“God is in de mode”
Voetballers die hetzelfde ondergoed dragen tijdens wedstrijden of het veld altijd eerst met diezelfde rechtervoet betreden, wielrenners die weigeren met het nummer dertien aan de start te verschijnen, het zijn alledaagse zaken, dingen ook die Stijn Quanten wel eens tegenkomt in zijn samenwerking met topatleten. “Al zijn de extreme vormen van bijgeloof eerder uitzondering, hoor. Maar er zijn er”, weet Quanten.“Atleten willen vooral een structuur opzetten. Een prestatie is heel veranderlijk en heeft ook met veel dingen te maken waar een sporter naar zijn aanvoelen te weinig invloed op heeft, dingen die moeilijk of niet te controleren zijn. Hoe is het gesteld met het vormpeil? Hoe sterk is de tegenstander vandaag? Lukt het tactisch plan? Dat kan voor nervositeit en onzekerheid zorgen. En dus gaat men op zoek naar die dingen die voor structuur zorgen. En die structuur kan dan gaan zorgen voor een vergroot gevoel van controle over de situatie, de omgeving en zichzelf. Dit gevoel van controle kan dan weer versterken tot meer (zelf)vertrouwen. Vaak gaat het dus om zaken die routine en houvast bieden. Je kan dat dan definiëren als bijgeloof.”
Routine en focus
Ook Quanten hanteert het terugvallen op een dergelijke structuur wel eens bij voetballers en wielrenners. “Altijd in samenspraak met de atleet en het team. En als het de prestatie kan ondersteunen, is het het proberen waard. Achterliggend kunnen routines helpen om de focus en de aandacht te houden op de uit te voeren taak waardoor het emotiecentrum van de hersenen niet de kans krijgt om over te nemen en de atleet uit zijn concentratie of vertrouwen te halen. Denk maar aan diezelfde show die Usain Bolt steeds bracht voor een spurt of de vaste routines van Rafael Nadal voor elk punt. Alles is goed om onzekerheden weg te nemen en de mazen van het net te verkleinen. Iedereen wint op zijn eigen manier aan vertrouwen.” “In het American football heb je zo Brian Dawkins, een topper die gepassioneerd is door de fictieve superheld Wolverine. Brian heeft letterlijk twee lockers in de kleedkamer. Als het ene kastje openstaat, is de man een brave teddybeer, eerder een introvert persoon. Staat het lockertje open waarop ‘WEAPEN X’ vermeld staat, dan verandert Dawkins in een ongenaakbaar leider van zijn team en iemand die nergens voor terugdeinst. Voor hem is het gebruik van die kleedkamerkastjes een vorm van bijgeloof – routine, voor wie wil. En het werkt prestatieondersteunend, dus laat Wolverine maar zijn ding doen op het terrein. Zolang de man in de kleedkamer maar gewoon opnieuw in Brian verandert.”
Naar hemel wijzen
“Bijgeloof is iets van alle mensen. Maar in de sport is het item dat extra aanwezig is”, zegt sportpsycholoog Jef Brouwers. “Het is een connectie tussen het winnen en alles wat je daaraan kon koppelen. Je denkt terug aan wat je deed toen je die goede prestatie hebt neergezet. Die connectie zet zich vast, zodanig dat men blijft herhalen. En dan kan het allemaal heel ver gaan. Eerst je linkerkous aandoen, hetzelfde kettinkje dragen. Maar het gaat ook tot veel zottere dingen.”
“Binnen de gedragingen bestaat dan nog een tendens. Ik merk in de sport dat God weer in de mode is. Vooral voetballers kijken en wijzen naar de hemel. Nog meer in de topsport, omdat daar het winnen een nog grotere rol speelt. Op zich is hier allemaal niks mis mee. Bijgeloof is menselijk en het draagt bovendien bij tot winnen.”
Denk maar aan de show die Usain Bolt steeds bracht voor een spurt. Iedereen wint op zijn eigen manier aan vertrouwen Stijn QUANTEN sportneuroloog
Vooral voetballers kijken en wijzen naar de hemel. Op zich is hier allemaal niks mis mee. Bijgeloof is menselijk Jef BROUWERS sportpsycholoog