“Otter is hier welkom”
Natuurpunt herstelt Bosbeekvallei met 2,5 miljoen
De vallei van de Bosbeek is klaar om de otter en de zwarte ooievaar te ontvangen. Zeven jaar lang werd met Europese (1,9 miljoen euro) en Limburgse (0,5 miljoen) subsidies het originele landschap hersteld. De Bosbeek meandert weer als vanouds tussen de graslanden, heidegebieden en natuurlijk vijvers. “Het herstel van een landduin op de grens van Opglabbeek en Opoeteren was ons sluitstuk”, zegt Kevin Feytons van Natuurpunt.
De afgelopen zeven jaar kocht Natuurpunt 56 hectare grond bij in de buurt van de Bosbeek en de Itterbeek. De twee gebieden samen zijn nu ongeveer 400 hectare groot. Na de herstelwerken zijn er intussen al twee wandellussen geopend. “Maar er zijn ook gebieden die niet toegankelijk zijn voor de mensen om de natuur de kans te geven zich te ontwikkelen. En dat heeft al zijn vruchten afgeworpen. Zo is er intussen een eerste broedgeval van de grauwe klauwier, werd de blauwborst gesignaleerd, zijn er tientallen planten uit de grond geschoten die hier al jaren verdwenen waren en doen de kamsalamanders en verschillende soorten kikkers het goed”, vat Feytons samen. Hij leidt ons langs de hoogtepunten van het project. “Vroeger waren er hier in de buurt veel hooilanden waar insecten van de zon genoten en nectar in de bloemen vonden. Maar de jongste decennia waren de meeste natuurlijke hooilanden overwoekerd door wilgen, ruigtes of werden ze beplant. In de buurt van de Bosbeek - op de Berkendijk in Opoeteren - hebben we nu een open landschap gecreëerd met daarrond nog broekbossen. De blauwe reiger en de bonte specht zijn hier al thuis. Door de vochtige grond kan ook veenpluis opnieuw groeien.” “In Opglabbeek is de vallei het breedst. Hier haalden we de uitheemse bomen en koterijen weg. Vijvers werden natuurlijker ingericht en er is intussen een wandellus ingericht. Maar ook al worden mensen toegelaten in het gebied, er zal nog voldoende ruimte zijn om de zwarte ooievaar naar hier te halen. Of de otter. De Bosbeek is al heel proper en dat speelt in ons voordeel.” “Op het einde van de Bampsstraat werd een perceel verboste heide opengemaakt en gaven we het landschap zijn natuurlijke glooiing terug. Door de grond af te schrapen trokken we bij wijze van spreken een groot blik open van zaden van planten die hier al decennia niet meer groeiden. Voorbeelden zijn de kleine zonnedauw, en de witte en bruine snavelbies.”