Rutger Wouters volgt zichzelf op
Tristan Scherpenbergh beste belofte
Rutger Wouters volgt zichzelf op als provinciaal kampioen. Hij was mee met een vroege vlucht van tien, die standhield tot het einde. In de finale controleerde hij alles en iedereen, en was nog sterk genoeg om de spurt te winnen. In die kopgroep ook twee beloften: Dries Vastmans en Tristan Scherpenbergh. Laatstgenoemde bleek de snelste van de twee.
Scherpenbergh kroonde zich daarmee tot beloftenkampioen. Uitgerekend op dezelfde plaats waar hij zich vorig jaar voor het eerst in de kijker reed en daar toen in de Ster voor juniores de trui van beste Limburger kreeg, werd hij weer met een kleinood bedacht. “Een mooi trui”, lacht de Hasselaar die nog maar goed twee jaar koerst, nadat hij stopte met voetballen bij FC Hades. “Of ik Vastmans in de spurt kon verslaan, wist ik eigenlijk niet. Eigenlijk ken ik Dries niet goed en dus ook niet zijn kwaliteiten als sprinter. Daarvoor ben ik nog niet lang genoeg coureur. Ik heb mijn eigen sprint gereden, ben van heel ver begonnen. Misschien wel van te ver, waardoor ik op het einde stilviel maar toch nog vierde werd, net voor Vastmans.”
Met hulp van Jeroen Noels
De spurt voor de zege was een kolfje naar de hand van Rutger Wouters, waarmee hij zichzelf als kampioen opvolgt. “Ik heb hier hard voor moeten knokken. Vooreerst moesten we diep gaan om de kloof te slaan. Gelukkig kon ik daarvoor rekenen op mijn ploegmaat Jeroen Noels, die na een sleutelbeenbreuk pas zijn eerste wedstrijd reed. Ook de anderen reden goed mee en dat was nodig. Een groepje van acht zat ons lang op de hielen. Maar uiteindelijk brak daar dan toch de veer waardoor we een beetje op ons gemak zaten. Niet voor lang echter, want al op vier ronden van het einde luidde Pieter Jacobs de aanvalstrom. Ik wist meteen dat het vanaf toen aanvallen zou blijven rekenen en dat het niet makkelijk zou zijn om die allemaal te counteren. Om hen te ontmoedigen heb ik dan ook zelf een paar keer aangevallen. Maar dat maakte niet al te veel indruk. Uiteindelijk heb ik het toch gered en moest ik daarvoor twee ronden bijna alleen op kop rijden. In de spurt kwam dan Arthur Pagnaer nog dicht opzetten. Gelukkig kon ik hem nog afhouden. Ik ben echt blij met deze nieuwe titel. Ik heb hier echt naartoe geleefd. Door wat meer op mijn eten te letten bijvoorbeeld, waardoor ik 1,5 kg lichter ben”, lacht hij. “Met resultaat.”