“We laten geen kunstwerken landen als ufo’s”
In WestVlaanderen lopen maar liefst vier tentoonstellingen in de openbare ruimte. Je moet ervoor dus niet een museum binnenlopen. De kunst ligt bij wijze van spreken op straat.
Bij het binnenrijden van KnokkeHeist stoot je op een totem van strandcabines, gebouwd door Jean François Fourtou. Ze lijken door een stormvlaag in de lucht geblazen en toevallig op elkaar terechtgekomen. De Franse kunstenaar ontdekte tijdens een verkennend bezoek dat in elke Belgische kustgemeente andere reglementeringen voor strandcabines gelden. Vandaar. “Met tentoonstellingen op publiek terrein brengen we kunst naar de mensen”, zegt Heidi Ballet, de uit Limburg afkomstige curator van de driejaarlijkse tentoonstelling ‘Beaufort’. “Wie niet de gewoonte heeft om exposities te bezoeken, wordt tijdens een strand- of dijkwandeling geconfronteerd met kunstwerken die tot nadenken stemmen. Dat is fantastisch.”
Brug
Toch mag het niet de bedoeling zijn zomaar ergens een sculptuur neer te poten, waarschuwt Michel Dewilde, de curator van de ‘Triënnale Brugge’. “Bij ons werken de kunstenaars in functie van de omgeving en ze doen dat in nauw overleg met de mensen die daar wonen.” Dat is ook altijd het uitgangspunt geweest van curator Björn Van Poucke van ‘The Cry- stal Ship’ in Oostende: “Voor de streetartartiesten aan het werk gingen, waren er altijd gesprekken met buurtbewoners. Als je zonder overleg een kunstwerk – hoe mooi ook – inplant, krijg je tegenkanting. Wij komen dat niet tegen, wij gaan praten met de mensen die daar werken en wonen. De kunstenaars vinden in die gesprekken ook inspiratie. Hun werken passen daarom perfect op die specifieke plaatsen en de afgebeelde figuren zijn vaak mensen uit de buurt.”
Curator Hilde Teerlinck van ‘PLAY’ in Kortrijk vat het als volgt samen: “Als je met kunst naar de openbare ruimte gaat, ben je te gast. Je bent niet meer in het museum, maar in de sociale omgeving van mensen. Dan moet je ervoor zorgen dat je een brug bouwt tussen het publiek en het kunstwerk, dat is heel belangrijk.”
Band
Het is een kniesoor die opwerpt dat kunst in dergelijke tentoonstellingen verwordt tot een toeristische attractie. Geen van de curatoren maalt daar om. “Dat gevaar bestaat absoluut en is moeilijk te omzeilen”, zegt Michel Dewilde. “Maar eigenlijk is daar niets mis mee. Natuurlijk wel op voorwaarde dat het niet gratuit gebeurt.” Hilde Teerlinck laat zich in dezelfde zin uit: “Kunst als toeristische attractie? Daar is niks mis mee als je kwaliteit garandeert. Ons project is niet gemaakt voor toeristen, het concept is hedendaagse kunst te tonen aan de mensen. Dat kunnen toeristen zijn, de lokale bevolking, iedereen. Het voornaamste is dat we de kunstwerken niet als ufo’s laten landen, er moet een band zijn met de toeschouwer.”