Lily Allen schopt wild om zich heen bij release van nieuwe plaat
Heibel met de tabloids, een flopalbum, een scheiding en een stalker. En de bijhorende zenuwinzinking. De laatste jaren was het niet prettig om Lily Allen te zijn. Die figuurlijke kater spoelt ze door op de nieuwe plaat ‘No Shame’. “Ik blijf altijd het meisje dat ‘Fuck You Very Much’ zong. Alleen meen ik het nu ook.”
“Sorry voor mijn gezeur”, zegt Lily Allen (33) op het einde van het interview. Maar de Londense heeft er alle recht toe: wat een rotjaren heeft ze achter de rug. Na de flop van ‘Sheezus’ (2014) sprong de Britse pers in haar nek en werd ze de schietschijf van The Sun en The Daily Mail. De tabloids smulden van haar scheiding en spaarden geen munitie toen een stalker binnendrong in Allens huis. “Hier kennen jullie dat soort media niet, maar die journalisten maken echt jacht op me. Ze schrijven de verschrikkelijkste verhalen. Alles wat ik zeg, trekken ze in het belachelijke en bij ieder artikel plakken ze een foto waar ik allesbehalve flatterend op sta. Me constant kleineren, dat doen ze.”
Raakt je dat nog?
“Zeker. Ik ben geen softie, maar zelfs ik ging eronderdoor. Maar nu kan ik weer zeggen dat ze de pot op kunnen. Want ik besef dat het niet om mij draait. De Britse pers stelt mij als voorbeeld: daar lijken ze nog steeds te zeggen dat vrouwen hun mond moeten houden. En dat is niet bepaald mijn sterkste kant. (lacht) Het is frustrerend om te zien hoe weinig er de afgelopen maanden écht veranderd is. Iedereen prikt zich een #MeToospeld op, maar hoeveel van die aanklachten zijn onderzocht? Hoeveel mannen werden opgesloten? Ik ben zelf slachtoffer van misbruik, maar in de UK sta ik te roepen in de woestijn. Niemand
heeft er het lef om te getuigen, net omdat je dan dreigt getackeld te worden door de pers. Dan voel ik me waardeloos. En daar smullen de journalisten des te meer van.”
Wat gaan ze schrijven over ‘No Shame’, denk je?
“Dat ik een dramaqueen ben, zeker? Mijn vorige platen waren observerend, ik zong over de wereld zoals ik die zie. In deze songs ben ik vooral eerlijk over mezelf. Mijn hele privéleven zit erin. Soms is het lastig om die emoties telkens te herbeleven. Na de scheiding voelde ik me rot, maar ik moest wel zorgen voor mijn dochters. Dan moet je als ouder even je prioriteiten stellen. Daarom ben ik zo lang weggeweest. Muziek kon me even gestolen worden.”
Is dit dan een comeback?
“Noem het wat je wilt. (denkt na) Ieder album is in wezen een nieuw hoofdstuk. Maar enkel omdat platenmaatschappijen dat zo hebben opgezet. Artiesten, en zeker vrouwen, moeten zich bij elke plaat heruitvinden, ook qua uiterlijk. Zelf vind ik het concept van een album achterhaald. Muziek zou een reactie moeten zijn op wat gebeurt in de wereld. Je zou iedere dag een nieuwe song kunnen schrijven en die gratis op Spotify gooien. Maar dat mag niet, want de platenbobo’s willen betaald worden. Ik tel af naar de dag dat mijn contract afloopt. Nog één album en ik ben vrij. Dan kan ik mijn zin doen, mijn nummers lossen wanneer ík dat wil. Nooit nog zet ik mijn handtekening onder een deal met die geldwolven.”
Het zit diep.
“Wat wil je? Ik tekende mijn contract toen ik 19 was, een overeenkomst voor vijf platen. Maar sindsdien is de consumptie van muziek volledig veranderd. Geen woord over streamen in mijn deal, dus ik verdien vandaag niets aan mijn albums. Enkel aan concerten. Ik zit vast. Hoe noemen ze dat? Een wurgcontract?” “Maar goed, zonder die fuckers zat ik niet met jou te praten. Ik geniet van gesprekken als deze, ze zetten me aan het denken. Zo doorprik je het mechanisme. Ik wil blijven creëren, maar voorlopig zie ik dat enkel gebeuren als ik in m’n eentje kan werken.”
Ik hoor weinig van je collega’s zo hard doorrazen.
“Tja, dat is die no shame, hé.
(lacht) Popmuziek is een grote leegte geworden. Niemand schopt nog tegen schenen. Of ze worden alleszins niet aangemoedigd om dat te doen. Logisch, want vandaag wordt succes bepaald door Spotify, door computeralgoritmes. Wie buiten die variabelen valt, verdwijnt. Daarom staan de charts vol met holle hits. Liftmuziek, noem ik het. Ik voel geen connectie meer met andere artiesten. Dat was de afgelopen halve eeuw anders: The Beatles, The Rolling Stones, The Clash, Andy Warhol, Banksy … Zij brachten politieke en culturele bewegingen op gang. Vandaag wordt de doorstroming van artiesten volledig gecontroleerd, niemand mag of durft tegen te spreken. Terwijl we meer dan ooit artistieke stemmen nodig hebben voor een culturele verzetsbeweging. Trump, Brexit, de kloof tussen arm en rijk: het zou nooit zo ver gekomen zijn als we allemaal onze mond hadden opengetrokken.”
Jij zingt toch ook niet over politiek?
“Toch wel, maar niet op deze plaat. Eerst moet ik de mensen eraan herinneren dat ik ook maar van vlees en bloed ben. Maar naast de muziek zwijg ik niet. Thuis negeren ze wat ik zeg, dus hopelijk schrijf jij het wel op: het is tijd om wat keet te schoppen. Revolutie! (bulderlacht) Vroeger was ik het meisje dat op een podium Fuck You Very Much stond te zingen. Dat ben ik nog steeds, maar nu meen ik het ook.”