“NIET TEVREDEN MET
Op bezoek bij onze ‘Chinese’ Rode Duivel AXEL WITSEL
Maandag maakt de bondscoach zijn WK-selectie bekend, de officiële start van Rusland 2018. Bij de certitudes: Axel Witsel en Yannick Carrasco, die zich voor ettelijke miljoenen euro’s hadden begraven in de exotische maar minderwaardige Chinese Super League. Zei men. We zochten hen op in China en ontmoetten er twee opvallend gemotiveerde soldaten van Roberto Martinez. Vandaag: Axel Witsel in Tianjin. “Ja, de intensiteit ligt hier een stukje lager. Maar ik ben nog steeds dezelfde voetballer.”
Op bezoek bij Axel Witsel (29), intussen al anderhalf jaar ‘Chinees’, in januari 2017 door Tianjin Quanjian voor 20 miljoen overgenomen van Zenit Sint-Petersburg. Dat de middenvelder in China 18 miljoen euro per jaar verdient, noemt zijn vertrouwenspersoon Alain Goblet “zeer overdreven”, maar hij verdient er véél geld. En wie in China veel geld verdient, vliegt in een gouden kooitje. Voor een interview is eerst wekenlang gebeld, gefaxt en gemaild naar zijn club Tianjin Quanjian. Vruchteloos. Waarna we 8.000 kilometer vliegen om dan in het onmetelijke Tianjin – 14 miljoen inwoners – op zoek te gaan naar het trainingscomplex. Axel Witsel vonden we na uren wachten aan een gesloten poort, streng bewaakt door onwillige security, in een geblindeerde wagen die hem na de training wegbracht. Witsel is een aardige jongen en vraagt ons een dag later langs te komen in het hotel waar hij verblijft. “Al is het de dag voor de wedstrijd, dan mogen interviews eigenlijk niet.”
Witsel verblijft er in het poepchique Ritz Carlon met zijn vrouw Rafaëlla en dochtertjes Maï-Li (3) en Evy (1).
Niemand geloofde je toen je bij je transfer zei dat je niet alleen voor het geld koos, maar ook omdat China na Rusland een verrijking zou zijn voor jou en je kinderen.
“Natuurlijk stond het financiële aspect voorop. Maar ik vind het nog steeds een unieke ervaring, drie jaar China, een heel andere cultuur. Evy was nog te klein in Rusland, maar enkele jaren opgroeien in China zal ongetwijfeld een betekenis hebben in haar opvoeding.”
Weet je wat ‘haoqiu’ wil zeggen?
“Neen.”
Goeie bal. Het is een vreselijk moeilijke taal om te leren, niet?
“Ik beken schuld. Ik heb wel een Franstalige lesgever ter beschikking, maar het ontbreekt mij blijkbaar toch aan de nodige motivatie. Ik ken nog maar een paar woorden: ‘Hallo’, ‘dank u’…”
Nicolas Lombaerts miste de eerste weken terug in België het leven in Sint-Petersburg.
“Ik zal pas over enkele jaren kunnen zeggen of ik China zal missen. (lacht) Het rijke leven in Sint-Petersburg is niet vergelijkbaar met Tianjin, denk ik. Of zelfs met Peking. Ik was wel al in Sjanghai, waar Hulk (ex-ploegmaat bij Zenit, nvdr.) speelt, dat is natuurlijk wel een heel moderne en levendige stad.”
Jullie bezochten al een en ander in China?
“De Chinese Muur, hé. En Hongkong. Maar zoveel tijd voor toeristische uitstappen hebben we niet hoor.”
Heb je in februari Yannick Carrasco China aangeraden?
“Ik heb hem via een BraziliaansChinese vriend vooral geholpen met een aantal praktische zaken. Intussen zien we elkaar hier geregeld.” (Dalian, waar Carrasco speelt, is maar een klein uurtje vliegen, nvdr.)
In welke mate heb jij als buitenlandse ster impact op de ontwikkeling van het Chinese voetbal?
“Het is niet zo dat we worden ingeschakeld voor opleidingen aan jeugdspelers. Onze impact moet komen van onze prestaties op het veld.”
Arie Haan, die tien jaar als coach in China werkte, betwijfelt of het wel in de mentaliteit van de Chinese voetballers zit, het sterrendom overlaten aan de buitenlanders. “Zij gaan zich niet de ziel uit het lijf lopen voor Axel Witsel”, zei hij.
“Ik spreek me niet uit over andere teams, maar ik merk in onze hechte groep toch geen afgunst. De anderen beseffen dat we elkaar nodig hebben. Bovendien zijn enkele Chinezen in onze ploeg hier bekender en populairder dan ik. Ik heb op Weibo, dat is de Chinese variant van Facebook, na anderhalf jaar 40.000 volgers. Sommige ploegmaats zitten boven het miljoen.”
Maak nu eens na anderhalf Tianjin Quanjian de sportieve balans op.
“Het eerste seizoen was super. Als debutant in de Super League haalden we meteen een derde plaats en een ticket voor de Aziatische Champions League. Niet onverwacht loopt het tweede seizoen in de hoogste klasse moeilijker.” (Quanjian staat pas 11de, nvdr.)
Wijst men dan meteen naar de buitenlanders, naar Witsel en Pato vooral?
“Dat is wel een beetje logisch. Maar het blijft een teamsport natuurlijk. Zet hier Messi of Ronaldo in de ploeg en ze gaan wel hun goals maken, maar het team zal daarom niet meer matchen winnen. Ze verwachtten na vorig seizoen al meteen dat we kampioen konden spelen en de beker zouden winnen, maar dat was niet realistisch. En we misten ook nog onze start. Je merkt ook wel de ontgoocheling, in de thuiswedstrijden zit het stadion al niet meer vol.”
Is de druk te vergelijken met wat in Europese clubs dan ontstaat?
“In Europa is het toch erger, zijn de belangen nog groter. Het Chinese voetbal is nog in volle ontwikkeling, ook op dat vlak. Het was ook niet evident voor de