13 mag ondersteboven hangen
Het wielerpeloton barst van het bijgeloof en de afkeer van het nummer 13 is zó ingeburgerd, dat de UCI toestaat dat het nummer ondersteboven op de rug wordt gespeld. Alle andere dossards moeten recht hangen, de 13 niet. Fabian Cancellara bijvoorbeeld was niet vies van het ongeluksnummer, maar hing het wel ondersteboven. Ex-renner Thijs Zonneveld schreef in de krant Het Algemeen Dagblad een leuk cursiefje over bijgeloof in de koers:. “Ze zijn er heus wel hoor, wielrenners die zeggen dat het niet uitmaakt welk nummer ze krijgen. Maar die liegen dat ze barsten. Rugnummer 1 is goed. Nummers waarmee je 1 kunt maken na aftrekken (87 is 8-7=1) zijn ook goed. Er zijn zelfs slimmeriken die via worteltrekken (92 is wortel 9-2=1) proberen er een 1 van te maken. Maar die heb je niet zoveel omdat de helft van het peloton nog niet eens een veterdiploma heeft gehaald.
Dertien of zeventien?
De allergrootste numerologische ramp is rugnummer 13. Er is geen renner die ermee wil rijden. 13 is eng. 13 is vervloekt. 13 trekt ongeluk aan. Met dat nummer lig je bij iedere valpartij, rij je lek op elke steen en mis je de beslissende slag. En áls je er onverhoopt mee wint, zul je net zien dat je op het podium precies wordt gezoend door die rondemiss met een borstelsnor op haar bovenlip. Overigens: voor Italiaanse renners brengt ook het nummer 17 ongeluk. In Romeinse cijfers schrijf je dat als XVII, een anagram van vixi. Dat betekent ‘ik heb geleefd’ of ‘ik ben dood’, en staat op menige grafsteen. In Italiaanse hotels slaap je nooit op kamer 17, in vliegtuigen van Alitalia zit je nooit op rij 17 en de Renault R17 werd er indertijd uitgebracht als R117.