Top Trump-Kim vindt plaats in gewezen Jappenkamp
SINGAPORE - De top in Singapore die volgende week de Amerikaanse president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un samenbrengt, vindt plaats op een locatie die zeker de eerstgenoemde een vertrouwd gevoel moet geven: een besloten luxehotel met een golfclub. Maar het eiland Sentosa heeft ook een sinister verleden. Tijdens de Japanse bezetting werd het gebruikt als gevangenis en executieplaats. Het eiland waar de dood van achteren kwam. Sentosa, de locatie van de top op 12 juni, ziet er op de foto’s zonder meer schitterend uit. Witte zandstranden met palmen en azuurblauw water, het piekfijn onderhouden groen van golfterreinen die tot de Aziatische top behoren, luxueuze hotels en casino’s... “De locatie voor de top in Singapore tussen Trump en Kim Jong-un wordt het Capella Hotel op Sentosa Island. We danken onze grote Singaporese gastheren voor hun gastvrijheid”, prees de woordvoerster van het Witte Huis de keuze.
Thuismatch
Voor Trump wordt de top bijna een thuismatch. Hij zal zich op zijn gemak voelen in het luxueuze resort met eigen strand, dat als twee druppels water gelijkt op zijn eigen Mar-a-Lago in Palm Beach. Sentosa, het derde grootste eiland van Singapore, is het thuisadres van de rijkste Singaporezen. Strandvilla’s kosten er zo’n 30 miljoen euro. Ook dat zal de immobiliëntycoon aanstaan.
De keuze voor Sentosa is uiteraard een logistieke. Het op 500 meter van Singapore-stad gelegen eiland kan vrij eenvoudig van de buitenwereld afgesneden worden. Het hotel ligt op een terrein van 12 hectare dat tot special events area is uitgeroepen. Ook een stuk van de Straat van Singapore is tot verboden zone verklaard. De kuststrook van wat het ‘eiland van vrede en rust’ heet, heeft echter ook andere tijden gekend. Het figureert op de lijst van Jappenkampen. Nadat geallieerde Britse soldaten in wat toen nog een Britse kolonie was, zich in 1942 aan het Japanse leger overgaven, werden ze op Sentosa ondergebracht. Maar op de stranden vonden ook massa-executies van vooral Singaporezen van Chinese afkomst plaats. Chinese mannen tussen 18 en 50 werden systematisch opgepakt en bij de minste verdenking van anti-Japanse activiteiten terechtgesteld. Tot de jaren zeventig droeg het eiland de Maleise naam Pulau Blakang Mati, of ‘eiland waar de dood van achter kwam’.