DEGRADATIE IS GOED VOOR ZOWAT EEN HALVERING VAN DE INKOMSTEN
“Wat kost een degradatie, denk je?”. Die vraag stelde KV Mechelentrainer Dennis van Wijk zich na het arbitrale drama in Luik. “Tien miljoen euro? Twintig miljoen euro?” Of het echt zo veel is, valt moeilijk te zeggen. Maar dat degradatie een financiële ramp betekent, is een zekerheid. Wie uit de Jupiler Pro League verdwijnt, houdt immers maar beter rekening met bijna een halvering van de inkomsten. Alsof het sportieve leed alleen nog niet voldoende was. Terugblikken op de degradatie van Westerlo vorig jaar is voor algemeen coördinator Wim Van Hove al niet bepaald leuk, praten over de financiele gevolgen van de verbanning naar 1B is al helemaal geen pretje. “Neem
dat we alles bij elkaar dit seizoen pakweg veertig tot vijftig procent minder inkomsten hebben”, zegt Van Hove.
TV-GELD GEDEELD DOOR DRIE
Zoals al vermeld in onze dinsdagkrant zijn de tv-gelden de grootste verliespost. Tot en met 2020 krijgen de 24 profclubs 82 miljoen euro om jaarlijks te verdelen. Het grootste deel daarvan gaat naar de eersteklassers die een verdeelsleutel creëerden op basis van onder meer de clubresultaten van de laatste vijf seizoenen en het aantal tv-uitzendingen dat een ploeg krijgt. Voor de clubs uit 1B is er van die 82 miljoen euro slechts 500.000 euro per club weggelegd. Dat wordt nog aangevuld met een klein bedrag uit het tv-contract met Proximus voor 1B, dat berekend wordt op basis van resultaten. De degradant krijgt wel een zogeheten parachute van zo’n één miljoen euro. “In ons geval betekende dat toch een daling van dik zestig procent ten opzichte van de Jupiler Pro League”, zegt Van Hove. Een verlies van meer dan anderhalf miljoen euro.
En daar komen nog heel wat kleinere verliesposten bij. De inkomsten aan abonnementenverkoop – geschat op veertig procent–, de losse ticketverkoop – geschat op veertig procent – of iets simpels als het aantal eters op wedstrijddagen – worden gehalveerd. Door de degradatie zat het seizoen van Westerlo er bovendien al in maart op, wat betekende dat er geen tickets voor drie thuiswedstrijden in play-off 2 aan de man gebracht konden worden. Bovendien speelt men in de reguliere competitie in 1B één thuiswedstrijd minder dan in de Jupiler Pro League. Allemaal kleine beetjes die knagen aan
het budget. “Daarnaast zijn er ook sponsordeals die verdwijnen”, zegt Van Hove. Een halvering van de sponsorinkomsten is wat hij ruwweg schat. O ja: wie zakt, ziet ook zijn belang in de Pro League – twee stemmen worden één stem – dalen. Ook dat nog.
KOSTEN DALEN NIET
De gedaalde inkomsten op zich zijn evenwel niet het grote probleem. “Wel dat ploegen die degraderen niet meteen van hun kosten afraken”, duidt Thomas Peeters, Belgisch sporteconoom aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Clubs hebben nog zware spelerslonen doorlopen, hebben een marketingstructuur die geld kost of hebben financiële verplichtingen aan hun stadion.” Peeters onderzoekt momenteel in samenwerking met Stefan Szymanski van de Amerikaanse universiteit van Michigan de oorzaken achter faillissementen bij de 92 Engelse profclubs. “Clubs die zakken, willen vaak zo snel mogelijk terug stijgen en houden zich vast aan hun bestaande kosten. Als dat stijgen niet lukt, kom je in de problemen. Een club waarbij het verschil tussen de sportieve prestaties en de loonkosten heel groot is, is niet gezond.” Versta: wie met een kern voor een topvijfplek zakt en niet meteen weer stijgt, krijgt het vaak moeilijk. KV Mechelen heeft al verzekerd dat het ook bij degradatie gewoon op 1 april start met de bouw van de nieuwe hoofdtribune – kostprijs twaalf miljoen euro – en heeft wel wat nieuwe marge dankzij de 8,25 miljoen euro die de verkoop van Hassane Bandé aan Ajax opleverde, terwijl Eupen ook bij degradatie zal kunnen blijven rekenen op de financiële en sportieve steun van de Qatarese Aspire Academy. “En toch”, besluit Van Hove. “Wij hebben in Westerlo ons budget na de degradatie wel moeten halveren.” Een gewaarschuwd man is er
twee waard.