“Bijna niemand weet wat in Congo gebeurde”
Herdenkingsbeleid nodig om gruwel van Leopold II niet te vergeten
Na de algemene afkeer over de racistische gezangen op Pukkelpop, beseffen ook de jongeren die zich eraan schuldig maakten dat hun gedrag niet door de beugel kan. Toch heeft ons land nog een grote inhaalbeweging voor de boeg als het gaat om de gruwel in Congo. “We erkennen dan wel onze fouten in de kolonies, maar bedekten die vroeger steeds met de mantel der liefde.”
Sinds deze zomer is Brussel een plein rijker. In het bijzijn van zo’n 350 mensen werd op 30 juni het nieuwe Patrice Lumumbaplein ingehuldigd. De naamgeving komt er te midden van de steeds luider klinkende roep om standbeelden van koning Leopold II te verwijderen, of ze tenminste te voorzien van een infobord waarop de wandaden van het koloniaal beleid worden geduid. Tot voor kort was dat ondenkbaar. “Zelfs acht jaar geleden, bij de vijftigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid, stond de vraag om een Lumumbaplein niet eens op de agenda”, zegt historicus Idesbald Goddeeris (KULeuven). “Gaan we nog verder in de tijd, dan zie je hoe we onze fouten in de kolonies wel erkenden, maar steeds bedekten met de mantel der liefde.”
Pukkelpop
De gruwel wordt nu wél erkend, wat deels verklaart waarom de racistische gezangen van enkele jongeren op Pukkelpop zo’n grote commotie veroorzaken. Er is dan ook weinig onschuldigs aan een tekst als ‘Handjes kappen, de Congo is van ons’ en ‘Diamanten rapen’, als je weet hoe het Belgische schrikbewind Congolezen verminkte, en leidde tot de dood van naar schatting één tot tien miljoen mensen. En dat vooral door de jacht op de kostbare grondstoffen van het Afrikaanse land, die begon omstreeks 1885. Toch is er nog een hele lange weg af te leggen in die bewustwording, te beginnen bij het onderwijs. “Jongeren leren nog altijd te weinig over het kolonialisme en de gevolgen ervan”, zegt Nadia Nsayi, beleidsmedewerker Centraal-Afrika bij Broederlijk Delen. “We weten alles over de Holocaust, maar over de wandaden van Leopold II en de staat België begrijpen we nog steeds te weinig.” Op die nagel klopt muzikant Ronny Mosuse, zoon van een Congolese vader, al geruime tijd, onder meer met een boek in 2015. “Ik hoorde iemand op de radio zeggen dat ‘iedereen toch weet wat er in Congo is gebeurd’”, zegt hij. “Maar dat is het nu net: bijna niemand weet het. Zo heeft mijn generatie nooit iets geleerd over die episode, tenzij over de grondstoffen van de provincie Katanga.”
Collectief vergeten
Toch is de koloniale schandvlek vandaag geen verplichte kost in het onderwijs. “Maar elke leerkracht weet dat de koloniale geschiedenis belangrijk is. Nu behandelt elk geschiedenisboek dat verleden”, zegt Karel Van Nieuwenhuyse, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Leraren Geschiedenis (VVLG). “Een groot verschil met de jaren 70 en 80.”
Vanaf september volgend jaar moet het onderwijs scholieren in het middelbaar wel aansporen om “de complexe relatie tussen het heden en verleden” te begrijpen. En onvermijdelijk komt die tussen Congo en België dan aan bod.
“De economische én psychologische erfenis is er nog altijd. Zo vindt een meerderheid van de Congolezen België verantwoordelijk voor de toestand van Congo op dit moment”, zegt Nsayi.