Zus vrijgesproken voor moord op broertje (4)
Nieuwe getuigenis spoedarts zet assisenproces op zijn kop
Bouchra Farih (20, links), de jongste vrouw ooit voor assisen, werd gisterenavond vrijgesproken.
BRUSSEL -
Ze riskeerde tientallen jaren cel, maar door de getuigenis van twee artsen werd Bouchra Farih (20) uit Sint-Agatha-Berchem gisteren op de valreep vrijgesproken. Ze werd ervan beschuldigd als een “ijskoude moordenares” haar vierjarige broertje Soufiane gewurgd te hebben. Tot de spoedarts die het jongetje had proberen te reanimeren, vroeg om opnieuw te mogen getuigen. Zijn verklaring dat de sporen in Soufianes nek ook het gevolg konden zijn van de reanimatie veranderde alles. Bouchra Farih belde op 1 juli 2015 in de namiddag een buurvrouw. Haar broertje Soufiane lag roerloos in de zetel en gaf geen teken van leven meer. De hulpdiensten trachtten het kind nog te reanimeren, maar Soufiane werd een uur later doodverklaard.
Het gerecht vond het overlijden verdacht en opende een onderzoek. Het lichaam van de jongen vertoonde immers sporen die op wurging konden wijzen. De hypothese was dat Bouchra haar broertje had aangepakt omdat ze op hem moest passen terwijl ze een afspraak met haar liefje had, of omdat de jongen haar geheime liefdesrelatie aan hun ouders dreigde te verklappen.
Jarenlange celstraf
Bouchra bleef ook na veertien maanden cel ontkennen dat ze iets met de dood van haar broertje te maken had, maar op het assisenproces probeerde de openbaar aanklager vier dagen lang de jury te overtuigen van haar schuld. Ze leek af te stevenen op een jarenlange celstraf, tot spoedarts Gerlant van Berlaer op het toneel verscheen. De arts die Soufiane tevergeefs had proberen te reanimeren kwam dinsdag getuigen, maar bleef achteraf met het gevoel zitten dat hij zijn verhaal niet nauwgezet had kunnen vertellen. Tegen alle regels in contacteerde hij dinsdagavond Bouchra’s advocaat met de vraag of hij opnieuw zijn verhaal mocht doen. En dat mocht. Aan de hand van een pop legde hij woensdag uit dat de groef in Soufianes nek mogelijk veroorzaakt werd door het touwtje van het beademingsmasker. De wetsdokter die de autopsie had uitgevoerd, bevestigde dat de sporen in de hals van Soufiane mogelijk pas na zijn dood waren ontstaan. Bijna drie jaar leek Bouchra’s schuld vast te staan, maar door de getuigenis van de twee artsen doemden er plots vraagtekens op. Zozeer zelfs dat het Openbaar Ministerie donderdag het geweer van schouder veranderde en de vrijspraak vroeg. Artsen die door de advocaten van de verdediging werden opgeroepen, hadden eerder al verklaard dat andere doodsoorzaken dan wurging mogelijk waren, zoals respiratoire insufficientie of een epilepsieaanval.
Tranen
Toen gisteravond om iets over negen het verlossende oordeel van de jury kwam, barstte Bouchra Farih in tranen uit. “Eindelijk valt deze zware last van onze schouders”, zegt haar vader Ez Zaïm. “Ik was zo bang dat ik na mijn zoontje ook nog mijn dochter zou verliezen. Terwijl wij altijd geweten hebben dat ze onschuldig was.”
De voorzitter van het assisenhof hield een slag om de arm. “Er is twijfel gerezen over de doodsoorzaak, dus moest de jury u wel vrijspreken. Ik hoop echter dat u helemaal in het reine bent met uw geweten.”
De openbare aanklager haalde fors uit naar de artsen, die volgens hem Bouchra Farih 14 maanden voorhechtenis hadden kunnen besparen als ze hun verklaringen eerder hadden afgelegd. Maar voor de verdediging waren de dokters de “helden van de dag” en lag de fout bij de onderzoekers die nooit aan de urgentieploeg gevraagd hadden welke handelingen zij op Soufiane hadden toegepast.