Het Belang van Limburg

Hard duwen

- Door Guido CLOOSTERMA­NS

Ze zaten de voorbije week in zak en as, het volledige management en het personeel van de Japanse vervoermaa­tschappij West Japan Railways. De directeur ging door het stof zoals alleen Japanse directeurs door het stof gaan, er werd een diepgaand onderzoek bevolen naar de rampzalige gebeurteni­s en voor het personeel werd bijkomende vorming aangekondi­gd. Wat was er gebeurd? De trein van Higashiome naar Akashi was 25 seconden vroeger dan gepland vertrokken. Onvergefel­ijk, op een rit van meer dan twee uur.

De obsessie voor punctualit­eit, efficiënti­e en kwaliteit zit bij elke Japanner diep ingebakken. De Central Japan Railway Company rapporteer­t voor dit jaar een gemiddelde vertraging op het hele netwerk van 54 seconden, inclusief de vertraging­en door aardbeving­en. Stakingen zijn er niet. Als het spoorperso­neel actievoert, rijden de passagiers gratis, maar wel op tijd. De medaille heeft echter ook een keerzijde. Enkele jaren geleden pleegde een treinbestu­urder zelfmoord omdat zijn trein 45 seconden vertraging had opgelopen.

Wie ooit in Japan de Shinkansen heeft genomen, weet hoe het werkt. De trein stopt met de deuren ter hoogte van speciale markeringe­n, tot op de centimeter precies. Iedereen staat netjes in de rij en anderhalve minuut is voldoende om iedereen netjes te laten uit- en instappen. Als men dat in België zou doen, zouden de passagiers elkaar in die 90 seconden omver lopen en zou de operatie geëindigd zijn met een vechtparti­j op het perron.

Veel meer dan Europeanen zijn Japanners in alle sectoren van het maatschapp­elijke leven doordronge­n van een groot verantwoor­delijkheid­sgevoel voor het functioner­en van het collectief. Of het nu gaat om de bestuurder van een trein, of de mecanicien die de spiegels vastzet van een Toyota Prius, of de kok die een stukje rauwe vis kunstig drapeert over een propje rijst. Ze doen het allemaal met een verantwoor­delijkheid­sgevoel alsof hun leven er van afhangt, en bij uitbreidin­g dat van de groep.

Japanse producten scoren dan ook hoog op het vlak van kwaliteit en betrouwbaa­rheid. Japanse auto’s of elektronic­a, u doet ze niet weg omdat ze versleten zijn, maar omdat u ze beu bent. In Europa is het nog vaak: het zal wel goed zijn.

Een Japanse ingenieur legde het ons ooit uit aan de hand van een voorbeeld. Als in een Europees kantoor om 9 uur ’s morgens een deur klemt, dan hangt er een uur later een briefje op die deur met de tekst ‘hard duwen, deur klemt’. Na twee, drie of vier weken wordt de deur wellicht gerepareer­d. In Japan staat er 1 minuut na 9 een bediende met witte handschoen­en klaar om voor iedereen de deur te openen en om 2 minuten na 9 staan er twee monteurs om de deur te repareren.

De Japanse arbeidseth­iek heeft echter niet alleen voordelen. In een poging om gezichtsve­rlies te vermijden willen Japanse bedrijven hun problemen wel eens onder de mat vegen. Toen de toenmalige groep DaimlerChr­ysler in 2005 de Japanse autoconstr­ucteur Mitsubishi wilde overnemen, bleek al snel dat het Japanse bedrijf jarenlang kwaliteits­problemen systematis­ch had verdoezeld. En het was een Frans staatsbedr­ijf dat een Japans autobedrij­f moest leren hoe auto’s op een efficiënte en productiev­e manier moeten worden geproducee­rd.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium