“Ruimteplan Vlaanderen benadeelt Limburg”
Voka klaagt dictatuur van Vlaamse Ruit aan
“Het kan niet dat Limburg in het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) het label van ‘hinterland’ krijgt, met minder ontwikkelingsmogelijkheden maar met groen en open ruimte voor bezoekers uit het centrum.” zegt Johann Leten (Voka Limburg), die daarin wordt gesteund door zijn West-Vlaamse evenknie Bert Mons. “Het plan focust op de Vlaamse Ruit, dat ook het merenDat deel van de middelen zal krijgen. West-Vlaanderen en Limburg zijn veel minder een knooppunt, en zullen dus minder ontwikkelingsmogelijkheden en investeringen krijgen”, klaagt Leten aan. “De Vlaamse regering moet dringend haar Euregiobril opzetten en onze sterke connecties met de Euregio en de groeipolen Eindhoven en Aachen laten meetellen.” Ook na de heisa over de betonstop wil de regeringBourgeois dit voorjaar nog landen met het definitieve plan.
De verdichting van de Vlaamse Ruit (Brussel-Gent-Antwerpen-Leuven) vormt de rode draad doorheen het witboek van het nieuwe ‘Beleidsplan Ruimte Vlaanderen’ (BRV). “Het gevaar dreigt dat Limburg en West-Vlaanderen het label van ‘hinterland van Vlaanderen’ krijgen, met minder ruimtelijke en ontwikkelingsmogelijkheden maar met groen en open ruimte voor bezoekers uit het centrum.” Dat zegt Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka Limburg en vicevoorzitter van de koepel van de 14 Kamers van Koophandel in België. In haar regeerakkoord heeft de Vlaamse regering opgenomen dat ze deze legislatuur het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) realiseert. Dat moet de opvolger worden van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit 1997. Het BRV zal aangeven hoe de waardevolle open ruimte maximaal wordt gevrijwaard en waar wonen en ondernemen mogelijk blijft. De omstreden boskaart en betonstop vormen essentiële onderdelen van dit visieplan, dat de inname van nieuwe ruimte tegen 2040 volledig wil stoppen.
Hoewel de regering in mei met het definitieve BRV wil landen, verwachten sceptici dat dit onmogelijk is en het dossier naar de volgende legislatuur verhuist.
Vicieuze cirkel
“Of het nu over stedelijkheid of de betonstop gaat, de focus voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen ligt vaak op de Vlaamse Ruit. Met haar 820 inwoners/km2 is dat een van de dichtstbevolkte gebieden van Europa”, zegt Johann Leten. “De verdichting en inzet van het merendeel van de middelen in deze regio vormt de rode draad doorheen het plan. Logisch als je methodiek uitgaat van het knooppuntmodel.”
Volgens Kris Claes, directeur belangenbehartiging bij Voka Limburg, is deze methodiek erg nadelig voor Limburg en West-Vlaanderen: “Deze twee regio’s hebben vandaag een lage knooppuntwaarde. Daardoor zullen ze in de toekomst minder ontwikkelingsmogelijkheden krijgen, waardoor hun knooppuntwaarde nog verder zal verlagen. Zo beland je natuurlijk in een vicieuze cirkel. ” Leten: “Het gevaar schuilt er in dat Limburg en West-Vlaanderen het label krijgen opgeplakt van ‘hinterland van Vlaanderen’. Dat moeten we ten alle tijden vermijden, omdat het onze toekomst hypothekeert.”
”Effecten al zichtbaar”
Volgens Kris Claes zijn de effecten nu al in beide provincies zichtbaar. “De afschaffing van de provinciale directies van De Lijn en hun verhuizing naar Mechelen, is een eerste voorbeeld. Het Essersbos en Lummen-Zuid en Chartreuse in West-Vlaanderen zijn twee andere dossiers waarvoor het zeer moeilijk is om groen licht te krijgen. Groen en open ruimte worden vaak als argument gebruikt om ontwikkelingen in deze regio’s tegen te gaan.”
Johann Leten: “Dit is zeer jammer voor de ruim twee miljoen mensen die niét in de Vlaamse Ruit wonen. Zij betalen evengoed mee aan de ontwikkeling van Vlaanderen, en hebben daardoor ook recht op gelijke ontwikkelingsmogelijkheden en gelijke investeringen op het vlak van infrastructuur, mobiliteit en voorzieningen.”
Euregionale bril
Het duo heeft forse bedenkingen bij het huidige plan. “Dat beschouwt Vlaanderen te veel als een eiland. De ruimtelijk-economische ontwikkeling van Limburg stopt evenwel niet aan lands- en taalgrenzen, maar heeft sterke connecties met de Euregio Maas-Rijn en de groeipolen Eindhoven en Aachen. Het wordt dus tijd dat de Vlaamse regering haar euregiobril opzet”, zegt Leten. “Daarnaast houdt het geen rekening met de demografische groei. Vandaag heeft Limburg een jongere bevolking en dus minder nood aan zorgvoorzieningen. Omdat we een lagere knoopuntwaarde hebben, zullen we in de toekomst minder mogelijkheden krijgen om die veroudering op te vangen.”
Leten en Claes roepen de Limburgse parlementairen op om hier streng mee op toe te zien.