Wim Opbrouck speelt schrijver in ‘La Superba’
Met Angela Schijf, bekend van ‘Flikken Maastricht’, speelt Wim Opbrouck de hoofdrol in de theaterbewerking van ‘La Superba’, de bekroonde roman van Ilja Leonard Pfeijffer. “Het is een soort lasagne,” zegt hij, “er zitten veel lagen in. Maar de basis blijft een schrijver die dromend naar een stad kijkt.”
André GROSEMANS
Toneelgroep Maastricht haalt nogal wat Vlamingen in huis voor ‘La Superba’. In de band die live muziek speelt, zit o.a. Axl Peleman, de geprojecteerde beelden zijn van Stephan Vanfleteren en in de cast zien we de namen van Joke Emmers en Dries Vanhegen. En dan is er nog hoofdrolspeler Wim Opbrouck. “Ik heb altijd geloofd in samenwerken met Nederlanders”, zegt hij. “We hebben een klein landje en dan ligt daar een enorm exportgebied, dat we niet of veel te weinig benutten ondanks het feit dat ze er dezelfde taal spreken.” Hij wil wel meer vanuit Maastricht werken: “Het is een plek die mij bevalt, een fijne stad in de luwte, waar interessant theater wordt gemaakt. Daar zou ik me graag voor een stuk verbinden.” Die uitspraak heeft natuurlijk alles te maken met Servé Hermans, artistiek leider van Toneelgroep Maastricht, regisseur van dit stuk en Opbroucks pupil. “Toen hij als jonge hond bij NTGent kwam, zeiden we lachend dat ik zijn theaterpapa was. Ik zie met veel plezier hoe hij de kansen die wij hem in Gent hebben gegeven nu volop benut in Maastricht.”
Rijke taal
Wim Opbrouck noemt ‘La Superba’ van Ilja Leonard Pfeijffer ronduit een meesterwerk. Natuurlijk was het een hele klus om zo’n roman van 450 pagina’s naar het theater te brengen. “In de bewerking van Jibbe Willems blijft de taal overeind. Die taal is volgens mij de rijkdom van deze voorstelling. De zinnen komen letterlijk uit het boek. Maar je moet personages laten vallen en dat was lastig kiezen. Wie laat je leven en wie niet?”
Het gaat over een schrijver die zijn land verlaat en in Italië nieuwe inspiratie zoekt. “Dat is een herkenbaar thema, al eeuwen reizen schrijvers naar andere oorden om geprikkeld te worden. Maar in Italië wordt hij geconfronteerd met een andere vorm van migratie, uit economische noodzaak, uit armoede of als vluchteling voor oorlogsgeweld. Het onuitputtelijk verlangen naar een beter leven verbindt de personages.” “Natuurlijk komt ook de liefde aan bod”, zegt Opbrouck. “Althans de onmogelijkheid van liefde, het misverstand dat liefde heet. Het is een soort zedenschets, eerder dan een lineair verhaal. En het labyrint van Genua is een schitterende metafoor om al die thema’s aan bod te laten komen. Toch blijft de basis een schrijver die op een terras zit en naar de stad kijkt, dromend zoals schrijvers doen.”
→ ‘La Superba’, Toneelgroep Maastricht, op 26/4 CC Hasselt, op 4/5 CC Muze Heusden-Zolder, op 9/5 CC Maasmechelen en op 26/5 De Adelberg Lommel (www.toneelgroepmaastricht.nl)