De riolen van Parijs
Onder de lichtstad spreidt zich een donker, stinkend spiegelbeeld uit. 2.500 kilometer riool, een huzarenstukje van de mens en uniek in de wereld.
Aah, Parijs, de stad die nooit slaapt en waar je tot het ochtendgloren kan ronddwalen zonder ooit moe te worden. IJsjes eten in de Jardin du Luxembourg, een glas rosé in één van de grand cafés van Sartre en Simone de Beauvoir. Maar wist u dat onder die ontelbare mooie boulevards, pleinen en steegjes, nog een ander Parijs schuil gaat? Voor elke straat en elk kruispunt is er een donker, mysterieus spiegelbeeld. Les égouts de Paris zijn een stinkende tegenhanger van alle glamour en glitter bovengronds. Geen lange wachtrijen voor dit levende museum, hier kan je in alle rust verbaasd zijn over de ongelooflijke inventiviteit van de mens. In 1850 starten de prefect van de Seine, Baron Haussmann en ingenieur Eugène Belgrand met de ontwikkeling van een fenomenaal ondergronds rioleringsnetwerk om de strijd met cholera, pest en overstromingen aan te gaan. Vandaag is het een echte stad onder de stad, een immens labyrint dat meer dan 2500 kilometer omhelst. We gaan u niks wijsmaken: de riolen van Parijs stinken en u komt af en toe wel eens een rat tegen, maar deze plek, vereeuwigd in het prachtige boek Les Misérables van Victor Hugo, zijn elke seconde geurhinder meer dan waard.