Bedrijven maken amper werk van asbestverwijdering
Bevraging van ABVV bij verkozenen preventiecomité
Limburgse bedrijven maken geen werk van het wegwerken van hun asbest. Dat zegt de Algemene Centrale van het ABVV na een rondvraag bij zijn verkozenen in de preventiecomités in 190 ondernemingen.
Sinds de invoering van het verbod op de verkoop en verwerking van asbest worden ook van de bedrijven maatregelen verwacht. Vooral bij rechtstreeks contact zijn de gezondheidsrisico’s immers groot. De socialistische vakbond peilde bij zijn verkozenen in de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk naar de maatregelen rond asbest en concludeert dat de Limburgse bedrijven amper werk maken van het verwijderen van asbest.
“Onze comitéleden hadden in het preventiecomité nog nooit informatie gekregen over een asbestbeleid”, zegt provinciaal secretaris Rob Urbain. “De beheersplannen beperken zich tot het ‘onder controle houden’ van de situatie. Maar wat ons nog het meest verontrust is dat bijna geen enkel bedrijf een planning heeft om zijn gebouwen asbestvrij te maken op korte of middellange termijn.”
HASSELT - Limburgse bedrijven maken geen werk van het wegwerken van hun asbest. Dat zegt de Algemene Centrale van de socialistische vakbond ABVV na een rondvraag. “Als er al een asbestplan is, dan beperkt zich dat meestal tot het onder controle houden van de situatie”, aldus provinciaal secretaris Rob Urbain. “Wat ons vooral verontrust, is dat nagenoeg geen enkel bedrijf een plan of een budget heeft om het asbest volledig te verwijderen.”
De gezondheidsrisico’s van asbest, dat decennialang voor verschillende toepassingen in de bouw werd gebruikt, zijn genoegzaam bekend. Het inademen van asbestvezels kan longaandoeningen en kankers veroorzaken. Een Britse studie raamde in 1997 het aantal doden in West-Europa ten gevolge van blootstelling aan asbest over een periode van 35 jaar op 500.000, met een piek in het jaar 2020. Het risico is vooral groot voor mensen die asbest verwerkt hebben en rechtstreeks met het product in aanraking zijn gekomen.
Sinds 2005 is de verkoop en het verwerken van asbest in de hele Europese Unie verboden. Het aantal gebouwen waar asbest is in verwerkt die dateren van voor die tijd, is echter nog steeds aanzienlijk. Ook in heel wat bedrijfsgebouwen werd asbest verwerkt. “Van die ondernemingen wordt verwacht dat zij hun voorzorgen nemen”, legt Rob Urbain uit. “Zo zijn werkgevers verplicht om een inventaris op te stellen van alles wat asbest bevat. Op basis van die inventaris moet dan een beheersplan worden opgemaakt.” Als werknemers aan asbest worden blootgesteld, moet er bovendien een hele reeks maatregelen genomen worden, legt Rob Urbain uit: registratie van blootgestelde werknemers, opvolging van hun gezondheid, melding aan de arbeidsgeneesheer, opleiding, technische preventie, enzovoort.
Rondvraag
De Limburgse afdeling van de Algemene Centrale van het ABVV organiseerde in de maanden mei en juni een enquête bij zijn verkozenen in de Comités voor Preventie en Bescherming op de Werkplek. Zo’n 270 comitéleden in 190 ondernemingen werden ondervraagd naar het asbestbeleid in hun onderneming. Ongeveer de helft van de verkozenen kwam terug met een antwoord.
De resultaten zijn onthutsend, vindt provinciaal secretaris Rob Urbain. Vooral het verschil tussen de grote bedrijven met meer dan 100 werknemers en de kleinere bedrijven met 50 tot 100 werknemers blijkt groot. “Het heeft in de meeste bedrijven met meer dan 100 werknemers wel enkele jaren geduurd, maar een asbestinventaris is er inmiddels wel”, legt Rob Urbain uit. Erger is het gesteld in de kleine en middelgrote ondernemingen. “Onze comitéleden uit de bedrijven met 50 tot 100 werknemers hadden in het preventiecomité nog nooit informatie gekregen over een asbestbeleid.” Bedrijven die een asbestinventaris hebben opgemaakt, worden geacht om ook een beheersplan op te stellen. Rob Urbain: “De beheersplannen die wij ontvingen of waarover onze comitéleden verslag uitbrachten, beperken zich tot het ‘onder controle houden’ van de situatie. Jaarlijks worden visuele controles uitgevoerd. Als het gaat over ingekapseld of gebonden asbest zijn er volgens de bedrijven geen gezondheidsrisico’s. Meermaals lezen we dat er ‘normaal’ niemand blootgesteld is aan asbest. Enkel in het geval van beschadiging of van bewerking van asbesthoudend materiaal spreken bedrijven over mogelijke gezondheidsrisico’s.”
Wettelijk gezien moeten alle asbesthoudende plaatsen of materialen in het bedrijf aangeduid worden, maar dat gebeurt amper, zo blijkt uit de bevraging. “Onder het mom van we gaan de mensen geen schrik aanjagen door alles vol te plakken met stickers gebeurt dit in een aantal bedrijven niet”, aldus Rob Urbain. “Maar wat ons nog het meest verontrust, is dat bijna geen enkel bedrijf een planning heeft om de gebouwen asbestvrij te maken op korte of middellange termijn. Alleen bij schade of als installaties vernieuwd worden, maakt men van de gelegenheid gebruik om de beschadigde asbesthoudende materialen te vervangen door asbestvrije materialen.”
Asbestvrij
Rob Urbain pleit voor een ambitieuzer beleid inzake asbest. Volgens de vakbondssecretaris kunnen twee maatregelen op korte en langere termijn bijdragen tot een asbestvrij Vlaanderen tegen 2030. “Ik pleit voor een controle door de OVAM, in samenwerking met een bureau van experten, van alle asbestinventarissen en asbestprogramma’s. Ook zou de overheid samen met de werkgeversorganisaties budgetten moeten vrijmaken voor de verwijdering van asbest.”
Wat ons het meest verontrust, is dat bijna geen enkel bedrijf een planning heeft om de gebouwen asbestvrij te maken op korte of middellange termijn
Rob Urbain