Vakbonden en werkgevers niet eens over zware beroepen
BRUSSEL - De sociale partners geven aan minister van Pensioenen Bacquelaine (MR) het advies om zijn wetsontwerp voor de zware beroepen in de privésector te herschrijven. Al hebben vakbonden en werkgevers daar elk totaal andere redenen voor.
Voor de overheidssector hebben vakbonden al een lijst met 70 zware beroepen klaar, waar Open Vld en N-VA weliswaar niet van willen weten. Maar de discussie over de zware beroepen in de privésector moet eigenlijk nog worden opgestart. Gisteren hebben vakbonden en werkgevers zich voor een derde keer over het wetsontwerp gebogen. Ze zijn het maar over één zaak eens: dat ze in de privé niet kunnen werken met een lijst zoals bij de overheid. Ze willen wel met criteria werken die dan verder moeten worden verfijnd. Over alle andere zaken zijn ze het grondig oneens. Ook over welke criteria ze moeten gebruiken. Voor Unizo kunnen er maar twee criteria gebruikt worden voor een zwaar beroep: fysiek zware arbeid en moeilijke werkuren. “Het criterium vei- ligheid willen we niet omdat dit je leven niet verkort. En het criterium stress is moeilijk meetbaar”, zegt Caroline Deiteren van Unizo. “Wij hebben op bijna alle punten een visie die tegengesteld is aan die van de vakbonden.” De vakbonden willen dan weer dat het wetsontwerp ook rekening houdt met hoe je het werken kan volhouden tot aan je pensioen. “Deze regering heeft wel de pensioenleeftijd verhoogd, maar is niet bezig met hoe mensen het einde van hun loopbaan zullen halen”, zegt Anne Léonard van ACV. “Het enige wat in dit ontwerp staat, is dat sommigen misschien anderhalf jaar vroeger zullen kunnen stoppen met werken. Bovendien is dat ook nog eens voor een lager pensioen. We willen een grondige aanpassing van het wetsontwerp. Het volledige loopbaanbeleid moet erin staan.” Bacquelaine ziet die verfijning van de criteria wel zitten. Maar of hij van plan is om zijn wetsontwerp bij te sturen, is nog onduidelijk. Het advies zal over enkele weken besproken worden op de ministerraad.